Juristen schrijven onnodig moeilijk. De auteurs signaleerden dit verschijnsel al in een eerder artikel en besteedden in dat artikel specifiek aandacht aan het gebruik van moeilijke woorden. In dit vervolgartikel wordt het onderwerp moeilijke juristentaal verder uitgediept. In het artikel worden enkele rechtsvergelijkende kanttekeningen gemaakt, waarbij met name naar de Angelsaksische landen (common law) wordt gekeken. Verder wordt ingegaan op de discussie over hoe toegankelijker geschreven kan worden. Onderwerpen die daarbij aan de orde komen zijn onder meer ‘doelgroep en genre’ en factoren die van belang zijn voor begrijpelijkheid. Het voordeel van meer direct taalgebruik wordt benadrukt. Toegankelijk schrijven hoeft niet te leiden tot jip-en-janneketaal en (zelfs) Latijn hoeft niet in de ban. Duidelijk kan ook juridisch beter zijn. In de laatste paragraaf worden enkele voorbeelden van onduidelijke procestaal in procedures bij het Gemeenschappelijk Hof van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Sint Eustatius en Saba weergegeven. Bepleit wordt de hele procedure in samenhang onder de loep te nemen en waar mogelijk tot een meer begrijpelijk taalgebruik te komen. De discussie over (proces)taal moet in brede kring worden gevoerd, waarbij het bestuur van het Gemeenschappelijk Hof het voortouw zou kunnen nemen. |
Caribisch Juristenblad
Meer op het gebied van Algemeen
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Moeilijke juristentaal (II)Klare taal: hoe wel? Duidelijk = (juridisch) beter |
Trefwoorden | Juristentaal, Klare woorden, Moeilijke woorden, Juridisch Nederlands |
Auteurs | Mr. P. Klik en Mr. M. Evertsz |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Nieuw Wetboek van Strafvordering Curaçao: gemoderniseerd of nog ruimte voor verbetering? |
Trefwoorden | Strafvordering, Curaçao, Berechting, Wetgever, Koninkrijk |
Auteurs | Mr. P. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de Staten van Curaçao is in behandeling het nieuwe Wetboek van Strafvordering. Het huidige Wetboek van Strafvordering dateert van 1997. Ontwikkelingen op het gebied van de rechten van de verdachte, de emancipatie van het slachtoffer in het strafrecht, nieuwe vormen van criminaliteit en technologische ontwikkelingen maken dat het huidige wetboek sterk toe is aan modernisering. Op deze onderwerpen is het nieuwe Wetboek van Strafvordering sterk gemoderniseerd ten opzichte van het huidige Wetboek van Strafvordering. Op andere onderwerpen valt nog een slag te maken. In deze bijdrage wordt ingegaan op een zestal noodzakelijke onderwerpen die volgens de auteur nog modernisering behoeven. |
Annotatie |
Onmogelijkheid voor in de Cariben gevestigde advocaten om advocaat bij de Hoge Raad te worden niet in strijd met discriminatieverbodNoot bij GHvJ 21 november 2023, ECLI:NL:OGHACMB:2023:224 |
Trefwoorden | Discriminatieverbod, Gelijke behandeling, Objectieve rechtvaardiging, Cassatiebalie, Cassatieadvocaten |
Auteurs | Prof. dr. mr. A.B. van Rijn en Mr. dr. J.C. de Wit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze annotatie bespreken de auteurs het vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie waarin het Hof heeft geoordeeld dat het niet toelaten van Caribische advocaten tot de cassatiebalie niet discriminerend is. Het Hof is van oordeel dat wel sprake is van gelijke gevallen. Maar het vindt, omdat voor het gemaakte onderscheid een objectieve en redelijke rechtvaardiging bestaat, dat er geen sprake is van discriminatie. De auteurs plaatsen kritische kanttekeningen bij dit standpunt van het Hof en betogen dat van discriminatie wel degelijk sprake is. Zij volgen het Hof in zijn oordeel dat het stellen van kwaliteitseisen aan alle advocaten een legitiem doel dient maar zij achten, anders dan het Hof, de uitsluiting van Caribische advocaten geen passend en proportioneel middel om dit doel te bereiken. |
Annotatie |
De verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding: nieuwe jurisprudentiële rechtsregelsNoot bij GHvJ 14 februari 2024, ECLI:NL:OGHACMB:2024:14 en ECLI:NL:OGHACMB:2024:19 |
Trefwoorden | Termijnoverschrijding, Verschoonbaarheid, Termijnen, Rechtsmiddel, Concordante uitleg |
Auteurs | Prof. dr. mr. A.B. van Rijn en Mr. dr. J.C. de Wit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze annotatie worden twee bestuursrechtelijke uitspraken van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie besproken waarin de oprekking van de verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding centraal staat. Het Hof geeft in beide uitspraken aan de nieuwe jurisprudentielijn te volgen die het College van Beroep voor het bedrijfsleven, een van de hoogste bestuursrechters in Nederland, onlangs in een uitspraak heeft uiteengezet. Uit de uitspraken blijkt, aldus de auteurs, dat het niet eenvoudig is om de nieuwe lijn in de concrete situatie rechtvaardig en overtuigend toe te passen. De auteurs betogen onderbouwd dat het Hof daarin in beide uitspraken nog niet is geslaagd. |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribisch deel van het Koninkrijk |
Auteurs | Mr. G. Lewin |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Strafrechtelijke jurisprudentie van het EHRM, de HR en het GHvJ |
Auteurs | Mr. R. Bonnevalle-Kok |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Bestuursrechtelijke jurisprudentie |
Auteurs | Mr. M.E.B. de Haseth |
Auteursinformatie |
Wetgeving |
Wetgeving Aruba |
Auteurs | Mr. N. Vleeming-Tromp |
Auteursinformatie |
Wetgeving |
Wetgeving Curaçao |
Auteurs | Mr. J. Pawirodihardjo-Fer |
Auteursinformatie |
Wetgeving |
Wetgeving Sint Maarten |
Auteurs | C. Gibbes LL.M |
Auteursinformatie |