In dit artikel wordt ingegaan op de vragen die kunnen rijzen indien door of tegen een personenvennootschap moet worden geprocedeerd. Aan de orde komen onder meer het aangaan van rechten en verplichtingen door de vennootschap, de aansprakelijkheid van individuele vennoten voor schulden van de vennootschap, het afgescheiden vermogen van de vennootschap, de procesbevoegdheid van de vennootschap en de mogelijkheden tot tenuitvoerlegging van een veroordelend vonnis op het vermogen van de vennootschap en het privévermogen van de vennoten. Hierbij wordt zowel aandacht besteed aan het huidige recht als aan de aankomende titel 7.13 BW. |
Maandblad voor Vermogensrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Procederen door en tegen personenvennootschappen |
Trefwoorden | personenvennootschappen, afgescheiden vermogen, aansprakelijkheid vennoten voor vennootschapsschulden, procesbevoegdheid, titel 7.13 BW |
Auteurs | Mr. K. Teuben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Mediation: de omvang van de getuigplicht van de mediator |
Trefwoorden | mediation, verschoningsrecht, geheimhouding, waarheidsplicht, bewijsovereenkomst |
Auteurs | Mr. I. Brand |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 april 2009 heeft de Hoge Raad een voor de mediationpraktijk belangrijk arrest gewezen door zich uit te spreken over de omvang van de getuigplicht van de mediator. In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de methoden die in de mediationpraktijk zijn ontwikkeld om het vertrouwelijke karakter van een mediation te beschermen. Vervolgens wordt het arrest van de Hoge Raad besproken, waarin deze zich uitlaat over de wijze waarop deze methoden moeten worden gehanteerd. Tot slot wordt ingegaan op de vraag wanneer het vertrouwelijke karakter van de mediation lijkt te kunnen worden doorbroken. |
Artikel |
De aansprakelijkheid van de werkgever voor personeelsactiviteiten en een verkenning van de grenzen van de aansprakelijkheid van de werkgever op grond van art. 7:611 BW |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, werkgeversaansprakelijkheid, art. 7:611 BW, bedrijfsuitje, goed werkgeverschap |
Auteurs | Mr. E.M. van Orsouw en Mr. A.E. Krispijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid was 2008 zonder twijfel het jaar van de aansprakelijkheid voor verkeersongevallen op grond van art. 7:611 BW. De verkeersongevallenjurisprudentie maakt niet duidelijk of en, zo ja, onder welke voorwaarden art. 7:611 BW ook in andere situaties tot een vergoedingsplicht zou kunnen leiden. In het te bespreken arrest van 17 april 2009 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over een ongeval tijdens een personeelsactiviteit. ‘Goed werkgeverschap’ blijkt niet alleen tot een verzekeringsplicht te kunnen leiden, maar ook tot een zorg- en preventieplicht. Het arrest geeft aanleiding voor een algemene verkenning van (de grenzen van) de rol van art. 7:611 BW. |
Artikel |
Schuldsanering: voorlopige voorzieningen in een bedreigende situatie |
Trefwoorden | voorlopige voorziening, schuldsaneringsregeling, bedreigende situatie, belangenafweging, verzoekschrift Wsnp |
Auteurs | Prof. mr. B. Wessels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bijdrage over het sedert 1 januari 2008 geldende art. 287b Fw, de mogelijkheid om voorafgaand aan de behandeling van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling de rechtbank te verzoeken een voorlopige voorziening te geven indien er sprake is van een ‘bedreigende situatie’. De schrijver geeft aandacht aan het doel van de voorlopige voorziening ex art. 287b Fw, de vraag wat onder een ‘bedreigende situatie’ moet worden verstaan, de behandeling van het verzoekschrift en de belangenafweging die door de rechter wordt gemaakt, alsmede de positie van de schuldeiser jegens wie een dergelijke voorziening wordt verkregen. |