Naar aanleiding van het mijlpaalarrest Rode Kruis Ziekenhuis/Te Riet uit 2003 onderzoekt de auteur welke invloed de verschillende wijzigingsmogelijkheden uit de Richtlijn Overgang van onderneming uitoefenen op de wijziging van collectieve arbeidsvoorwaarden na een overgang in het Nederlandse recht. Waar de Richtlijn namelijk voorziet in verschillende wijzigingsmogelijkheden al naar gelang het individuele of collectieve arbeidsvoorwaarden betreft, heeft Rode Kruis Ziekenhuis/Te Riet dit onderscheid in het Nederlandse recht doen vervagen. |
Arbeidsrechtelijke Annotaties
Meer op het gebied van Arbeidsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Inleiding |
Arbeidsrechtelijke Annotaties (ArA): 20 jaar |
Auteurs | Corjo Jansen en Cees Loonstra |
Auteursinformatie |
Annotatie |
Wijziging van collectieve arbeidsvoorwaarden na overgang van ondernemingHR 10 januari 2003, ECLI:NL:HR:2003:AE9386 (Rode Kruis Ziekenhuis/Te Riet), ArA 2003/1, m.nt. R.M. Beltzer |
Trefwoorden | Overgang van onderneming, Rode Kruis Ziekenhuis/Te Riet, Collectieve arbeidsvoorwaarden, Wijziging, Doorwerking |
Auteurs | Matthijs van Schadewijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie |
Niet-aanvaarding van redelijke wijzigingsvoorstellenHR 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1847 (Stoof/Mammoet Transport B.V.), ArA 2008/3, m.nt. J.M. van Slooten |
Trefwoorden | Stoof/Mammoet-maatstaf, Goed werknemerschap, Wijziging arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Willem Bouwens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de auteur stil bij de betekenis van het Stoof/Mammoet-arrest. Hij bespreekt de daarin gegeven uitwerking van de Taxi Hofman-leer en gaat in op de visie van de Hoge Raad op de verhouding tussen de op goed werknemerschap gebaseerde medewerkingsplicht van de werknemer en art. 7:613 BW. Vervolgens behandelt hij een aspect van de problematiek waarover de Hoge Raad zich in het Stoof/Mammoet-arrest niet, althans niet expliciet heeft uitgelaten, te weten: de gevolgen van een weigering van de werknemer om een redelijk voorstel van de werkgever dat verband houdt met gewijzigde omstandigheden op het werk te aanvaarden, terwijl voor die weigering geen deugdelijke gronden bestaan. In zijn optiek hebben de door de Hoge Raad in het arrest geformuleerde uitgangspunten op dit punt belangrijke consequenties, die in de lagere jurisprudentie na het arrest vaak niet in acht worden genomen. |
Annotatie |
De permanente tijdelijkheid. Over arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en EU-rechtHvJ EG 4 juli 2006, C-212/04, ECLI:EU:C:2006:443 (Adeneler), ArA 2007/1, m.nt. W. Vandeputte |
Trefwoorden | Tijdelijke arbeidsovereenkomst, Ketenregeling, Flexibele arbeid, Objectieve redenen, Richtlijn 1999/70/EG |
Auteurs | Ruben Houweling |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de Richtlijn 1999/70/EG en de raamovereenkomst tijdelijke arbeidsovereenkomst centraal. In het bijzonder wordt stilgestaan bij de vraag of de zogenoemde ‘objectieve redenen’-toets van het Hof van Justitie van de EU, waarin het ‘doel van de raamovereenkomst’ een prominente rol speelt, effect sorteert voor andere antimisbruikgronden, zoals maximering van aantal en duur van tijdelijke contracten. De auteur bepleit dat onder omstandigheden het repeterend flex voor flex contracteren in strijd is met (het nuttig effect van) de Richtlijn en bijgevolg niet is toegestaan. |
Annotatie |
Het recht op collectieve actie versus de economische vrijhedenHvJ EG 11 december 2007, C-438/05, ECLI:EU:C:2007:772 (Viking) en HvJ EG 18 december 2007, C-341/05, ECLI:EU:C:2007:809 (Laval un Partneri), ArA 2008/2, m.nt. E.J.A. Franssen en C. van Lent |
