De auteurs bespreken enkele vernieuwingen van Verordening (EG) nr. 1/2003. In deze bijdrage concentreren zij zich op de decentralisatieaspecten: de invoering van de wettelijke uitzondering en de positie van de rechter enerzijds, en de mechanismen van samenwerking met nationale autoriteiten anderzijds. Bij de bespreking wordt geen exhaustief overzicht nagestreefd maar wordt een stand van zaken opgemaakt in het licht van de zorgen die bij de inwerkingtreding van de verordening werden geuit en de doelstellingen die destijds werden geformuleerd. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
De EU-rechter denkt in-the-box |
Auteurs | Rein Wesseling |
Auteursinformatie |
Artikel |
Tien jaar Verordening (EG) nr. 1/2003: een succesverhaal zonder meer?Enkele bedenkingen bij de decentralisatie van de handhaving door Verordening (EG) nr. 1/2003 |
Trefwoorden | Verordening (EG) nr. 1/2003, decentralisatie, evaluatie |
Auteurs | Laura Parret en Gerard van der Wal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Column |
Oproep aan de kansen- en keuzekampioen |
Auteurs | Martijn Snoep |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Schijn bedriegt of juist niet? De introductie van de ‘schijnzelfstandige’ en de cao-exceptieHvJ EU 4 december 2014, zaak C-413/13, FNV Kunsten Informatie en Media (KIEM)/Staat, ECLI:EU:C:2014:2411 |
Trefwoorden | reikwijdte Albany-exceptie, tariefafspraken voor zelfstandigen in cao, grenzen ondernemingsbegrip, artikel 101 VWEU, niet-economische belangen |
Auteurs | Paul Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
De beantwoording door het Hof van Justitie van de vraag of het FNV KIEM mededingingsrechtelijk vrijstaat om cao-afspraken ook voor zelfstandigen te maken, is door FNV KIEM met enig enthousiasme ontvangen; het Haagse Gerechtshof wiens vragen door het Hof van Justitie zijn beantwoord zal echter nog het nodige afwegingswerk moeten verzetten om tot een finale uitspraak te komen. Zeker nu het Hof van Justitie de belangrijkste vraag niet beantwoordt en ten aanzien van de vraag wanneer een zelfstandige een ‘onderneming’ in mededingingsrechtelijke zin is, de nodige onduidelijkheid laat bestaan. De kritische lijn die destijds door de NMa is ingezet staat vooralsnog fier overeind. |
Jurisprudentie |
Overheidsmaatregelen onder het mededingingsrecht: de norm van artikel 106 lid 1 jo. 102 VWEU verduidelijktHvJ EU 17 juli 2014, zaak C-553/12 P, Europese Commissie/Dimosia Epicheirisi Ilektrismou AE, n.n.g. |
Trefwoorden | geprivilegieerde rechten voor publieke onderneming, instandhouding, uitbreiding of versterking van machtspositie, noodzaak van daadwerkelijk misbruik door publieke onderneming voor inbreuk op artikel 106 lid 2 jo. 102 VWEU |
Auteurs | Steven Verschuur en Lotte van Aanholt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het arrest van het Hof van Justitie van 17 juli 2014 inzake Commissie/DEI. |
Jurisprudentie |
Wordt Houdini-act een toekomstig Alcatraz?Gerecht EU 10 oktober 2014, zaak T-68/09, Soliver/Commissie, ECLI:EU:T:2014:867 |
Trefwoorden | enkele voortdurende inbreuk, deelname, wilsovereenstemming, nietigheid |
Auteurs | Robin Struijlaart en Mahboebeh Alipour |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Gerecht vernietigt in deze uitspraak integraal het boetebesluit van de Commissie gericht aan Soliver, actief op de markt voor autoglas. Het Gerecht is van oordeel dat de Commissie onterecht heeft geconcludeerd dat Soliver, hoewel zij wel heeft deelgenomen aan enkele mededingingsverstorende gedragingen, heeft deelgenomen aan de enkele doorlopende inbreuk van het autoglaskartel. Daartoe dient (onder meer) sprake te zijn van wilsovereenstemming en een gezamenlijk plan. De algemene doelstellingen van het kartel dienen bekend te zijn bij alle karteldeelnemers. Ten aanzien van Soliver heeft de Commissie niet voldoende aangetoond dat zij met de karteldoelstellingen. bekend was. |