In dit artikel wordt ingegaan op de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving onder de Omgevingswet, in het bijzonder de afstemming tussen het bevoegd gezag en het Openbaar Ministerie als bedoeld in artikel 18.16 Ow. Daarbij staat de vraag centraal hoe de rechtspraktijk de keuze van het afdoeningsspoor kan beïnvloeden. Om deze vraag te beantwoorden wordt onder meer uiteengezet in hoeverre strafrechtelijke handhaving bestuursrechtelijke handhaving uitsluit en andersom, welke verschillen er bestaan en of afstemming in rechte valt af te dwingen. De schrijvers zien mogelijkheden voor beïnvloeding van de afstemming en zetten uiteen welke voordelen dit biedt voor alle betrokkenen. |
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Handhaving en toezicht onder de nieuwe Omgevingswet: vrezen met grote vreze of valt het allemaal wel mee? |
Auteurs | Mr. dr. I. Koopmans |
Auteursinformatie |
Artikel |
Afstemming handhaving onder de Omgevingswet, een praktische benadering voor de rechtspraktijk |
Trefwoorden | Omgevingswet, handhaving, afstemming |
Auteurs | Mr. A.A. Bloemberg, Mr. S.T. Blom en Mr. J.A. Crijnen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Toezicht en handhaving onder de Omgevingswet: bespiegelingen vanuit bestuursrechtelijk en strafrechtelijk perspectief |
Trefwoorden | Omgevingswet, toezicht, handhaving, zorgplicht, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. dr. V.M.Y. van ’t Lam en Mr. Drs M. van der Linden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hoewel de Omgevingswet wat betreft toezicht en handhaving geen grote wijzigingen beoogt, verwachten wij dat de introductie van de Omgevingswet impact zal hebben. Zo zijn er (nog) meer zorgplichten en gelden deze (specifieke) zorgplichten naast de vergunning. Ook zal er een onwenselijke verschuiving plaatsvinden van vergunningverlening vooraf naar toezicht achteraf. Overtredingen zijn ook eerder bestuurlijk beboetbaar. In navolging van de conclusie van A-G Wattel over het overtredersbegrip hopen wij dat de bestuursrechtspraak meer in lijn komt met de strafrechtelijke jurisprudentie. Ten slotte verwachten wij onverminderde aandacht voor bestuurdersaansprakelijkheid, waarbij wij de hoop uitspreken dat hiertoe niet (te) lichtvaardig zal worden overgegaan. |
Artikel |
Zorgplichten, ei van Columbus of zorgenkindje? |
Trefwoorden | Omgevingswet, zorgplicht, milieustrafrecht, omgevingsvergunning, milieubelastende activiteit |
Auteurs | Mr. M.J. Bloos, Mr. F. Mattheijer en Mr. L.J. Wildeboer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Omgevingswet bevat een aantal algemene en specifieke zorgplichten die voldoende zorg voor de fysieke leefomgeving eisen, al dan niet vanwege een specifieke activiteit. Er wordt ingegaan op enkele verschillen met reeds bestaande zorgplichten in het omgevingsrecht en welke bezwaren er bestaan tegen de strafrechtelijke handhaving van de zorgplicht in artikel 1.7a Omgevingswet. En er wordt aandacht besteed aan de verhouding tussen de specifieke zorgplichten voor milieubelastende activiteiten en de omgevingsvergunning of algemene regels en de vraag in hoeverre dit tot extra eisen kan leiden. |
Artikel |
Toezicht op zijn BrabantsInnovatief toezichthouden onder de Omgevingswet |
Trefwoorden | toezicht, Omgevingswet, innovatie, risicobeheersing, zelfregulering |
Auteurs | Dr. ing. M.A. de Bree MBA en Dr. ing. P. Meerman MBA |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Omgevingswet, ingevoerd op 1 januari 2024, vraagt om vernieuwend toezichthouden. Dit artikel bespreekt de uitdagingen voor toezichthouders, zoals het veranderen van een controle- naar een oplossingsgerichte aanpak. In Noord-Brabant hebben omgevingsdiensten, veiligheidsregio’s en waterschappen een innovatieve methode ontwikkeld. Deze stelt de kwaliteit van de leefomgeving centraal en maakt gebruik van maatwerk, zelfevaluaties door bedrijven en een focus op interne borging. De aanpak bevordert samenwerking tussen overheid en bedrijven, stimuleert tweede-orde-leren, en biedt voorspellende waarde door vroegtijdige interventie. |
Artikel |
Zorgen voor het milieuStrafrechtelijke handhaving van de zorgplichten in de Omgevingswet in het licht van de recente ontwikkelingen omtrent ecocide en de Richtlijn milieucriminaliteit |
Trefwoorden | zorgplichten, vangnetbepaling, Richtlijn milieucriminaliteit, ecocide, Omgevingswet |
Auteurs | Mr. M.J. Hovestad en Mr. dr. I. Koopmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel wordt ingegaan op de relatie tussen de zorgplichten in de Omgevingswet en twee andere belangrijke ontwikkelingen, te weten de herziening van de Richtlijn milieucriminaliteit en het ingediende wetsvoorstel inzake strafbaarstelling van ecocide. Immers, via de achterdeur van artikel 1.7a Omgevingswet en artikel 1.3 Omgevingsbesluit zal de nieuwe Richtlijn milieucriminaliteit gestalte krijgen en de vraag is wat dat mogelijk betekent voor de strafrechtelijke handhaving van milieucriminaliteit. Na een brede analyse komen de auteurs tot de conclusie dat bij alle drie de ontwikkelingen sprake is van een toch wel forse verruiming van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor milieucriminaliteit. En hoewel de wetgever de verwachting heeft uitgesproken dat slechts in bijzondere gevallen gebruik gemaakt zal worden van de specifieke zorgplichten en de vangnetbepaling, wordt daar toch wel een aantal voorzichtige kanttekeningen bij geplaatst. Zo wijzen zij op het toenemend aantal aangiften wegens milieucriminaliteit door individuele burgers en belangengroepen en het feit dat dit betekent dat het niet uitgesloten is dat bedrijven en hun leidinggevenden het risico lopen in de toekomst vaker voorwerp van strafrechtelijk onderzoek te worden. |
Jurisprudentie |
Een bedrijfsinspectie in het kader van de Awb en de toepasselijkheid van het nemo tenetur-beginselAnnotatie bij ABRvS 26 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2862 |
Trefwoorden | nemo tenetur, artikel 6 EVRM, criminal charge, bestuurlijke boete, bedrijfsinspectie |
Auteurs | Mr. dr. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op welk moment in een bestuursrechtelijke procedure kan een overtreder met succes een beroep doen op het nemo tenetur-beginsel? En hoe dient het nemo tenetur-beginsel evenwel te worden geïnterpreteerd in een bestuursrechtelijke procedure? Deze vragen komen aan de orde in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 26 juli 2023, ECLI:NL:RVS:2023:2862. |