Internationaal en Europees recht vergen een actieve houding van politie en justitie ten aanzien van de bestrijding van grensoverschrijdende misdaad. Dit artikel beschrijft de bestaande verplichtingen die nopen tot een internationaal georiënteerde opsporing en vervolging, en verkent de fundamenten van die verplichtingen. Daarnaast komt de vraag aan de orde in welke mate Nederland op dit moment aan haar internationale verplichtingen voldoet en wat nodig is om dat te versterken. |
Boom Strafblad
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Strafrechtelijke samenwerking in de EU |
Auteurs | Prof. dr. D. (Dirk) van Daele en prof. mr. P.A.M. (Pieter) Verrest |
Auteursinformatie |
Artikel |
Grensoverschrijdende misdaad. Wanneer moeten opsporing en vervolging de grens over? |
Trefwoorden | EU-strafrecht, Grensoverschrijdende samenwerking, Formeel strafrecht, Positieve verplichtingen, Internationalisering strafrecht |
Auteurs | Mr. B. (Boudewijn) de Jonge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De ontwikkeling van het JIT: de wet van de remmende voorsprong? |
Trefwoorden | Joint Investigation Team, Gemeenschappelijk onderzoeksteam, Europese samenwerking in strafzaken, Rechtshulp, Grensoverschrijdende samenwerking |
Auteurs | Mr. A.L.M. (Alana) van Rookhuizen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door de jaren heen is de wijze waarop wordt omgegaan met en gebruik gemaakt van JITs veranderd. Ook in de context van de JIT-samenwerking hebben zich wijzigingen voorgedaan, bijvoorbeeld door de komst van nieuwe EU-regelgeving voor strafrechtelijke samenwerking. Het bekendste voorbeeld daarvan is de Richtlijn Europees onderzoeksbevel. De vraag die in het artikel centraal staat is wat het toekomstperspectief van het JIT is. Heeft het JIT in de veranderende wereld van de Europese samenwerking in strafzaken nog een plaats? |
Column |
Europese samenwerking in strafzaken: in dubio contra reo |
Auteurs | Mr. R. (Robert) Malewicz |
Auteursinformatie |
Artikel |
De wederzijdse erkenning van confiscatiebevelen: de innovatieve aspecten van Verordening (EU) 2018/1805 |
Trefwoorden | Confiscatie, Ontneming criminele vermogensvoordelen, Verordening (EU) 2018/1805, Grensoverschrijdende samenwerking strafzaken, Wederzijdse erkenning rechterlijke beslissingen |
Auteurs | Drs. S. (Sven) Bollens en prof. dr. D. (Dirk) Van Daele |
SamenvattingAuteursinformatie |
De grensoverschrijdende tenuitvoerlegging van confiscatiebevelen werd recent door Verordening (EU) 2018/1805 op enkele belangrijke punten gewijzigd. In deze bijdrage worden de meest innovatieve aspecten toegelicht. Zo wordt achtereenvolgens stilgestaan bij de ruime werkingssfeer van de verordening; de termijn waarbinnen de uitvoerende autoriteit een beslissing betreffende de erkenning en tenuitvoerlegging moet nemen; de weigering indien de tenuitvoerlegging zou leiden tot een manifeste schending van een grondrecht; en de aandacht voor slachtoffers en getroffen personen. |
Artikel |
Het gebruik van videoconferentie voor berechting in grensoverschrijdende strafzaken in de EU – misschien een goed idee, maar op welke basis? |
Trefwoorden | EU-strafrecht, Grensoverschrijdende samenwerking, Videoconferentie in strafzaken, Grensoverschrijdende berechting |
Auteurs | Mr. S. (Sanne) Salverda en prof. mr. P.A.M. (Pieter) Verrest |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de EU is een toenemend gebruik van videoconferentie waarneembaar, ook waar het gaat om de (grensoverschrijdende) berechting per videoconferentie van een verdachte. Een grondslag lijkt hiervoor echter, zowel op nationaal als op Europees niveau, te ontbreken. Dit roept vragen op. Gaat het hier om rechtshulp? Wat is de rol van lidstaten? Een goed functionerend instrument voor grensoverschrijdende berechting per videoconferentie brengt de nodige uitdagingen mee, maar kan, mits juist geregeld, ook positief bijdragen aan de strafrechtspleging in de EU. |