Volksgezondheid is aspect dat bij de beoordeling van de vergunningaanvraag moet worden betrokken. Geen nadere onderzoeksplicht bevoegd gezag nu er geen indicatie is dat de veehouderijactiviteiten risico’s meebrengen voor de volksgezondheid. |
StAB
Meer op het gebied van Bestuursrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Highlights en actualiteiten van het natuurbeschermingsrecht |
Auteurs | M.M. Mr. drs. Kaajan |
Eerst in hoger beroep aangevoerde grond blijft buiten beschouwing. In redelijkheid is aansluiting gezocht bij de grenswaarden in de richtlijn voor lichthinder van sportverlichting. |
Het bestuursorgaan heeft in redelijkheid kunnen kiezen voor het opleggen van een last onder dwangsom in plaats van het stilleggen van de inrichting. |
De voorgenomen instandhoudingsmaatregelen kunnen niet als mitigerende maatregelen worden aangemerkt. De passende beoordeling schiet tekort nu met de beoogde instandhoudingsmaatregelen niet de zekerheid is verkregen dat de natuurlijke kenmerken in de Natura 2000-gebieden niet zullen worden aangetast. |
Afdeling stelt nadere termijn om beroepsgronden alsnog toe te lichten. De gestelde juridische onmogelijkheid om de inrichting te ontsluiten, is een privaatrechtelijke kwestie. |
Jurisprudentie |
ABRvS 13 november 2013, nr. 201303243/1/R2, 201303324/1/R2 en 201303816/1/R2 (GS Noord-Brabant) (ECLI:NL:RVS:2013:1931) |
Auteurs | Marieke Kaajan |
Samenvatting |
De in de stikstofverordening opgenomen voorwaarden voor opname van milieuvergunningen in de depositiebank waarborgen onvoldoende dat een directe samenhang bestaat tussen de in de depositiebank op te nemen saldi en de aan de depositiebank te onttrekken saldi ten behoeve van de verlening van de NB-wetvergunning. |
Bij besluit inzake snelheidsverhoging op de A13 Overschie is wat betreft de aspecten geluid en luchtverontreiniging onvoldoende gewicht toegekend aan de belangen van omwonenden. |
Door ontbreken concurrentiebelang is appellante geen belanghebbende. |
Jurisprudentie |
ABRvS 24 december 2013, nr. 201304161/1/A4 (Nijmegen) (ECLI:NL:RVS:2013:2610) |
Auteurs | Valérie van ’t Lam |
Samenvatting |
Bevoegdheid tot intrekking bestaat ook wanneer van een deel van de vergunning gedurende drie jaar geen gebruik is gemaakt. |
Maatregelen ter voorkoming van volksgezondheidsrisico’s vanwege de verspreiding van ziektekiemen door veehouderijen dienen aan de omgevingsvergunning (milieu) te worden verbonden. |
Tweede bedrijfswoning. Binnenplans afwijken. Reguliere of uitgebreide voorbereidingsprocedure Wabo. |
Bescherming als gemeentelijk monument is niet langer gerechtvaardigd. |
Begrip achtererfgebied. Term ‘oorspronkelijk hoofdgebouw’. |
Aanwijzing categorieën van gevallen. Artikel 6.5 lid 3 Bor. Algemeen verbindende voorschriften. |
Kamerbewoning en woningsplitsing. Ruimtelijke uitstraling. Goede ruimtelijke ordening. |
Invoeringswet Wabo. Aanhouden aanvraag. Overgangsrecht. |
Herroeping besluit tot verlening vergunning. Invloed van bestemmingsplan in voorbereiding. |
Intrekkingsbesluit reconstructieplannen en correctieve herzieningen in strijd met Rwc. Regeling in structuurvisie of verordening heft de verplichting van het hebben van een reconstructieplan niet op. |
Gaswinning. Proefboring. Onderzoeksverplichting bij wijzigingsbevoegdheid. |
Verlies rechtsgevolgen uitbreidingsplannen. Voorlopige voorzieningen inzake werking uitbreidingsplannen. |
Tijdelijke omgevingsvergunning. |
Jurisprudentie |
ABRvS 29 januari 2014, nr. 201300854/1/A4 (Beesel/omgevingsvergunning) (ECLI:NL:RVS:2014:173) |
Auteurs | Tonny Nijmeijer |
Samenvatting |
Strijdig gebruik achterruimte. Artikel 5 bijlage II Bor. Instandlating rechtsgevolgen. Categorie vergunningplichtige inrichtingen. |
Jurisprudentie |
ABRvS 3 juli 2013, nr. 201201690/1/T2/A2 (Planschade Herpen) (ECLI:NL:RVS:2013:112) |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Van belang zijnde omstandigheden ter bepaling of schade als gevolg van een planologische ontwikkeling als bedoeld in artikel 6.1, tweede lid, van de Wro tot het normale maatschappelijke risico behoort |
Jurisprudentie |
ABRvS 2 oktober 2013, nr. 201210693/1/A2 (Planschade Zederik) (ECLI:NL:RVS:2013:1408) |
Auteurs | Berthy van den Broek |
Samenvatting |
Voorzienbaarheid en normaal maatschappelijk risico. |
Hoewel exploitatie op peildatum nog was aangevangen, komt inkomensderving in dit geval toch voor tegemoetkoming in aanmerking omdat op de peildatum vaststond dat appellante de bed and breakfast zou gaan exploiteren. |