Trefwoorden | Collectieve actie, Fundamentele economische vrijheden, Detacheringsrichtlijn, Verordening 261/2004 |
Auteurs | Filip Dorssemont |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt uitgegaan van de deining die de arresten Viking en Laval hebben veroorzaakt in bepaalde vakbondsmiddens. Monti merkte eerder al op dat de EU door beide arresten een van de meest fervente voorstanders van de Europese integratie van zich dreigt te vervreemden. Onderzocht wordt of grondwettelijke, wetgevende of rechterlijke evoluties die kloof hebben verzacht of zouden kunnen verzachten. |
Annotatie |
De impact van Laval anno 2021HvJ EG 18 december 2007, C-341/05, ECLI:EU:C:2007:809 (Laval un Partneri), ArA 2008/2, m.nt. E.J.A. Franssen en C. van Lent |
Trefwoorden | Detachering, Uitzending, Laval, Herziene Detacheringsrichtlijn, Handhavingsrichtlijn |
Auteurs | Femke Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur neemt in deze bijdrage het Europese arrest Laval uit 2007 onder de loep. Het arrest Laval had een wezenlijke impact op Nederland als zogenoemd hogelonenland. Inmiddels zijn veertien jaar verstreken en zijn de Handhavingsrichtlijn en de herziene Detacheringsrichtlijn aangenomen en geïmplementeerd. Wat betekenen deze richtlijnen voor de impact van Laval? Hebben de nieuwe richtlijnen het arrest Laval naar de geschiedenisboeken verwezen of doolt de geest nog steeds rond? Het zal blijken dat Laval anno 2021 de gemoederen nog steeds bezighoudt. |
Annotatie |
Overpeinzingen omtrent de vakbond als ondernemersorganisatie en de regulering van de positie van de zzp’erHvJ EU 4 december 2014, C-413/13 (FNV Kiem), ECLI:EU:C:2014:2411, ArA 2015/2, m.nt. A.P.C.M. Jaspers |
Trefwoorden | Zzp’er, Tariefafspraken, Besloten netwerken, Mededinging, Verzekeringsplicht |
Auteurs | Leonard Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vakbonden fungeren bij het behartigen van belangen van zzp’ers als ondernemersorganisaties. De enorme aanwas van zzp’ers compliceert daarmee ons systeem van arbeidsvoorwaardenvorming. De zzp’ers vallen in het krachtenveld van de sociale partners vaak tussen wal en schip. Het zou daarom juist zijn als de belangenbehartigers van zzp’ers losstaan van de sociale partners. Via de toetreding van zzp’ers tot besloten netwerken kunnen zzp’ers mededingingsrechtelijke beperkingen aan tariefafspraken ontgaan. Op soortgelijke wijze kunnen zzp’ers premielasten ontlopen die het SER-akkoord van juni 2021 voor zzp’ers op tafel legt. In beide gevallen speelt de vraag hoe men op heldere wijze de zzp’er kan afbakenen ten opzichte van andere ondernemers. |
Annotatie |
Rechtstreekse horizontale werking van het EU Handvest in getrapte vormHvJ EU 6 november 2018, gevoegde zaken C-569/16 en C-570/16, ECLI:EU:C:2018:871 (Stadt Wuppertal/Maria Elisabeth Bauer; Volker Willmeroth/Martina Broßonn), ArA 2019/2, m.nt. J.R. Vos |
Trefwoorden | Bauer en Willmeroth, TSN en AKT, Artikel 31 lid 2 EU Handvest, Rechtstreekse horizontale werking, Minimumvoorschrift |
Auteurs | Beryl ter Haar |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2018 en 2019 kwam het Hof van Justitie van de EU met een aantal zaken waarin het Hof rechtstreekse horizontale werking toekent aan grondrechten in het EU Handvest. Een van die arresten betreft de gevoegde zaken Bauer en Willmeroth, waarin artikel 31 lid 2 van het Handvest rechtstreekse horizontale werking toegekend krijgt. Uit het iets later gewezen arrest over de gevoegde zaken TSN en AKT valt echter op te maken dat die rechtstreekse werking wellicht niet zo rechtstreeks is als het Hof doet voorkomen. |