In dit artikel wordt getoetst of er door de Coty-uitspraak van het Hof van Justitie een verandering is ontstaan in de toelaatbaarheid van bepaalde verboden binnen selectieve distributieovereenkomsten. Hierbij worden met name de Metro-criteria en bestaande rechtspraak (zoals Pierre Fabre en L’Oréal) vergeleken met de Coty-uitspraak en recente nationale rechtspraak in arresten zoals Asics en Nike. Uiteindelijk wordt geconcludeerd dat recente rechtspraak op een aantal vlakken duidelijkheid heeft gebracht, maar dat er nog steeds onduidelijkheden bestaan over de vragen of vanuit mededingingsrechtelijk perspectief een totaalverbod op verkoop via onlinemarktplaatsen toelaatbaar kan zijn en wanneer een product als luxeproduct kwalificeert. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Zomerse beschouwingen |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
Auteursinformatie |
Artikel |
Selectieve distributieovereenkomsten: het luxepaardje van de onlineverkoper? |
Trefwoorden | selectieve distributieovereenkomsten, Coty, onlinemarktplaatsen, luxeproduct |
Auteurs | Elske Raedts en Felix Roscam Abbing |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Marktanalyses in het reguleringstoezicht voor luchthavens: a balanced approach |
Trefwoorden | Wet luchtvaart, marktanalyse, luchthaven, geografische markt, aanmerkelijke marktmacht |
Auteurs | Ernst-Jan Heuten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Europa wordt discussie gevoerd over de wenselijkheid van het uitvoeren van marktanalyses om te bepalen welke luchthavens in aanmerking komen voor economische regulering. Daarmee kan het regelgevend kader voor luchthavens meer vergelijkbaar worden met bijvoorbeeld dat van de telecommunicatiesector. In dit artikel wordt ingegaan op het huidige juridische kader voor de economische regulering van luchthavens en de discussie die daarover wordt gevoerd voor wat betreft marktanalyses. Voorts wordt ingegaan op een aantal praktische vraagstukken bij bij het invoeren van marktanalyses. Daarbij wordt de mogelijkheid besproken in de regelgeving sturing te geven aan de bewijsvoering rond de afbakening van geografische markten. |
Annotatie |
Executieveilingenzaak geëxecuteerd door het CBbCBb 3 juli 2017, ECLI:NL:CBB:2017:204 |
Trefwoorden | Executieveilingen, kartelonderzoek, artikel 6 Mw, kartelverbod |
Auteurs | Ekram Belhadj |
SamenvattingAuteursinformatie |
De zaak Executieveilingen is op het bouwfraudeonderzoek na het grootste kartelonderzoek dat de ACM heeft uitgevoerd in termen van aantal betrokken ondernemingen. In tegenstelling tot het bouwfraudeonderzoek heeft de ACM de zaak Executieveilingen, ondanks de omvang van haar onderzoek, niet tot een voor haar goed einde weten te brengen. Deze uitspraak is de eerste waarin het CBb een enkele voortdurende overtreding van artikel 6 Mw niet bewezen acht. In deze annotatie wordt eerst ingegaan op de achtergrond van de zaak. Daarna komen de belangrijkste overwegingen van de uitspraak van het CBb aan bod. Vervolgens wordt de uitspraak geanalyseerd en daarna volgen enkele slotopmerkingen. |
Annotatie |
Wat is een nadeel voor de mededinging en wie bepaalt dat? Over de rol van deskundigen en de bewijsstandaard in het kader van discriminatie door een dominant platformRechtbank Amsterdam 21 maart 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:1654 |
Trefwoorden | misbruik van een economische machtspositie, deskundigenrapport, discriminatie, uitsluiting, digitale economie, platform markt |
Auteurs | Jotte Mulder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze uitspraak van de rechtbank Amsterdam ziet op een langslepend conflict tussen Funda en VBO makelaars. De rechtbank stelt op basis van een deskundigenrapport vast dat Funda in het bezit is van een machtspositie. De uitspraak is interessant vanwege de belangrijke rol van het deskundigenrapport en de centraal staande schadetheorie die atypisch is en aanleiding geeft tot enige reflectie op de verhouding tussen zogenoemde uitsluitings- en exploitatie/discriminatoire vormen van misbruik en de verschillende bewijsstandaarden die daarvoor gelden. |