Op 4 juni 2009 heeft het HvJ EG twee arresten gewezen die van belang zijn voor de discussie over ambtshalve toepassing van gemeenschapsrecht. Onder andere naar aanleiding van deze arresten wordt in deze bijdrage onderzocht welke eisen het gemeenschapsrecht aan ons burgerlijk procesrecht stelt en in hoeverre ons burgerlijk procesrecht reeds aan die eisen voldoet. Aan de orde komt of de rechter verplicht is tot ambtshalve toepassing van art. 81 EG en de bepalingen van de Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Ten slotte wordt ingegaan op de vraag in hoeverre een dergelijke verplichting zich verdraagt met het stelsel van art. 24 en 25 Rv. |
Maandblad voor Vermogensrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Europees recht en het stelsel van art. 24 en 25 Rv |
Trefwoorden | ambtshalve toepassing, gemeenschapsrecht, Europees recht, openbare orde |
Auteurs | Mr. A.M. van Aerde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Een ‘coherente interpretatie’: uitleg van de EEX-Vo in het licht van het ExecutieverdragHvJ EG 14 mei 2009, C-180/06, Ilsinger, n.n.g. |
Trefwoorden | art 13 EEX-Verdrag, art. 15 EEX-Verordening, prijstoezegging/sweepstake, bevoegde rechter |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onder het EEX-Verdrag heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (Hof) zich al eens uitgesproken over de bevoegde rechter ten aanzien van sweepstakes (prijstoezeggingen). Het EEX-Verdrag is inmiddels opgevolgd door de EEX-Verordening en aangezien de verordening in haar formulering op bepaalde punten afwijkt van het verdrag was het de vraag in hoeverre de verdragsjurisprudentie onverkort van toepassing zou zijn op verordening. De prejudiciële vragen in onderhavig arrest geven het Hof de gelegenheid om zich uit te laten over de rol die het EEX-Verdrag nog speelt bij de uitleg van art. 15 van de EEX-Verordening. |
Artikel |
Vergoeding ter zake van verzorging en huishoudelijke hulp bij letsel en overlijden |
Trefwoorden | huishoudelijke hulp, verzorgingsactiviteiten, zorgbehoefte, overlijdensschade |
Auteurs | Prof. mr. S.D. Lindenbergh en I. van der Zalm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vergoeding van inspanningen ter zake van huishoudelijke arbeid of verzorgingsactiviteiten staat de laatste tijd op de agenda van de Hoge Raad. In 1999 (Losser/De Vries) liet de Hoge Raad zich voor het eerst uit over de vergoeding ter zake van verzorgingsactiviteiten. Inmiddels heeft de Hoge Raad, na de uitspraken in 2003 (Krüter-Van de Pol/Wilton Fijenoord), 2005 (Pruisken/Organice) en juli 2008 (Bakkum/Achmea), nog twee loten aan de stam toegevoegd. Die uitspraken staan hier centraal. |
Artikel |
Afgewezen: het beroep op verjaring van verbeurde dwangsommen |
Trefwoorden | dwangsommen, afstand verjaring, uitleg, vaststellingsovereenkomst |
Auteurs | Mr. M.M. Stolp en Mr. M.H.J. van Maanen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad wijst in deze zaak een beroep op verjaring van verbeurde dwangsommen af, nu dit recht impliciet zou zijn prijsgegeven in een vaststellingsovereenkomst. De consequenties van de uitspraak voor de rechtspraktijk achten schrijvers op diverse gronden minder gelukkig. |