Ara_1568-6639_2023_022_001_totaal_original1024_1
Rss

Arbeidsrechtelijke Annotaties

Meer op het gebied van Arbeidsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 2, 2014 Alle samenvattingen uitklappen
Hoofdartikel

Schikken in het nieuwe ontslagrecht: bedenk eer ge begint

Trefwoorden Opzegging met instemming, beëindigingsovereenkomst, bedenktermijn, antistapelingsbepaling, pro forma ontbinding
Auteurs Prof. L.G. Verburg
SamenvattingAuteursinformatie

    De in de Wwz neergelegde regeling van de bedenktermijn heeft grote invloed op het schikken van ontslagzaken. De Wwz maakt een niet uitlegbaar onderscheid tussen de beëindigingsovereenkomst en de opzegging met instemming. Het verschil ziet op de betaling van een transitievergoeding. Dit verschil kan makkelijk tot ongelukken aanleiding geven. Mogelijk zien we bovendien de terugkeer van de pro-forma-ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Niet meer voor WW-doeleinden, maar met het oog op het bekorten van de periode van de bedenktermijn. Deze bijdrage behandelt de in dat kader te bewandelen weg en noemt ook een alternatief voor de formele ontbinding. Dit alternatief maakt gebruik van de antistapelingsbepaling in de regeling van de bedenktermijn en voorziet in een soort ‘tweetrapsraket’. Voor een succesvolle aanpak zal tussen beide trappen wel denkruimte voor de werknemer moeten zitten. Het bij ontslagzaken aansturen op een vertrekregeling wordt eens te meer een zaak voor juristen.


Prof. L.G. Verburg
Prof. L.G. Verburg is hoogleraar Arbeidsrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen (Onderzoekcentrum Onderneming & Recht).
Hoofdartikel

De binding van werkgevers aan collectieve arbeidsovereenkomsten

Enkele beschouwingen over juridische factoren die binding bevorderen of verzwakken

Trefwoorden cao, alternatieve binding, vakbonden, rechtsvergelijking, representativiteit
Auteurs Prof. F. Dorssemont
SamenvattingAuteursinformatie

    De dekkingsgraad (vertaling van coverage) van cao's wordt gedefinieerd als de verhouding van het aantal werknemers dat gebonden is aan een cao tot het geheel van de werkende bevolking. In deze bijdrage beperk ik me tot een analyse van de juridische factoren die de binding van werkgevers bevorderen dan wel bemoeilijken. De volgende nationale rechtsordes worden in het onderzoek op systematische wijze betrokken: België, Nederland, Italië, Frankrijk en Duitsland. De problematiek van de binding aan (Europese) cao's wordt eveneens onderzocht binnen de rechtsorde van de Europese Unie.
    Het klassieke scenario van cao-binding (door een cao te sluiten dan wel door lidmaatschap van een ondertekenende werkgeversorganisaties) kan worden bevorderd door een verplichting voor werkgevers in te bouwen om tot onderhandelingen over te gaan. Omgekeerd kan de toegang tot de onderhandelingstafel worden belemmerd door aan werkgeversorganisaties representativiteitseisen op te leggen. Voor het klassieke bindingsscenario bestaan in een aantal nationale rechtsordes enkele ‘alternatieven’. Deze alternatieven leiden ertoe dat een werkgever die noch aan de onderhandelingen heeft deelgenomen, noch aangesloten is bij een onderhandelende organisatie alsnog verplicht wordt bepaalde cao-bepalingen toe te passen. De vraag of een gebondenheid (aan een sectorale of intersectorale cao) die niet op de wilsuiting van de werkgever berust per se strijdig is met de (negatieve) vakverenigingsvrijheid, komt aan bod. In de slotbeschouwingen wordt onderzocht welke 'alternatieven' dienstig kunnen zijn om de dekkingsgraad op te voeren.


Prof. F. Dorssemont
Prof. F. Dorssemont is hoogleraar Arbeidsrecht aan de Universiteit catholique de Louvain (België)
Annotatie

De uitleg van de Ragetlie-regel door de Hoge Raad: better safe than sorry of Klukklukiaans?

Trefwoorden Ontslagtoets, Ragetlie, bepaalde tijd, opvolgend werkgeverschap, rechtsgeldige opzegging
Auteurs Prof. R.M. Beltzer
SamenvattingAuteursinformatie

    De werknemer die zelf de arbeidsovereenkomst opzegt, wordt volgens de Hoge Raad beschermd door de Ragetlie-regel van artikel 7:667 lid 4 BW. De A-G kwam, met eenzelfde beroep op de wetsgeschiedenis, tot een tegenovergesteld standpunt. De auteur is kritisch over de uitkomst van en de redeneringen in het arrest en de gevolgde methode van rechtsvinding. Parlementaire geschiedenis biedt immers zelden een doorslaggevend aanknopingspunt.


Prof. R.M. Beltzer
Prof. R.M. Beltzer is hoogleraar Arbeid en Onderneming aan de Universiteit van Amsterdam.