In maart 2021 publiceerde de Minister van Justitie en Veiligheid zijn ‘Wetsvoorstel seksuele misdrijven’. Hierin wordt o.m. voorgesteld een culpoze variant van verkrachting in het Wetboek van Strafrecht op te nemen (‘schuldverkrachting’). De formulering van de culpa in dit voorstel verschilt echter van die in het (op de Kamerbrief uit 2019 gebaseerde) Voorontwerp uit 2020 in die zin dat het ‘redelijkerwijs moeten vermoeden dat bij de ander de wil ontbreekt’ is gewijzigd in ‘ernstige reden om te vermoeden dat bij de ander de wil ontbreekt’. De reden voor deze wijziging is vooralsnog onduidelijk. In dit artikel hebben wij kritiek op het feit dat er verschillende voorstellen met verschillende formuleringen van de culpa zijn, zonder dat wordt verduidelijkt wat de relevante verschillen precies zijn. Die duidelijkheid moet er wel komen en gepleit wordt (mede daarom) voor een terugkeer naar het ‘redelijkerwijs had moeten vermoeden’ uit het eerste voorstel. |
Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Voorwoord |
NTS 2022/33 |
Van de redactie |
Procesafspraken: strafrechtelijk Nederland wacht op de Hoge Raad |
Artikel |
De strafbaarstelling van seks tegen de wil: een verkenning van de culpa |
Trefwoorden | culpa, bewuste schuld, schuldverkrachting, onvrijwillige seksuele handelingen, onbewuste schuld |
Auteurs | Mr. L. (Linda) Kesteloo, Mr. R. (Rob) ter Haar en Mr. N. (Nicole) Korthals |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het Europees onderzoeksbevel: vergaande Europese samenwerking op basis van het beginsel van wederzijdse erkenning |
Trefwoorden | EOB, rechtsbescherming, rechterlijke toetsing, geheimhouding, beklag |
Auteurs | Mr. T.M. (Tessa) de Groot en Mr. P. (Paul) van Glabbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees onderzoeksbevel (EOB) is een instrument, gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning, dat vergaande samenwerking tussen EU-lidstaten op het gebied van de bewijsvergaring voor strafzaken mogelijk maakt. In deze bijdrage wordt ingegaan op de mate van rechtsbescherming die aan de betrokkene kan worden geboden bij de uitvoering van een EOB. De auteurs concluderen dat het EOB grote voordelen kent, maar ook spanning kan opleveren met de mate van rechtsbescherming die in de uitvoerende staat kan worden geboden. |
Artikel |
Een nieuw licht op het verbieden van ‘radicale’ organisaties en de democratische paradox |
Trefwoorden | weerbare democratie, artikel 2:20 BW, verboden rechtspersoon, vrijheid van vereniging, radicalisering |
Auteurs | Mr.dr. L.A. (Marloes) van Noorloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft een beschouwing van de per 1 januari 2022 verruimde wettelijke mogelijkheden om een rechtspersoon te verbieden en te ontbinden wegens strijd met de openbare orde (art. 2:20 BW) vanuit het perspectief van de discussie over democratische weerbaarheid en grond- en mensenrechten. Deze wetswijziging beoogt onder meer om de rechtsstaat weerbaarder te maken tegen radicale organisaties. Bij de noodzaak, selectieve focus en invulling worden verschillende kritische vragen gesteld. Geconcludeerd wordt dat de wijze waarop van de verbodenverklaring gebruik zal worden gemaakt, zal moeten getuigen van terughoudendheid, wijsheid en mensenrechtelijk besef. |
Artikel |
Biedt de Wet politiegegevens een stelsel van ‘end-to-end’ privacywaarborgen? |
Trefwoorden | bulkgegevens, Wetboek van strafvordering, Wet politiegegevens, privacy en gegevensbescherming, Big Brother-arrest |
Auteurs | Prof. mr. dr. B.W. (Bart Willem) Schermer en Dr. M. (Maša) Galič |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever heeft gekozen voor een hybride systeem van toezicht op de verwerking van gegevens in de context van het strafrecht. De kunstmatige scheiding tussen het Wetboek van Strafvordering en de Wet politiegegevens (Wpg) bemoeilijkt echter een effectieve rechtsbescherming daar waar het gaat om de verwerking van bulkgegevens. De Europese hoven hebben in hun jurisprudentie duidelijke kaders aangegeven voor rechtmatige verwerking van bulkgegevens. Centraal hierbij staat de aanwezigheid van een systeem van ‘end-to-end’ waarborgen. In dit artikel toetsen wij of de vereisten die de Europese Hoven stellen aan de rechtmatigheid van de verzameling en analyse van gegevens in ons Wetboek van Strafvordering en de Wpg weerspiegeld zijn. |
Artikel |
De Hoge Raad als klankbordOver het stellen van prejudiciële vragen aan de strafkamer van de Hoge Raad |
Trefwoorden | prejudiciële procedure, Hoge Raad, innovatiewet, strafvordering |
Auteurs | Mr. S. (Sam) van den Akker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt de toekomstige procedure voor het stellen van prejudiciële zaken aan de Hoge Raad in strafzaken. De auteur bespreekt onder meer de voor- en nadelen van deze procedure en geeft handvatten aan de feitenrechter in de vorm van een beslissingsschema dat de rechter voorafgaand aan het stellen van een prejudiciële vraag kan doorlopen. |
Artikel |
Over de beslaglijst en spookvoorwerpen: over welke inbeslaggenomen voorwerpen moet de zittingsrechter nog beslissen? |
Trefwoorden | strafrechtelijk beslag, conservatoir beslag, beslaglijst, artikel 34 Sr, artikel 353 Sv |
Auteurs | Mr. I.M.L. (Ilou) Felix, Mr. A.J.P. (Alexander) Schild, Mr. G. (Geert) Schnitzler e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op de vraag over welk beslag de zittingsrechter nog dient te beslissen. Wet en praktijk lopen op dit vlak uiteen. Zo is de beslaglijst in de praktijk vaak leidend, maar formeel moet ook over voorwerpen waar inmiddels geen beslag meer op rust nog een beslissing genomen worden. Daarnaast lijkt artikel 353 Sv geen rekening te houden met de mogelijkheid dat een klassiek beslag is gehandhaafd als conservatoir (art. 94a Sv) beslag. Indien de zittingsrechter een voorwerp verbeurd wil verklaren waarop conservatoir beslag rust, lijkt abusievelijk ook artikel 34 Sr van toepassing. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/41HR 24 mei 2022, 21/01245, ECLI:NL:HR:2022:687 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/42HR 24 mei 2022, 21/01227, ECLI:NL:HR:2022:760 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/43HR 24 mei 2022, 21/01316, ECLI:NL:HR:2022:757 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/44HR 24 mei 2022, 21/00248, ECLI:NL:HR:2022:762 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/45HR 17 mei 2022, 21/03175, ECLI:NL:HR:2022:693 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/46HR 17 mei 2022, 20/03437, ECLI:NL:HR:2022:571 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/47HR 22 april 2022, 21/04295, ECLI:NL:HR:2022:653 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/48HR 19 april 2022, 20/02051, ECLI:NL:HR:2022:576 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/49HR 19 april 2022, 21/00828, ECLI:NL:HR:2022:498 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/50HR 19 april 2022, 20/02545, ECLI:NL:HR:2022:563 |