Het grote aantal zzp’ers in Nederland groeit nog steeds, mede door de komst van online platforms en de kluseconomie. Dit artikel verkent hoe de voordelen van een flexibele arbeidsmarkt kunnen worden gecombineerd met het verhinderen van sociale dumping in situaties van monopsonie. Het beschermen van schijnzelfstandigen door cao-afspraken, zoals voorzien in het arrest FNV KIEM, biedt niet in alle situaties voldoende duidelijkheid en soelaas. Alternatieven smoren mogelijk de ontwikkeling van nieuwe vormen van ondernemerschap. De auteurs bezien daarom welke ruimte de Mededingingswet aanvullend zou kunnen bieden voor het invoeren van goed onderbouwde minimumtarieven als variant met de minste schadelijke bijwerkingen. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Mededinging en de man-vrouwverhouding |
Auteurs | Eric van Damme |
Auteursinformatie |
Artikel |
De Mededingingswet en de onderkant van de arbeidsmarkt |
Trefwoorden | zzp’ers, mededinging, sociale dumping, kluseconomie, minimumtarieven |
Auteurs | Marcel Canoy en Kees Hellingman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Column |
Mededingingsrecht in ontwikkelingslanden: luxe of noodzaak? Maatpak of confectie? |
Auteurs | Tom Ottervanger |
Auteursinformatie |
Column |
Politiek en mededinging |
Auteurs | Weijer Verloren van Themaat |
Auteursinformatie |
Annotatie |
Bestaat er zoiets als een onbillijke prijs? Zaak C-177/16 (AKKA/LAA) |
Trefwoorden | excessieve prijzen, benchmark, kosten, rendement, United Brands |
Auteurs | Eric van Damme en Wolf Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak wordt de norm voor excessieve prijzen aangevuld ten opzichte van de eerdere uitspraak in United Brands (1978). Prijsvergelijkingen staan hier centraal en kosten kunnen pas in een tweede stap aan de orde komen bij wijze van verweer na een eerste vaststelling van excessiviteit. De conclusie van A-G Wahl gaat nog verder en vereist het gebruik van een benchmarkprijs. Deze aanpak komt aan de orde in Pfizer/Flynn tegen CMA, een Engelse zaak die hier eveneens kort wordt aangestipt. |
Annotatie |
Kan prijsdifferentiatie mededingingsbeperkend zijn? Zaak C-525/16 (MEO) |
Trefwoorden | misbruik economische machstpositie, discriminatie, uitsluiting, uitbuiting, prijsdifferentiatie |
Auteurs | Eric van Damme en Wolf Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak stelt het Hof van Justitie vast onder welke voorwaarden sprake kan zijn van misbruik van economische machtspositie in de zin van discrimiminatie (dan wel prijsdifferentiatie) tussen ondeling concurrerende afnemers waarbij er geen verticaal verband met de leverancier bestaat. De effecten op de concurrent staan centraal. Advocaat-generaal Wahl draagt een kritische conclusie bij waarin onder meer de nadruk op de significantie van de mogelijke gevolgen voor de consument gelegd wordt. |
Annotatie |
Het Hof van Justitie oordeelt over de reikwijdte van de Europese standstillverplichtingHvJ EU 31 mei 2018, zaak C-633/16, ECLI:EU:C:2018:371 (Ernst & Young P/S) |
Trefwoorden | standstill, concentratiecontrole, concentratie, gun-jumping, Hof van Justitie |
Auteurs | Stijn de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie oordeelt in de zaak Ernst & Young P/S over de reikwijdte van de Europese standstillverplichting. Stijn de Jong annoteert dit arrest en geeft enkele praktische handvatten. |
Annotatie |
De ISU-beschikking; rijdt de Commissie een scheve schaats? |
Trefwoorden | ISU, doelbeperking, gevolgbeperking, sport en mededinging, marktordening |
Auteurs | Felix Roscam Abbing |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft de Europese Commissie geoordeeld dat de regels van de ISU op grond waarvan schaatsers die aan niet-geautoriseerde wedstrijden van derden meedoen een langdurige of zelfs levenslange schorsing riskeren, in strijd zijn met het mededingingsrecht. De Commissie concludeert dat de ISU-regels een doelbeperking zijn in de zin van artikel 101 VWEU. In deze annotatie wordt besproken of deze zaak zich wel leent voor beoordeling als doelbeperking in plaats van gevolgbeperking, en of artikel 101 VWEU überhaupt wel zou moeten worden toegepast. Als laatste wordt kort besproken of dergelijke zaken wel zouden moeten worden beoordeeld onder het mededingingsrecht. |