Het is een feit van algemene bekendheid dat het bijzondere strafrecht zich kenmerkt door deels complexe, technische en van het commune strafrecht afwijkende wet- en regelgeving, en mede daardoor een zekere mate van specialistische kennis van de beoefenaar verwacht. Toch blijken in het bijzondere strafrecht met enige regelmaat feiten van algemene bekendheid voor te komen. Dit wekt nieuwsgierigheid naar wat dan wel die feiten zijn. De wet zwijgt. |
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Het is van algemene bekendheid! |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers |
Samenvatting |
Artikelen |
De ondersteuning en advisering van BING bij de toepassing van de Wet Bibob |
Auteurs | mr. drs. B. van der Vorm |
Samenvatting |
In deze bijdrage staat de vraag centraal of Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) gelegitimeerd is om te adviseren over de mate van gevaar, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet Bibob en zo ja, welke zorgvuldigheidseisen op dit advies van toepassing zijn. Om deze vraag te beantwoorden wordt allereerst de algemene werkwijze van BING besproken. Ten tweede wordt het eigen Bibob-onderzoek van het bestuursorgaan aan een analyse onderworpen. Ten derde wordt een analyse verricht naar de toepasselijkheid van de zorgvuldigheidseisen, die voortvloeien uit artikel 3:9 Awb, op het onderzoek en het advies van BING. Er wordt geëindigd met een conclusie. |
Artikelen |
Het wetsvoorstel Huis voor klokkenluidersEen praktijkgerichte bespreking |
Auteurs | mr. M. Verveld-Suijkerbuijk |
Samenvatting |
Op 9 april 2015 zonden de initiatiefnemers van het wetsvoorstel Huis voor klokkenluiders een aanpassing van een eerder dit jaar uitgebrachte novelle aan de Tweede Kamer. Met dit aangepaste wetsvoorstel komen zij tegemoet aan het advies dat de Raad van State uitbracht naar aanleiding van de novelle. Het doel van het wetsvoorstel is tweeledig: het dient de rechtsbescherming van klokkenluiders en draagt bij aan de oplossing van maatschappelijke misstanden. Dit overzichtsartikel bespreekt op praktijkgerichte wijze de inhoud van het wetsvoorstel. |
Artikelen |
Verhullen van de herkomst bij witwassenEen stand van zaken en handvatten voor de praktijk |
Auteurs | mr. W.H. Hulst en mr. S. Visser |
Samenvatting |
Witwassen is in het Wetboek van Strafrecht in art. 420bis lid 1 sub b strafbaar gesteld. Naar de tekst van de wet is het enkele voorhanden hebben van een goed uit eigen misdrijf voldoende voor een witwasveroordeling. De Hoge Raad ontwikkelde daarop wat in de dogmatiek de kwalificatieuitsluitingsgrond wordt genoemd. Dit artikel geeft een juridisch kader waarin wordt uitgelegd wat deze kwalificatieuitsluitingsgrond inhoudt, hoe de rechterlijke macht deze kwalificatieuitsluitingsgrond heeft toegepast in de praktijk, hoe deze kwalificatieuitsluitingsgrond zich verhoudt tot het begrip herkomst genoemd in sub a van art. 420bis lid 1 en tot slot worden enkele handvatten voor de praktijk (opsporing, vervolging, rechterlijk oordeel en verdediging) geboden. |
Artikelen |
De reikwijdte van government instrumentality onder de FCPA |
Auteurs | mr. A. Verbruggen en mr. T. van Roomen |
Samenvatting |
In de Amerikaanse Foreign Corrupt Practices Act 1977 (‘FCPA’) is een verbod opgenomen om betalingen te doen aan buitenlandse ambtenaren (‘foreign officials’) teneinde zakelijke transacties te verkrijgen of te behouden. Rechtspraak over de (reikwijdte van de) FCPA is schaars. U.S. v. Esquenazi is de eerste zaak waarin een Amerikaanse rechter een definitie van en enkele beoordelingsfactoren voor het begrip instrumentality heeft gegeven. Deze uitspraak heeft mogelijk (ook) gevolgen voor een groot aantal Nederlandse bedrijven. In de onderhavige bijdrage zullen wij dit nader toelichten. Alvorens we ingaan op de zaak U.S. v. Esquenazi, wordt aandacht besteed aan de (extraterritoriale) reikwijdte van de FCPA. In de daaropvolgende paragraaf volgt een uiteenzetting van de achtergrond van het begrip instrumentality onder de FCPA. Daarna worden de feiten en het juridisch kader van U.S. v. Esquenazi behandeld. We sluiten af met een analyse van de uitspraak en de (mogelijke) implicaties voor Nederlandse bedrijven. |
Jurisprudentie |
HR 3 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:434 (Alcoholslotprogramma) |
Auteurs | prof. mr. J.H. Crijns |
Samenvatting |
Met de onderhavige uitspraak bracht de Hoge Raad het alcoholslot (voluit: het alcoholslotprogramma) een gevoelige klap toe door – in navolging van het oordeel van het Hof Den Haag van 22 september 2014 en overeenkomstig de conclusie van AG Harteveld – te bepalen dat een strafrechtelijke vervolging wegens rijden onder invloed onverenigbaar is met het opleggen van dit programma. |
Jurisprudentie |
HR 7 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:899 |
Auteurs | mr. J.L. Baar |
Samenvatting |
1. Klaagster verzocht opheffing van zowel het conservatoir als het klassiek beslag op een woning. Door klaagster was eerder aan de officier van justitie verzocht om het beslag op te heffen zodat de woning kon worden verkocht. Met de notaris zou kunnen worden overeen gekomen dat de volledige koopsom van de woning naar het BOOM dient te worden overgemaakt, zodat er voor het OM geen risico zou zijn. Het OM wees dit verzoek echter van de hand. |