Deze bijdrage bespreekt aan de hand van een aantal recente zaken, waaronder begrepen het toezeggingsbesluit van ACM inzake mobiele netwerkoperatoren, de vraag op basis van welke criteria een eenzijdige openbaarmaking van informatie op mededingingsbezwaren kan stuiten in een context waarin geen sprake is van ‘uitwisseling’ van informatie of een hardcore kartel. Autoriteiten lijken soms snel eenzijdige openbaarmakingen aan te merken als een doelbeperking. De auteurs pleiten zowel op basis van economische als juridische gronden voor een meer gebalanceerd analysekader: alleen gedrag dat op basis van voldoende algemeen erkende ervaring kan worden verondersteld de concurrentie te schaden, kan worden aangemerkt als een doelinbreuk. In veel gevallen zijn eenzijdige mededelingen omtrent marktgedrag concurrentiebevorderend of niet dusdanig concurrentiebeperkend dat zij zouden moeten worden gekwalificeerd als een doelinbreuk. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Wetenschappelijke raad |
Auteurs | Prof. Mr. Bernd van der Meulen |
Auteursinformatie |
Artikel |
Eenzijdige openbaarmaking van informatie: waar ligt de grens? |
Trefwoorden | Eenzijdige openbaarmaking marktgedrag, Doelbeperking, Besloten marktgedrag/niet besloten marktgedrag, Cheap talk, o.a.f.g./onderling afgestemde feitelijke gedraging |
Auteurs | Onno Brouwer en Lorenzo Coppi |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Meer ruimte voor producentenorganisaties door hervorming Europees landbouwbeleid |
Trefwoorden | Landbouwbeleid, producentenorganisaties, hervorming, Gemeenschappelijke Marktverordening, GMO, EU |
Auteurs | Mr. ir. Maria E.G. Litjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de nieuwe GMO-verordening prevaleren de producentenorganisatieregels binnen bepaalde grenzen boven de mededingingsregels. Evenals vroeger zijn de grenzen van de vrije ruimte in de verordening in algemene bewoordingen geformuleerd. Dit leidt tot een groot grijs gebied en daarmee tot grote onzekerheid over toelaatbaarheid van handelen. De ruimte voor meer samenwerking geldt niet alleen voor producentenorganisaties, maar voor elke andere vorm van samenwerking in de land- en tuinbouw. |
Artikel |
Het nieuwe regime voor overeenkomsten inzake technologieoverdrachtEen bespreking van de belangrijkste wijzigingen en enkele kanttekeningen |
Trefwoorden | GVTO, TTBER, Technologieoverdracht, Niet-aanvechtingsclausule, Grant-back |
Auteurs | Mr. Bart de Rijke en Mr. Roos van der Poel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het van kracht worden van de nieuwe groepsvrijstellingsverordening voor overeenkomsten inzake technologieoverdracht (GVTO) en de bijbehorende Richtsnoeren heeft praktische implicaties voor gebruikelijke licentievoorwaarden. De belangrijkste inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van het oude regime zien op het toepassingsbereik van de GVTO, de (on)mogelijkheid passieve verkopen te beperken ter bescherming van startende licentienemers, grant-back verplichtingen en niet-aanvechtings- en beëindigingsbedingen. De Richtsnoeren bevatten voorts uitgebreide vingerwijzingen over technologiepools en schikkingsovereenkomsten. Op papier gaat de licentienemer erop vooruit, maar in hoeverre de doorgevoerde wijzigingen in de praktijk zijn te handhaven valt nog te bezien. |
Column |
Het CBb moet blijven |
Auteurs | Mr. Paul Glazener |
Auteursinformatie |