In dit artikel beschrijft de auteur het fenomeen ‘gun-jumping’ (het zonder goedkeuring van de mededingingsautoriteit implementeren van meldingsplichtige concentraties) aan de hand van recente Nederlandse en Europese zaken. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
‘Zij zijn groot en ik is klein en dat is niet eerlijk, o nee’ |
Auteurs | Gunnar Niels |
Auteursinformatie |
Artikel |
De retoriek van gun-jumping |
Trefwoorden | gun-jumping, artikel 4 en 7 Concentratieverordening, meldingsplicht, standstillverplichting, artikel 34 Mw |
Auteurs | Stijn de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Van sancties naar schadeclaims?Een analyse van de publiekrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht bij inbreuken door natuurlijke personen en een verkenning van de civielrechtelijke handhavingsmogelijkheden |
Trefwoorden | boete, ACM, natuurlijke personen, schadeclaim, handhaving |
Auteurs | Linde Bremmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Natuurlijke personen kunnen nu ruim tien jaar, sinds 1 oktober 2007, door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een boete opgelegd krijgen voor betrokkenheid bij overtredingen van de Mededingingswet. Het tienjarige jubileum van deze bevoegdheid van de ACM vormt een goede aanleiding de balans op te maken van de handhaving van het mededingingsrecht bij inbreuken door natuurlijke personen. In dit artikel wordt niet alleen een analyse gemaakt van de huidige boetetoemeting aan natuurlijke personen door de ACM. Ook wordt vooruitgekeken naar nieuwe rechtsontwikkelingen op het gebied van (civielrechtelijke) handhaving van het mededingingsrecht met betrekking tot natuurlijke personen. Zo wordt onderzocht in hoeverre het reëel is schadevorderingen jegens feitelijke leidinggevers in te dienen. |
Column |
Onbillijke prijzen |
Auteurs | Winfred Knibbeler |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Witlofkartelzaak: mededingingsregels niet van toepassing op inherente beperkingen van de taakuitoefening door erkende (unies van) producentenorganisatiesHvJ EU 14 november 2017, zaak C-671/15, Président de l’Autorité de la Concurrence/APVE e.a., ECLI:EU:C:2017:860 |
Trefwoorden | producentenorganisatie, afwijking, witlofkartel, voorrang, artikel 42 VWEU |
Auteurs | Greetje van Heezik |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest van het Hof van Justitie in de Franse witlofkartelzaak geeft de lang verwachte duidelijkheid over de mededingingsrechtelijke status van de uitoefening van de taken die het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) aan zogenoemde (unies van) producentenorganisaties (U)PO’s) opdraagt. Gelet op de pijlerfunctie die (U)PO’s in het GLB vervullen, heeft de taakuitoefening volgens het Hof van Justitie voorrang op de mededingingsregels voor zover de activiteiten van de (U)PO strikt noodzakelijk zijn voor het realiseren van de opgedragen taken. De taakuitoefening van de organisaties betrokken bij het witlofkartel voldoet volgens het Hof van Justitie niet aan deze voorwaarde en profiteert derhalve niet van de voorrangsregel. |
Jurisprudentie |
Misleidende informatie als strekkingsbeding: ontwikkelingen in de nieuwste Hoffmann-La Roche-zaakHvJ EU 23 januari 2018, zaak C-179/16, F. Hoffmann-La Roche Ltd e.a./Autorità Garante della Concorrenza e del Mercato, ECLI:EU:C:2018:25 |
Trefwoorden | artikel 101 TFEU, strekkingsbeding, nevenrestricties, relevante markt, Hoffmann-La Roche |
Auteurs | Alexander Hoogenboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de nieuwste Hoffmann-La Roche-zaak staat de vraag centraal of een overeenkomst om misleidende informatie te verspreiden naar zijn strekking de mededinging beperkt. Bij de beantwoording van deze vraag lijkt het Hof van Justitie een nieuwe definitie van het strekkingsbeding te introduceren: er moet sprake zijn van een concurrentievervalsing die zo evident is dat er geen redelijke twijfel bestaat dat de partijen beoogden de mededinging te vervalsen. Op bepaalde punten stelt de zaak echter teleur: de redenering inzake nevenrestricties is twijfelachtig in het licht van eerdere rechtspraak, en de overwegingen inzake de relevante markt lijken niet aan te sluiten bij de economische realiteit van de (geneesmiddelen)markt. |
Jurisprudentie |
Let op! Prijslenen kost geldCBb 12 oktober 2017, ECLI:NL:CBB:2017:325 |
Trefwoorden | kartel, prijslenen, cover pricing, bagatel, functiescheiding |
Auteurs | Alvaro Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de geannoteerde uitspraak had het CBb voor het eerst de mogelijkheid zich uit te spreken over de verenigbaarheid met het mededingingsrecht van de praktijk van ‘prijslenen’ (ook wel: cover pricing) bij aanbestedingen. Met name stond de vraag centraal of deze praktijk moet worden aangemerkt als een gedraging die tot doel heeft de mededinging te beperken. Het CBb beantwoordt deze vraag bevestigend. Ofschoon vaststond dat prijslenen minder evidente mededingingsbeperkende impact zal hebben dan ‘bid rigging’, omdat wel contact plaatsvindt tussen inschrijvers, maar niet gezamenlijk de winnende inschrijver en/of inschrijfprijs wordt bepaald, is het College toch van oordeel dat de te verwachten vervalsing van de mededinging van deze praktijk dusdanig is dat deze, conform de uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Cartes Bancaires, ‘naar zijn aard schadelijk kan worden geacht voor de goede werking van de normale mededinging’. Het CBb wijdt daarnaast interessante overwegingen aan de bagatelgregeling en de door de ACM in acht te nemen functiescheiding. |
Jurisprudentie |
Expedia en Groupement des cartes bancaires nu ook civielrechtelijk merkbaarHR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1354, Stichting ‘Geborgde Dierenarts’ en de vereniging Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde/Agib B.V. |
Auteurs | Celine van der Weide |
SamenvattingAuteursinformatie |
|