In deze bijdrage wordt de in juli 2012 aangenomen wet besproken waarmee de aansprakelijkheid van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM) wordt beperkt tot kort gezegd opzet en grove schuld. De auteur gaat in op de uitleg van de begrippen opzet en grove schuld en onderzoekt hoe hoog de nieuwe lat voor aansprakelijkheid komt te liggen ten opzichte van de aanvankelijk geldende norm van een ‘behoorlijk en zorgvuldig handelende toezichthouder’. Ook wordt ingegaan op onder andere het causaliteitsvereiste, de omkeringsregel en enkele relevante ontwikkelingen op Europeesrechtelijk gebied. Geconcludeerd wordt dat DNB en AFM op grond van de nieuwe wettelijke regeling vrijwel immuun zijn gemaakt voor aansprakelijkheid. |
Maandblad voor Vermogensrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Wettelijke aansprakelijkheidsbeperking voor DNB en AFMHoe hoog komt de nieuwe lat te liggen? |
Trefwoorden | aansprakelijkheidsbeperking DNB en AFM, uitleg opzet en grove schuld |
Auteurs | Mr. S. Sahtie |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Ongerechtvaardigd verrijkt door fraude? Over winstbejag, goedgelovigheid en de mogelijkheid tot restitutie bij een piramidespelAnnotatie bij HR 28 oktober 2011, LJN BQ5986 (Van Hees q.q./N.N.) |
Trefwoorden | ongerechtvaardigde verrijking, derdenverrijking, goede zeden, Peeters/Gatzen-vordering, fraude |
Auteurs | Mr. B. Bierens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het hier besproken arrest betreft een specifiek facet van de afwikkeling van een beleggingsfraude. De curator van de failliete fraudeur poogt investeerders aan te spreken die hebben geprofiteerd van de frauduleuze praktijken. Biedt het vermogensrecht de mogelijkheid deze ‘veelontvangers’ met succes aan te spreken om daarmee het actief in de faillissementsboedel te vergroten ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers? |
Artikel |
Arbitraal beding in algemene voorwaarden niet per definitie onredelijk bezwarend in business-to-consumer verhoudingenDenk niet zwart, denk niet grijs, denk niet zwart-wit, maar in de kleur van ... de concrete omstandigheden van het geval |
Trefwoorden | arbitraal beding, arbitragebeding, onredelijk bezwarend, Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, zwarte lijst |
Auteurs | Mr. dr. E.-J. Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
De geldigheid van arbitrale bedingen in algemene voorwaarden die de consument de toegang tot de overheidsrechter ontzeggen, staat al geruime tijd ter discussie. Hoewel de regeling betreffende algemene voorwaarden in Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek reeds in 1992 is ingevoerd en de Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten vanaf 1993 is ingetreden, is er tot nu toe geen eenduidig antwoord mogelijk op de vraag of een arbitraal beding in business-to-consumer verhoudingen onredelijk bezwarend is. In deze bijdrage wordt aan de hand van HR 21 september 2012, LJN BW6135 (Van Marrum/de opdrachtgever) nader ingegaan op de vraag of een arbitraal beding in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is voor de consument. |
Artikel |
Banesto/Caldéron Camino – Unierechtelijke geboden en verboden bij toetsing aan Europees consumentenrecht |
Trefwoorden | ambtshalve toetsing, consumentenrecht, Unierecht, partiële nietigheid, conversie, betalingsbevelprocedure |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aan de hand van het arrest Banesto van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 14 juni 2012 nader ingegaan op de verplichtingen die vanuit het EU-recht rusten op nationale rechters bij toetsing aan Europees consumentenrecht. |