De Rechtbank Rotterdam heeft in april 2012 in twee zaken over de thuiszorgsector in ’t Gooi en in Kennemerland besluiten van de NMa wegens onvoldoende onderzoek en onvoldoende motivering vernietigd. Kort gezegd heeft de bestuursrechter geoordeeld dat de NMa deze twee zaken beter moet onderzoeken: de ontwikkeling van mededingingstheorieën is te veel Dichtung; ze moeten ook getoetst worden aan de concrete situaties. De NMa moet dus extra huiswerk doen en niet te veel verzinnen. De vraag is of dit haar gaat lukken. Of zal zij een terugtrekkende beweging moeten maken en indachtig de psychologen-zaak eerdere sanctiebesluiten herroepen en afzien van het opleggen van een boete? |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Transparantie versus clementie |
Auteurs | Mr. B.J. Drijber |
Auteursinformatie |
Artikel |
Dichtung und Wahrheit in de thuiszorg |
Trefwoorden | thuiszorg, Wahrheit, Dichtung, Nma, contextonderzoek |
Auteurs | Mr. P.V.F. Bos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De NMa staat voor de deur. Maar waar is haar rechterlijke machtiging?Tien jaar na Colas Est |
Trefwoorden | Colas Est, rechterlijke machtiging, EVRM, invallen, bedrijfsruimten |
Auteurs | Mr. M.M. Slotboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur zet in dit artikel uiteen waarom hij – mede in het licht van recente rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens – van mening blijft dat de Nederlandse wetgever het wettelijk kader zodanig moet aanpassen dat NMa-ambtenaren die de opdracht krijgen een bedrijfsruimte te betreden om overtredingen van de Mededingingswet op te sporen, te allen tijde beschikken over een vooraf gegeven rechterlijke machtiging. Net zoals dat sinds 2007 ook het geval is voor het betreden van privéwoningen. |
Artikel |
Leidinggevende bestrafte onderneming ervaart carrièreschadeCarrièreontwikkeling na inbreuk van artikel 6 Mw |
Trefwoorden | artikel 6 Mw, carrièreontwikkeling, leidinggevenden, carrièreschade, sector |
Auteurs | N.S.R. Rosenboom MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Leidinggevenden die werkzaam zijn geweest bij een onderneming die bestraft is voor een inbreuk van artikel 6 Mw ervaren een negatief effect op hun carrièreontwikkeling. Het negatieve effect neemt de vorm aan van een lagere kans op een leidinggevende functie na bekendwording van de inbreuk. Dit volgt uit een vergelijking met leidinggevenden van gelijksoortige maar niet-bestrafte ondernemingen. |
Column |
De geldwisselaars |
Auteurs | Prof. dr. M.P. Schinkel |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Bespreking arresten van het Gerecht van 2 februari 2012 in de zaken T-76/08, DuPont/Commissie en T-77/08, Dow/Commissie |
Trefwoorden | Dow, DuPont, Europese Commissie, chloropeenrubberkartel, joint venture |
Auteurs | Mr. E.H. Pijnacker Hordijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de arresten van het Gerecht van 2 februari 2012 in de zaken T-76/08, DuPont/Commissie en T-77/08, Dow/Commissie, gericht tegen de beschikking van de Commissie van 5 december 2007 inzake het Chloropreenrubberkartel, is met name de vraag aan de orde of een overtreding gepleegd door een concentratieve (full-function) joint venture kan worden toegerekend aan de beide ouders. Deze vraag is niet nieuw, maar was nog niet eerder aan de Unierechter voorgelegd. |
Jurisprudentie |
Het CBb als wetgever: de bestuurlijke lus toegepast bij de bestuurlijke boete |
Trefwoorden | bestuurlijke lus, bestuurlijke boete, Ne bis in idem-beginsel, tussenuitspraak, Noord-Holland Acht |
Auteurs | Mr. drs. T.N. Sanders |
SamenvattingAuteursinformatie |
In twee tussenuitspraken op 14 maart 2012 in de ‘Noord-Holland Acht’-kartelzaken heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) de ‘bestuurlijke lus’ toegepast bij de bestuurlijke boete. Het CBb doet dit om tot een spoedige beëindiging van het geschil te komen. Men kan zich echter afvragen of het CBb in het licht van de wetsgeschiedenis van de bestuurlijke lus en de bestuurlijke boete de juiste keuze heeft gemaakt door niet te volstaan met vernietiging ex artikel 8:72a Awb. |