Cjb_2211-3266_2023_012_001_totaal_original1024_1
Rss

Caribisch Juristenblad

Meer op het gebied van Algemeen

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 1, 2012 Alle samenvattingen uitklappen

    In eerste aanleg wordt zelden een voldoende gemotiveerd verweer gevoerd tegen een gevorderde uitvoerbaarverklaring bij voorraad, die dan ook meestal wordt toegewezen. Een vervolgens ingezette executie van dat eerste aanlegvonnis kan worden geschorst indien hoger beroep is ingesteld. Dit artikel geeft een overzicht van de historische achtergronden van deze schorsing en een overzicht van de jurisprudentie ter zake een gevorderde schorsing. Bij de beantwoording van de vraag of een dergelijke schorsing van de executie wordt gegeven, vindt een belangenafweging plaats, waarbij het belangrijk is dat sprake is van een nieuw feit.


Mr. J.R. Sijmonsma
Mr. J.R. Sijmonsma is lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Artikel

Papaja’s met peren vergelijken

Hoe de Nederlandse wetgever onderscheid maakt tussen Caribisch en Europees Nederland aan de hand van artikel 1 lid 2 Statuut

Trefwoorden BES-eilanden, wetgever, differentiatiebepaling, gelijkheid, sociaaleconomisch
Auteurs D.J. Misiedjan en H. Palm
SamenvattingAuteursinformatie

    De Nederlandse wetgever maakt inconsistent gebruik van de differentiatiemogelijkheid geboden door artikel 1 lid 2 Statuut. Factoren zoals de economische en sociale omstandigheden op de BES-eilanden rechtvaardigen verschil in wetgeving tussen Europees en Caribisch Nederland. Echter, de Nederlandse wetgever maakt alleen gebruik van de differentiatiebepaling wanneer het gaat om sociaaleconomische kwesties als de hoogte van uitkeringen en de AOW, maar niet ten aanzien van ethische kwesties als abortus, euthanasie en homohuwelijk. Dit is in strijd met constitutionele normen.


D.J. Misiedjan
D.J. Misiedjan is masterstudent Legal Research aan de Universiteit Utrecht.

H. Palm
H. Palm is masterstudent Legal Research aan de Universiteit Utrecht.
Artikel

Grondige wijzigingen in de Curaçaose omzetbelasting

Trefwoorden Landsverordening belastingvoorzieningen 2011, Omzetbelasting, Ondernemersbegrip, Plaats van dienst, Verleggingsregeling
Auteurs Mr. J.J. Gankema
SamenvattingAuteursinformatie

    Op 1 januari 2012 is de ‘Landsverordening belastingvoorzieningen 2011’ in werking getreden. Deze Landsverordening omvat onder meer enkele grondige wijzigingen op de Landsverordening omzetbelasting 1999. Deze wijzigingen betreffen het ondernemersbegrip, de plaats van dienst, de verleggingsregeling, enkele vrijstellingen, het tarief alsmede het aangiftetijdvak voor de omzetbelasting. De wetswijzigingen vloeien voort uit de plannen van de regering om een verschuiving van de belastingdruk te realiseren van directe belastingen (zoals de winst- en de inkomstenbelasting) naar indirecte belastingen (omzetbelasting). De achterliggende gedachte hierbij is dat deze verschuiving de concurrentiepositie van Curaçao moet versterken, zowel ten opzichte van de landen binnen het Koninkrijk als de landen in de regio.


Mr. J.J. Gankema
Mr. J.J. Gankema is zelfstandig belastingadviseur, geassocieerd met Bokkes Fontein Advocaten en BDO Tax. Voorheen werkzaam als adjunct-implementatiedirecteur fiscale zaken bij de Directie Fiscale Zaken te Curaçao en uit dien hoofde betrokken bij de totstandkoming en de invoering van de Landsverordening belastingvoorzieningen 2011.
Artikel

De nummering in de algemene wetboeken

Trefwoorden concordantiebeginsel, artikelnummering
Auteurs Mr. J. de Boer
SamenvattingAuteursinformatie

    Bepleit wordt dat als, met inachtneming van het concordantiebeginsel, binnen het Koninkrijk een land wetgeving overneemt van een ander land dezelfde nummering wordt aangehouden. Zulks verhoogt, door betere toegankelijkheid van literatuur en rechtspraak, het peil van de rechtsbeoefening.


Mr. J. de Boer
Mr. J. de Boer is lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Saba en Sint Eustatius en van het Constitutioneel Hof van Sint Maarten.

Mr. M.F. Murray
Mr. M.F. Murray is advocaat/vennoot bij SMS Attorneys at Law en lid van de redactie van het Caribisch Juristenblad.

Mr. K. Frielink
Mr. K. Frielink is advocaat en partner bij Spigthoff Advocaten & Belastingadviseurs.

Mr. P.E. de Kort
Mr. P.E. de Kort is lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Prof. mr. L.J.J. Rogier
Prof. mr. L.J.J. rogier is als hoogleraar Staats- en Bestuursrecht verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en als bijzonder hoogleraar Staats- en Bestuursrecht verbonden aan de Universiteit van Curaçao.
Jurisprudentie

De Hoge Raad in civiele zaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk

Auteurs Dr. H.J. van Kooten en dr. G.C.C. Lewin
Auteursinformatie

Dr. H.J. van Kooten
Dr. H.J. van Kooten is lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

dr. G.C.C. Lewin
Dr. G.C.C. Lewin is raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam.