In deze bijdrage reflecteren de auteurs op twee kernonderwerpen van de herziene Aandeelhoudersrechtenrichtlijn, namelijk aandeelhoudersbetrokkenheid en say on pay. Zij vragen zich af of de transparantieverplichtingen daadwerkelijk leiden tot een grotere aandeelhoudersbetrokkenheid. De introductie van een say on pay in Nederland lijkt de werking van artikel 2:135 BW te ondergraven. |
Maandblad voor Ondernemingsrecht
Meer op het gebied van Ondernemingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
De herziene Aandeelhoudersrechtenrichtlijn: een eerste reflectie |
Trefwoorden | Aandeelhoudersrechtenrichtlijn, aandeelhoudersbetrokkenheid, say on pay, transparantieverplichtingen, beloningsbeleid |
Auteurs | Mr. T.C.A. Dijkhuizen en Mr. J. Nijland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het verzetrecht van artikel 2:404 BW |
Trefwoorden | verzetrecht, 403-verklaring, overblijvende aansprakelijkheid, artikel 2:404 BW, groepsvrijstelling |
Auteurs | Mr. K. Notenboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het recente arrest inzake SNS/Propertize kwam het verzetrecht tegen het voornemen van de moedermaatschappij om de overblijvende aansprakelijkheid uit hoofde van een 403-verklaring te beëindigen aan de orde. In deze bijdrage bespreekt de auteur enkele knelpunten ten aanzien van het verzetrecht van artikel 2:404 BW: de verzetgerechtigdheid, de betwiste vorderingen en de omvang van de zekerheid of andere waarborg. |
Artikel |
AkzoNobel, PPG en de Ondernemingskamer |
Trefwoorden | openbare biedingen, enquêterecht, vijandige overnames, corporate governance |
Auteurs | Mr. F.G.K. Overkleeft |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt bepaalde aspecten van de overnamestrijd tussen AkzoNobel en PPG en de daarmee verband houdende beschikking van de Ondernemingskamer van 29 mei 2017. De auteur besteedt daarbij met name aandacht aan de gedragsnormen voor de vennootschapsleiding van een doelvennootschap die in deze beschikking besloten liggen. |
Artikel |
Aansprakelijkheidsrisico’s bij het gebruiken van een lege projectvennootschap: aandeelhouders- of bestuurdersaansprakelijkheid?Beschouwingen bij HR 24 maart 2017, NJ 2017/149 (Hanzevast/G4 II) |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, aandeelhoudersaansprakelijkheid, SPV, projectvennootschap, verhaalsrisico |
Auteurs | Mr. E.C.H.J. Lokin en Mr. O.J.W. Schotel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs gaan aan de hand van het Hanzevast/G4 II-arrest in op het verhaalsrisico bij het contracteren door middel van lege projectvennootschappen en de vraag in hoeverre een eventuele aansprakelijkheid in een dergelijk geval geënt dient te worden op bestuurdersaansprakelijkheid, een indirecte doorbraak van aansprakelijkheid, of wellicht op beide. |
Artikel |
Commentaar bij HR 17 februari 2017, ECLI:NL:HR:2017:275 (X/Le Roux Fruit Exporters (Pty) Ltd) |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, hoofdelijkheid, risicoaansprakelijkheid, tweedegraadsbestuurder, onrechtmatige daad |
Auteurs | Mr. T.M.C. Arons |
SamenvattingAuteursinformatie |
De (hoofdelijke) aansprakelijkheid van de tweedegraadsbestuurder uit onrechtmatige daad jegens vennootschapscrediteuren van de kleindochter staat in deze bijdrage centraal. Meer in het bijzonder de vraag of de aansprakelijkheid ex artikel 2:11 BW van de tweedegraadsbestuurder een vorm van risicoaansprakelijkheid in het leven roept voor het gedrag van de medetweedegraadsbestuurder die een onrechtmatige daad pleegt jegens vennootschapscrediteuren van de kleindochter. |