Mvv_1574-5767_2024_034_005_covr
Rss

Maandblad voor Vermogensrecht

Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 11, 2009 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

Procederen door en tegen personenvennootschappen

Trefwoorden personenvennootschappen, afgescheiden vermogen, aansprakelijkheid vennoten voor vennootschapsschulden, procesbevoegdheid, titel 7.13 BW
Auteurs Mr. K. Teuben
SamenvattingAuteursinformatie

    In dit artikel wordt ingegaan op de vragen die kunnen rijzen indien door of tegen een personenvennootschap moet worden geprocedeerd. Aan de orde komen onder meer het aangaan van rechten en verplichtingen door de vennootschap, de aansprakelijkheid van individuele vennoten voor schulden van de vennootschap, het afgescheiden vermogen van de vennootschap, de procesbevoegdheid van de vennootschap en de mogelijkheden tot tenuitvoerlegging van een veroordelend vonnis op het vermogen van de vennootschap en het privévermogen van de vennoten. Hierbij wordt zowel aandacht besteed aan het huidige recht als aan de aankomende titel 7.13 BW.


Mr. K. Teuben
Mr. K. Teuben is advocaat bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn te Den Haag.
Artikel

Mediation: de omvang van de getuigplicht van de mediator

Trefwoorden mediation, verschoningsrecht, geheimhouding, waarheidsplicht, bewijsovereenkomst
Auteurs Mr. I. Brand
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 10 april 2009 heeft de Hoge Raad een voor de mediationpraktijk belangrijk arrest gewezen door zich uit te spreken over de omvang van de getuigplicht van de mediator. In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de methoden die in de mediationpraktijk zijn ontwikkeld om het vertrouwelijke karakter van een mediation te beschermen. Vervolgens wordt het arrest van de Hoge Raad besproken, waarin deze zich uitlaat over de wijze waarop deze methoden moeten worden gehanteerd. Tot slot wordt ingegaan op de vraag wanneer het vertrouwelijke karakter van de mediation lijkt te kunnen worden doorbroken.


Mr. I. Brand
Mr. I. Brand is werkzaam als rechter-in-opleiding bij de Rechtbank Den Haag.
Artikel

De aansprakelijkheid van de werkgever voor personeelsactiviteiten en een verkenning van de grenzen van de aansprakelijkheid van de werkgever op grond van art. 7:611 BW

Trefwoorden aansprakelijkheid, werkgeversaansprakelijkheid, art. 7:611 BW, bedrijfsuitje, goed werkgeverschap
Auteurs Mr. E.M. van Orsouw en Mr. A.E. Krispijn
SamenvattingAuteursinformatie

    Op het gebied van werkgeversaansprakelijkheid was 2008 zonder twijfel het jaar van de aansprakelijkheid voor verkeersongevallen op grond van art. 7:611 BW. De verkeersongevallenjurisprudentie maakt niet duidelijk of en, zo ja, onder welke voorwaarden art. 7:611 BW ook in andere situaties tot een vergoedingsplicht zou kunnen leiden. In het te bespreken arrest van 17 april 2009 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over een ongeval tijdens een personeelsactiviteit. ‘Goed werkgeverschap’ blijkt niet alleen tot een verzekeringsplicht te kunnen leiden, maar ook tot een zorg- en preventieplicht. Het arrest geeft aanleiding voor een algemene verkenning van (de grenzen van) de rol van art. 7:611 BW.


Mr. E.M. van Orsouw
Mr. E.M. van Orsouw is advocaat bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam.

Mr. A.E. Krispijn
Mr. A.E. Krispijn is advocaat bij Kennedy Van der Laan te Amsterdam.
Artikel

Schuldsanering: voorlopige voorzieningen in een bedreigende situatie

Trefwoorden voorlopige voorziening, schuldsaneringsregeling, bedreigende situatie, belangenafweging, verzoekschrift Wsnp
Auteurs Prof. mr. B. Wessels
SamenvattingAuteursinformatie

    Bijdrage over het sedert 1 januari 2008 geldende art. 287b Fw, de mogelijkheid om voorafgaand aan de behandeling van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling de rechtbank te verzoeken een voorlopige voorziening te geven indien er sprake is van een ‘bedreigende situatie’. De schrijver geeft aandacht aan het doel van de voorlopige voorziening ex art. 287b Fw, de vraag wat onder een ‘bedreigende situatie’ moet worden verstaan, de behandeling van het verzoekschrift en de belangenafweging die door de rechter wordt gemaakt, alsmede de positie van de schuldeiser jegens wie een dergelijke voorziening wordt verkregen.


Prof. mr. B. Wessels
Prof. mr. B. Wessels is hoogleraar internationaal insolventierecht aan de Universiteit Leiden.