Voorzieningen ten behoeve van nazorg voormalige stortplaats vormen geen inrichting WMB. |
StAB
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Geautomatiseerde besluitvorming in het omgevingsrecht |
Auteurs | Mr. Rachid Benhadi |
Officier van justitie is niet-ontvankelijk omdat hij niet rechtstreeks is betrokken bij een aan hem toevertrouwd belang. |
Geen aanleiding tot intrekking omgevingsvergunning nu niet is gebleken van nieuwe ontwikkelingen ten aanzien van de best beschikbare technieken. Verweerder was bevoegd tot intrekking van de vergunning omdat destijds niet is gecontroleerd of de inrichting past in het bestemmingsplan. |
Bevel tot vervolging met last tot nader onderzoek ter zake van vernieling of beschadiging van gebouwen als gevolg van gaswinning, voor zover daarvan levensgevaar te duchten is. |
Jurisprudentie |
ABRvS 26 april 2017, nr. 201604199/1/R2 (GS Drenthe) (ECLI:NL:RVS:2017:1142) |
Auteurs | Marieke Kaajan |
Samenvatting |
Intrekkingsbevoegdheden kunnen als voorschriften aan de vergunning worden verbonden. |
Herformulering van eisen te stellen aan besluit tot invordering dwangsom. |
Jurisprudentie |
ABRvS 3 mei 2017, nr. 201507265/1/A1 (GS Limburg) (ECLI:NL:RVS:2017:1171) |
Auteurs | Hans Paul Nijhoff |
Samenvatting |
De beslissing om een deskundige te benoemen behelst een discretionaire bevoegdheid van de rechtbank. Het Activiteitenbesluit is niet van toepassing op geuremissies nu het gaat om een IPPC-installatie waarop een BREF met BBT-conclusies van toepassing is. |
Termijn ontgrondingsvergunning is geëxpireerd zodat de geldigheidsduur niet kan worden verlengd. |
Artikel 2.15 Activiteitenbesluit bevat een uitputtende regeling ten aanzien van het aspect energie. Geen bevoegdheid tot stellen maatwerkvoorschriften omtrent energiebesparing. |
Hotelmatig gebruik van woonruimte. Strijd met bestemmingsplan. Overschrijding 60 dagenregeling. |
Kruimelgevallenregeling. Wijziging van een stedelijk ontwikkelingsproject. M.e.r. Winkelgebouw. |
Hotel-restaurant. Ondergeschikte wijzigingen bouwplan. Uitgebreide voorbereidingsprocedure. Geen geringe verschillen tussen de planologische regeling in het bestemmingsplan en de beheersverordening. Beheersverordening onverbindend. |
Ladder duurzame verstedelijking. Onbenutte uitwerkingsplichten. Exploitatieplan. Kosten werken en werkzaamheden. |
Jurisprudentie |
ABRvS 3 mei 2017, nr. 201604869/1/A1 (Weesp/omgevingsvergunning bouwen) (ECLI:NL:RVS:2017:1192) |
Auteurs | Robin Aerts en Lianne Barnhoorn |
Samenvatting |
Tijdelijke losvoorziening. Kruimelregeling. Relativiteitsbeginsel. |
Bouwen en wijzigingen monument. Reclame achter ramen. banieren en lichtlijnen aan gevel. Omgevingsvergunning. Beleidsregels. Bouwwerk. |
Hotelfunctie. Vergunningverlening in strijd met eigen beleid. |
Weigeren van hotelfunctie. Gemeentelijk beleid. Vertrouwensbeginsel. Vooringenomenheid. |
Jurisprudentie |
ABRvS 31 mei 2017, nr. 201609358/1/R6 (Almere/bestemmingsplan 'Oosterwold') (ECLI:NL:RVS:2017:1447) |
Auteurs | Tycho Lam |
Samenvatting |
Experimenteel karakter bestemmingsplan. Uitnodigingsplanologie. Voortzetting bestaand gebruik. Afwijkingsmogelijkheden. Programma. Begrip erf. |
Overzichtsuitspraak Ladder voor duurzame verstedelijking. |
Indienen van nieuwe beroepsgronden. Inschakeling StAB. Goede procesorde. |
Voorzienbaarheid natschade op grond van onderhoudsplan. |
Met ‘kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwen’ is de maximale bouwhoogte gegeven. |
Publicatie niet concreet genoeg, geen onderzoeksplicht aspirant-koper. |
Jurisprudentie |
ABRvS 7 juni 2017, nr. 201605393/1/A2 (Woudenberg/planschade) (ECLI:NL:RVS:2017:1511) |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Afstandsvereiste Wet stankemissie staat voorzienbaarheid niet in de weg. |
Voorzienbaarheid nu oude bestemmingsplan geen regels omtrent maximale afmetingen bevatte. |
Vrees voor het ontstaan van gezondheidsschade is in het kader van de beoordeling van een aanvraag om een tegemoetkoming in planschade niet van belang. |