Bij online transacties is vaak sprake van platforms die transactiekosten tussen aanbieders en vragers van producten verlagen. Om investeringen in platforms tegen free riding te beschermen, kunnen platforms met de aanbieders die actief zijn op het platform een across-platforms parities agreement (APPA) afspreken: aanbieders beloven hun producten of diensten niet voor een lagere prijs aan te bieden via een ander platform/distributiekanaal. Mededingingsautoriteiten zien APPAs’ nogal eens als mededingingsbelemmerend. De Apple-casus illustreert juist hoe toetreding mogelijk kan worden door middel van een APPA. Onze conclusie is dat (verticale) afspraken een beoordeling van een concrete casusspecifieke theory of harm vereisen. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Bespiegelingen over mededinging toen en nu (3) |
Auteurs | Prof. mr. Tom Ottervanger |
Auteursinformatie |
Artikel |
Apple’s APPANieuwe wijn in oude zakken of oude wijn in nieuwe zakken? Een economisch commentaar |
Trefwoorden | online verticale restricties, netwerkeffecten, most favoured nation clauses, across-platforms parities agreement, transactiekosten |
Auteurs | Drs. Matthijs Visser en Dr. Jan Kees Winters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Risicoverevening en staatssteun in het Nederlandse zorgstelsel |
Trefwoorden | staatssteun, risicoverevening, zorgstelstel, zorgverzekeraar, verzekeringssysteem |
Auteurs | Prof. dr. Jan Boone, Dr. Rein Halbersma en Prof. mr. Wolf Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Risicoverevening is een belangrijk thema in de regulering van zorgmarkten waar sprake is van particuliere zorgverzekeraars. Het kan zelfs als noodzakelijke voorwaarde voor het functioneren van een dergelijk verzekeringssysteem worden gezien. Dat geldt zeker voor het Nederlandse zorgstelsel dat in 2006 werd ingevoerd. Tegelijk is risicoverevening mogelijk problematisch in de Europeesrechtelijke context, in het bijzonder met betrekking tot de regels over staatssteun. Deze bijdrage wil economische argumenten en het Europese juridische kader ten aanzien van risicoverevening combineren. |
Column |
Tegenspraak als lakmoesproef voor betrouwbaarheid |
Auteurs | Mr. Martijn Snoep |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Deutsche Bahn |
Trefwoorden | Deutsche Bahn, misbruik, artikel 102 VWEU, inspectiebesluit, misbruik |
Auteurs | Mr. drs. Hein Hobbelen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Gerecht van de Europese Unie wees op 6 september 2013 arrest in de zaak Deutsche Bahn. In deze zaak had de Europese Commissie het vermoeden dat de Duitse vervoersgigant Deutsche Bahn handelde in strijd met artikel 102 VWEU door misbruik te maken van een volgens de Commissie dominante positie op de markt voor het leveren van tractiestroom voor vervoer per spoor. Zij voerde daarom van 29 tot 31 maart 2011 op basis van Verordening 2003/1/EG een eerste inspectie uit bij verschillende filialen van Deutsche Bahn. Daarna volgden nog twee inspectiebesluiten. Deutsche Bahn stelde beroep in tegen de drie inspectiebesluiten en voerde daarbij vijf middelen aan. Deze werden alle door het Gerecht verworpen zoals in deze annotatie nader wordt besproken. |
Jurisprudentie |
Gascogne-arresten |
Trefwoorden | Gascogne, redelijke termijn, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. Marie Zuidema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 26 november 2013 heeft het Hof van Justitie een drietal arresten gewezen in hogere voorziening tegen de uitspraken van het Gerecht van Eerste Aanleg inzake het industriëlezakkenkartel. Het Hof van Justitie overweegt in deze arresten onder meer dat het enige rechtsmiddel tegen een schending van het beginsel van de redelijke termijn door het Gerecht een schadevergoedingsactie is, die bij het Gerecht dient te worden ingesteld ex artikel 268 en artikel 340 lid 2 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). In deze annotatie zal de nadruk liggen op dit aspect van de arresten. |
Jurisprudentie |
Microsoft/Skype: Gerecht oordeelt over concentratie op een innovatieve marktArrest Gerecht 11 december 2013, zaak T-79/12, Cisco Systems en Messagenet/Commissie, n.n.g. |
Trefwoorden | concentratiecontrole, innovatieve markt, groot marktaandeel, conglomeraateffect |
Auteurs | Mr. Maarten de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest van 11 december 2013 in de zaak Microsoft/Skype laat het Gerecht de goedkeuring door de Europese Commissie van de overname van Skype door Microsoft in stand. De uitspraak is van belang omdat uitdrukkelijk wordt gesteld dat een hoog marktaandeel geen indicatie van marktmarkt hoeft te zijn in een dynamische, innovatieve markt. Daarbij wordt ook relevant geacht dat de diensten van Skype gratis worden aangeboden. Volgens het Gerecht zijn ondernemingen zeer beperkt in het uitoefenen van marktmacht als de gebruikers de verwachting hebben dat de dienst gratis beschikbaar blijft en zij eenvoudig kunnen overstappen naar andere aanbieders. Het arrest gaat ook in op de conglomeraateffecten van de overname. Het Gerecht bevestigt dat de bewijslast voor het aannemen van conglomeraateffecten hoog is, zeker in een dynamische markt waar de ontwikkelingen speculatief kunnen zijn. |
Diversen |
Naschrift bij: Beoordeling van duurzaamheidsinitiatieven onder het kartelverbod |
Auteurs | Nicole Rosenboom MSc |
Auteursinformatie |