Sinds het najaar van 2021 heeft het maken van ‘procesafspraken’ een hoge vlucht genomen in de Nederlandse strafrechtspraktijk. Het betreft een nieuwe en fundamenteel andere manier van procederen op basis van consensus met rechterlijke toetsing. Met het maken van procesafspraken trachten openbaar ministerie, advocatuur en rechtspraak het hoofd te bieden aan het toenemende aantal (omvangrijke) strafzaken. Deze bijdrage bespreekt het fenomeen en diverse actuele experimenten in verschillende arrondissementen, en gaat in op ervaringen met procesafspraken in andere Europese landen. Daarna volgt een kritische beschouwing van de eerste vonnissen waarin procesafspraken werden goedgekeurd. De bijdrage eindigt met een oproep tot wetgeving. |
Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Voorwoord |
NTS 2022/19 |
Artikel |
Procesafspraken in strafzakenBespreking van actuele experimenten en in het bijzonder de vonnissen uit Limburg en Rotterdam |
Trefwoorden | procesafspraken, vonnisafspraken, plea bargaining, strafprocesrecht, ondermijning |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De problemen rond de strafbaarstelling van het inreisverbod (artikel 197 Sr): een overzicht van tien roerige jaren sinds de implementatie in Nederland |
Trefwoorden | inreisverbod, ongewenstverklaring, strafbaarstelling, lex certa-beginsel, evidentiecriterium |
Auteurs | Mr. A. (Aniel) Pahladsingh en Mr. E. (Eric) Druijf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage bespreekt artikel 197 Sr (zwaar inreisverbod) en de vraagstukken die hebben geleid tot het staken van de vervolging van de overtreding van het zware inreisverbod vanwege de Europese en nationale uitspraken die de afgelopen jaren daarover zijn gedaan. In het arrest inzake JZ heeft het Hof van Justitie vervolgens met toepassing van de uitgangspunten van het arrest Ouhrami zijn fiat gegeven aan strafbaarstelling van illegaal verblijf van de vreemdeling die kennis heeft van een inreisverbod dat jegens hem is uitgevaardigd. De Hoge Raad heeft hierop in zijn arrest in de zaak JZ voortgeborduurd. De vraag dringt zich op of de strafbaarstelling van het negeren van een uitgevaardigd inreisverbod zich verdraagt met het lex certa-beginsel. Voorts worden er vragen gesteld bij de verhouding tussen de straf- en de bestuursrechter. Mocht in de praktijk opnieuw onduidelijkheid ontstaan omtrent de toepasselijkheid van dit artikel, dan lijkt het hoog tijd dat de Nederlandse wetgever artikel 197 Sr herschrijft. |
Artikel |
De juridische houdbaarheid van het systeem van sanctionering van fiscale fraude |
Trefwoorden | fiscale fraude, ne bis in idem, una via, duale handhavingssystemen, bestraffing |
Auteurs | Mr. dr. C. (Claire) Hofman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een houdbaar systeem van sanctionering van fiscale fraude garandeert duidelijkheid ten aanzien van de werking ervan en onderlinge afstemming van de verschillende systeemonderdelen. Deze bijdrage gaat over de voorzienbaarheid van bestraffing van fiscale fraude en op het voorkomen van ongeoorloofde samenloop van fiscale sancties ten aanzien van eenzelfde feit. |
Artikel |
De scherpe scheiding tussen het militair tuchtrecht en het (militair) strafrechtPleidooi voor een heroverweging |
Trefwoorden | scherpe scheiding, aangifteplicht, artikel 79 Wet militair tuchtrecht, artikel 78 Wet militair tuchtrecht, commandant |
Auteurs | Mr. B. (Bas) van Hoek en Mr. M. (Mark) Roorda |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1991 is een scherpe scheiding aangebracht tussen het militair tuchtrecht en het (militair) strafrecht. De bijdrage bespreekt twee aspecten die met de scherpe scheiding verband houden, de aangifteplicht voor commandanten (art. 78 Wmt) en de uitzondering op de scherpe scheiding (art. 79 Wmt). Betoogd wordt dat de materiële uitwerking van zowel de aangifteplicht als de uitzonderingsmogelijkheid onvoldoende aansluiten bij het doel dat met de scherpe scheiding werd beoogd. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/25HR 22 februari 2022, 20/03894, ECLI:NL:HR:2022:177 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/26HR 22 februari 2022, 20/02272, ECLI:NL:HR:2022:288 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/27HR 22 februari 2022, 20/02389, ECLI:NL:HR:2022:289 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/28HR 1 februari 2022, 19/00461, ECLI:NL:HR:2022:46 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/29HR 25 januari 2022, 20/02683, ECLI:NL:HR:2022:72 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/30HR 25 januari 2022, 20/03022, ECLI:NL:HR:2022:67 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/31HR 25 januari 2022, 20/02281, ECLI:NL:HR:2022:44 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/32HR 11 januari 2022, 20/00373, ECLI:NL:HR:2022:4 |