De Stroomlijningswet voor de bevoegdheden van ACM is op 1 augustus 2014 in werking getreden. (Stb. 2014, 266; Kamerstukken 33 622). Daarmee worden de toezichthoudende bevoegdheden van de drie in ACM opgegane toezichthouders (NMa, OPTA en Consumentenautoriteit) gestroomlijnd. In de praktijk lijken de wijzigingen echter meer in te houden dan alleen stroomlijning; de kritiek dat bevoegdheden vooral opgerekt worden, is dan ook veel geuit. Redenen genoeg om de belangrijkste wijzigingen in de bevoegdheden van ACM nader te belichten. Daarbij rijst de vraag of ACM deze bevoegdheden ook ten volle zal gaan benutten voor het mededingingstoezicht of dat de andere twee gefuseerde toezichthouders – OPTA en Consumentenautoriteit – meer baat hebben bij deze nieuwe c.q. ‘gestroomlijnde’ bevoegdheden. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Stroomlijningswet – nieuwe bevoegdheden voor de reeds samengevoegde autoriteiten in ACM |
Trefwoorden | Stroomlijningswet, ACM, bevoegdheden, toezichthouder, consumentenbelangen |
Auteurs | Mr. Janneke Kohlen en Mr. Pauline Kuipers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Column |
Hoe innovatief moet het ACM-toezicht zijn? |
Auteurs | Drs. René Jansen |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Landelijke Huisartsen VerenigingAnnotatie van zaak 6888_1/510, LHV. Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument & Markt d.d. 3 februari 2014 |
Trefwoorden | gezondheidszorg, besluit ondernemingsvereniging, doelbeperking, uitzondering artikel 6 lid 3 Mw, feitelijk leidinggevenden |
Auteurs | mr. dr. Marc Wiggers, mr. Robin Struijlaart en mr. Joris Ruigewaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze annotatie van het besluit op bezwaar van ACM in de zaak LHV biedt een samenvatting van het besluit, alsmede een kritische analyse van de belangrijkste overwegingen van ACM. In het besluit op bezwaar blijft ACM van oordeel dat de LHV het kartelverbod heeft overtreden door haar leden te adviseren de toetreding van nieuwe huisartsen periodiek te evalueren en om toetreders te selecteren op basis van een sollicitatieprocedure. De auteurs komen tot de conclusie dat er kanttekeningen te plaatsen zijn bij het besluit op bezwaar van ACM. Volgens de auteurs komt ACM te gemakkelijk tot de conclusie dat sprake is van naleving door de leden van de LHV van de aanbevelingen, dat de aanbevelingen een doelbeperking vormen en dat de aanbevelingen niet uitgezonderd zijn van het kartelverbod op grond van artikel 6 lid 3 Mw. |
Jurisprudentie |
‘Aan een boom zo vol geladen …’De uitspraak van het College in de Boomkwekerijen-zaak, een belangwekkende tussenstand in het Nederlandse kartelrecht. Annotatie bij CBb 10 april 2014, AWB 10/828, AWB 10/829 en CBb 10 april 2014, AWB 10/830 (Boomkwekerijen) |
Trefwoorden | kartelzaak, ambtshalve toepassing artikel 101 VWEU, toepassing bagatelvrijstelling, systeeminbreuk, verval van sanctiebevoegdheid |
Auteurs | Mr. Winfred Knibbeler en mr. Alvaro Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Boomkwekerijen-zaak oordeelt het College dat ACM in de sanctiefase nog stukken aan het dossier mag toevoegen indien deze door bij het kartel betrokken ondernemingen worden ingediend. Een oordeel over de ambtshalve toepassing van artikel 101 VWEU wordt vermeden door te oordelen dat het kartel geen interstatelijk effect had. Het College aanvaardt de niet-toepasselijkheid van de bagatelbepaling, zonder duidelijke bewijs- of motiveringsregels te formuleren. Ofschoon het College een systeeminbreuk als bewezen verklaart, stelt het niettemin hoge eisen aan het bewijs van de duur van deze inbreuk. Deze benadering staat op gespannen voet met de Europese rechtspraak.1xCBb 10 april 2014, AWB 10/828 en AWB 10/829, ECLI:NL:CBB:2014:118 (Darthuizer) en CBb 10 april 2014, AWB 10/830, ECLI:NL:CBB:2014:119 (Van den Oever). Noten
|
Redactioneel |
Balanceren tussen innoveren, concurreren en interveniëren |
Auteurs | Prof. mr. dr. Saskia Lavrijssen |
Auteursinformatie |
Artikel |
Stroomlijningswet – nieuwe bevoegdheden voor de reeds samengevoegde autoriteiten in ACM |
Trefwoorden | Stroomlijningswet, ACM, bevoegdheden, toezichthouder, consumentenbelangen |
Auteurs | Mr. Janneke Kohlen en Mr. Pauline Kuipers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Stroomlijningswet voor de bevoegdheden van ACM is op 1 augustus 2014 in werking getreden. ( Stb. 2014, 266; Kamerstukken 33 622). Daarmee worden de toezichthoudende bevoegdheden van de drie in ACM opgegane toezichthouders (NMa, OPTA en Consumentenautoriteit) gestroomlijnd. In de praktijk lijken de wijzigingen echter meer in te houden dan alleen stroomlijning; de kritiek dat bevoegdheden vooral opgerekt worden, is dan ook veel geuit. Redenen genoeg om de belangrijkste wijzigingen in de bevoegdheden van ACM nader te belichten. Daarbij rijst de vraag of ACM deze bevoegdheden ook ten volle zal gaan benutten voor het mededingingstoezicht of dat de andere twee gefuseerde toezichthouders – OPTA en Consumentenautoriteit – meer baat hebben bij deze nieuwe c.q. ‘gestroomlijnde’ bevoegdheden. |
