Menm_1387-6236_2024_027_002_covr
Rss

Markt & Mededinging

Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 2, 2018 Alle samenvattingen uitklappen

Gunnar Niels
Dr. G. Niels is partner bij Oxera.
Artikel

Access_open De retoriek van gun-jumping

Trefwoorden gun-jumping, artikel 4 en 7 Concentratieverordening, meldingsplicht, standstillverplichting, artikel 34 Mw
Auteurs Stijn de Jong
SamenvattingAuteursinformatie

    In dit artikel beschrijft de auteur het fenomeen ‘gun-jumping’ (het zonder goedkeuring van de mededingingsautoriteit implementeren van meldingsplichtige concentraties) aan de hand van recente Nederlandse en Europese zaken.


Stijn de Jong
Mr. S. de Jong is advocaat bij Stibbe te Amsterdam.
Artikel

Van sancties naar schadeclaims?

Een analyse van de publiekrechtelijke handhaving van het mededingingsrecht bij inbreuken door natuurlijke personen en een verkenning van de civielrechtelijke handhavingsmogelijkheden

Trefwoorden boete, ACM, natuurlijke personen, schadeclaim, handhaving
Auteurs Linde Bremmer
SamenvattingAuteursinformatie

    Natuurlijke personen kunnen nu ruim tien jaar, sinds 1 oktober 2007, door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) een boete opgelegd krijgen voor betrokkenheid bij overtredingen van de Mededingingswet. Het tienjarige jubileum van deze bevoegdheid van de ACM vormt een goede aanleiding de balans op te maken van de handhaving van het mededingingsrecht bij inbreuken door natuurlijke personen. In dit artikel wordt niet alleen een analyse gemaakt van de huidige boetetoemeting aan natuurlijke personen door de ACM. Ook wordt vooruitgekeken naar nieuwe rechtsontwikkelingen op het gebied van (civielrechtelijke) handhaving van het mededingingsrecht met betrekking tot natuurlijke personen. Zo wordt onderzocht in hoeverre het reëel is schadevorderingen jegens feitelijke leidinggevers in te dienen.


Linde Bremmer
Mr. L.L. Bremmer LLM is advocaat bij Stek te Amsterdam.
Column

Onbillijke prijzen

Auteurs Winfred Knibbeler
Auteursinformatie

Winfred Knibbeler
Mr. W. Knibbeler is advocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer LLP.
Jurisprudentie

Witlofkartelzaak: mededingingsregels niet van toepassing op inherente beperkingen van de taakuitoefening door erkende (unies van) producentenorganisaties

HvJ EU 14 november 2017, zaak C-671/15, Président de l’Autorité de la Concurrence/APVE e.a., ECLI:EU:C:2017:860

Trefwoorden producentenorganisatie, afwijking, witlofkartel, voorrang, artikel 42 VWEU
Auteurs Greetje van Heezik
SamenvattingAuteursinformatie

    Het arrest van het Hof van Justitie in de Franse witlofkartelzaak geeft de lang verwachte duidelijkheid over de mededingingsrechtelijke status van de uitoefening van de taken die het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) aan zogenoemde (unies van) producentenorganisaties (U)PO’s) opdraagt. Gelet op de pijlerfunctie die (U)PO’s in het GLB vervullen, heeft de taakuitoefening volgens het Hof van Justitie voorrang op de mededingingsregels voor zover de activiteiten van de (U)PO strikt noodzakelijk zijn voor het realiseren van de opgedragen taken. De taakuitoefening van de organisaties betrokken bij het witlofkartel voldoet volgens het Hof van Justitie niet aan deze voorwaarde en profiteert derhalve niet van de voorrangsregel.


Greetje van Heezik
Mr. M.C. van Heezik is advocaat bij Houthoff te Brussel.
Jurisprudentie

Misleidende informatie als strekkingsbeding: ontwikkelingen in de nieuwste Hoffmann-La Roche-zaak

HvJ EU 23 januari 2018, zaak C-179/16, F. Hoffmann-La Roche Ltd e.a./Autorità Garante della Concorrenza e del Mercato, ECLI:EU:C:2018:25

Trefwoorden artikel 101 TFEU, strekkingsbeding, nevenrestricties, relevante markt, Hoffmann-La Roche
Auteurs Alexander Hoogenboom
SamenvattingAuteursinformatie

    In de nieuwste Hoffmann-La Roche-zaak staat de vraag centraal of een overeenkomst om misleidende informatie te verspreiden naar zijn strekking de mededinging beperkt. Bij de beantwoording van deze vraag lijkt het Hof van Justitie een nieuwe definitie van het strekkingsbeding te introduceren: er moet sprake zijn van een concurrentievervalsing die zo evident is dat er geen redelijke twijfel bestaat dat de partijen beoogden de mededinging te vervalsen. Op bepaalde punten stelt de zaak echter teleur: de redenering inzake nevenrestricties is twijfelachtig in het licht van eerdere rechtspraak, en de overwegingen inzake de relevante markt lijken niet aan te sluiten bij de economische realiteit van de (geneesmiddelen)markt.


Alexander Hoogenboom
Mr. dr. A. Hoogenboom is beleidsmedewerker bij de Nederlandse Zorgautoriteit en onderzoekscoördinator bij het Institute for Transnational and Euregional Cross-border Cooperation and Mobility van Maastricht University. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
Jurisprudentie

Let op! Prijslenen kost geld

CBb 12 oktober 2017, ECLI:NL:CBB:2017:325

Trefwoorden kartel, prijslenen, cover pricing, bagatel, functiescheiding
Auteurs Alvaro Pliego Selie
SamenvattingAuteursinformatie

    In de geannoteerde uitspraak had het CBb voor het eerst de mogelijkheid zich uit te spreken over de verenigbaarheid met het mededingingsrecht van de praktijk van ‘prijslenen’ (ook wel: cover pricing) bij aanbestedingen. Met name stond de vraag centraal of deze praktijk moet worden aangemerkt als een gedraging die tot doel heeft de mededinging te beperken. Het CBb beantwoordt deze vraag bevestigend. Ofschoon vaststond dat prijslenen minder evidente mededingingsbeperkende impact zal hebben dan ‘bid rigging’, omdat wel contact plaatsvindt tussen inschrijvers, maar niet gezamenlijk de winnende inschrijver en/of inschrijfprijs wordt bepaald, is het College toch van oordeel dat de te verwachten vervalsing van de mededinging van deze praktijk dusdanig is dat deze, conform de uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Cartes Bancaires, ‘naar zijn aard schadelijk kan worden geacht voor de goede werking van de normale mededinging’. Het CBb wijdt daarnaast interessante overwegingen aan de bagatelgregeling en de door de ACM in acht te nemen functiescheiding.


Alvaro Pliego Selie
Mr. A.A.J. Pliego Selie is werkzaam als advocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer. De auteur dankt Felix Roscam Abbing, advocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer, voor zijn bijdrage aan een eerdere versie van deze annotatie.
Jurisprudentie

Expedia en Groupement des cartes bancaires nu ook civielrechtelijk merkbaar

HR 14 juli 2017, ECLI:NL:HR:2017:1354, Stichting ‘Geborgde Dierenarts’ en de vereniging Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde/Agib B.V.

Auteurs Celine van der Weide
SamenvattingAuteursinformatie


Celine van der Weide
Mr. C.J.A. van der Weide is advocaat bij Kneppelhout & Korthals Advocaten. Deze bijdrage is afgesloten op 15 januari 2018.