Artikel |
Kwantificering van schadevorderingen in mededingingszaken |
Trefwoorden | schadevordering, Richtlijn betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen volgens nationaal recht wegens inbreuken op bepalingen van het Europese mededingingsrecht, artikel 101 en 102 VWEU, kwantificering, schade |
Auteurs | Prof. dr. Wim Driehuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De recentelijk aanvaarde Richtlijn betreffende bepaalde regels voor schadevorderingen wegens inbreuken op artikel 101 en 102 EU in nationale civiele rechtszaken wordt vergezeld van een gids voor het kwantificeren van de schade. De gids behandelt de meest gangbare methoden en technieken, maar spreekt geen expliciete voorkeur uit aan de hand van hun voor- en nadelen. Dit artikel bespreekt de inhoud van de gids en komt tot de conclusie dat de Commissie wel degelijk een bepaalde rangorde prefereert. |
Artikel |
Gas terug bij exclusiviteitsbedingen in de brandstofsectorExclusieve afnamebepalingen in toenemende mate onder druk door het mededingingsrecht? |
Trefwoorden | exclusiviteit, afnamebepaling, strekking, effect, motorbrandstoffen |
Auteurs | Mr. Stefan Tuinenga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft de Hoge Raad twee arresten gewezen inzake exclusieve-afnamebepalingen in contracten tussen leveranciers en afnemers van motorbrandstoffen. In de zaak Mandje/Rab oordeelde de Hoge Raad dat een exclusieve-afnamebepaling tussen een leverancier en een afnemer onder omstandigheden de strekking kan hebben de mededinging te beperken, terwijl de vaste lijn in de Europese jurisprudentie is deze bedingen aan een diepgaande effectanalyse te onderwerpen. In de zaak BP/Benschop bevestigde de Hoge Raad een oordeel van het Hof Amsterdam dat een exclusieve-afnamebepaling voor twintig jaar het gevolg had de mededinging te beperken, terwijl de vereiste diepgaande contextuele analyse van de effecten ontbrak. |
Column |
Hoe innovatief moet het ACM-toezicht zijn? |
Auteurs | Drs. René Jansen |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Landelijke Huisartsen VerenigingAnnotatie van zaak 6888_1/510, LHV. Beslissing op bezwaar van de Autoriteit Consument & Markt d.d. 3 februari 2014 |
Trefwoorden | gezondheidszorg, besluit ondernemingsvereniging, doelbeperking, uitzondering artikel 6 lid 3 Mw, feitelijk leidinggevenden |
Auteurs | mr. dr. Marc Wiggers, mr. Robin Struijlaart en mr. Joris Ruigewaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze annotatie van het besluit op bezwaar van ACM in de zaak LHV biedt een samenvatting van het besluit, alsmede een kritische analyse van de belangrijkste overwegingen van ACM. In het besluit op bezwaar blijft ACM van oordeel dat de LHV het kartelverbod heeft overtreden door haar leden te adviseren de toetreding van nieuwe huisartsen periodiek te evalueren en om toetreders te selecteren op basis van een sollicitatieprocedure. De auteurs komen tot de conclusie dat er kanttekeningen te plaatsen zijn bij het besluit op bezwaar van ACM. Volgens de auteurs komt ACM te gemakkelijk tot de conclusie dat sprake is van naleving door de leden van de LHV van de aanbevelingen, dat de aanbevelingen een doelbeperking vormen en dat de aanbevelingen niet uitgezonderd zijn van het kartelverbod op grond van artikel 6 lid 3 Mw. |
Jurisprudentie |
‘Aan een boom zo vol geladen …’De uitspraak van het College in de Boomkwekerijen-zaak, een belangwekkende tussenstand in het Nederlandse kartelrecht. Annotatie bij CBb 10 april 2014, AWB 10/828, AWB 10/829 en CBb 10 april 2014, AWB 10/830 (Boomkwekerijen) |
Trefwoorden | kartelzaak, ambtshalve toepassing artikel 101 VWEU, toepassing bagatelvrijstelling, systeeminbreuk, verval van sanctiebevoegdheid |
Auteurs | Mr. Winfred Knibbeler en mr. Alvaro Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Boomkwekerijen-zaak oordeelt het College dat ACM in de sanctiefase nog stukken aan het dossier mag toevoegen indien deze door bij het kartel betrokken ondernemingen worden ingediend. Een oordeel over de ambtshalve toepassing van artikel 101 VWEU wordt vermeden door te oordelen dat het kartel geen interstatelijk effect had. Het College aanvaardt de niet-toepasselijkheid van de bagatelbepaling, zonder duidelijke bewijs- of motiveringsregels te formuleren. Ofschoon het College een systeeminbreuk als bewezen verklaart, stelt het niettemin hoge eisen aan het bewijs van de duur van deze inbreuk. Deze benadering staat op gespannen voet met de Europese rechtspraak. 1x CBb 10 april 2014, AWB 10/828 en AWB 10/829, ECLI:NL:CBB:2014:118 ( Darthuizer) en CBb 10 april 2014, AWB 10/830, ECLI:NL:CBB:2014:119 ( Van den Oever). Noten
|