Overeenkomsten tussen landbouwproducenten en besluiten van landbouwverenigingen en -organisaties hebben een bijzonder statuut onder het EU-mededingingsrecht. In de gemeenschappelijke marktordening wordt bepaald dat het mededingingsrecht op bepaalde soorten overeenkomsten en besluiten in de landbouw niet van toepassing is. De betreffende artikelen zijn echter niet duidelijk. Het Hof van Justitie heeft in een arrest van 14 november 2017 duidelijkheid geschapen. Besluiten van producentenorganisaties die noodzakelijk zijn ter uitvoering van hun bij wettelijke bepaling opgedragen taken zijn van het kartelverbod uitgesloten. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Mededinging |
Landbouwkartels en het mededingingsrecht: een nadere verduidelijking door het Hof van Justitie |
Trefwoorden | gemeenschappelijke marktordening, producentenorganisaties, mededingingsbeperkingen, mededingingsvrije ruimte, prijskartels |
Auteurs | Mr. T.P.J.N. van Rijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Overheidsaanbestedingen |
Geen vereenzelviging van moeder- en dochtermaatschappij ten aanzien van aanbestedingsplicht |
Trefwoorden | aanbestedende dienst, publiekrechtelijke instelling, (quasi-)inbesteden |
Auteurs | Mr. E.E. Zeelenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
De zaak heeft betrekking op een dochtermaatschappij van de Litouwse (staats)Spoorwegen. Deze dochtermaatschappij draait 90 procent van haar omzet op opdrachten van de Litouwse Spoorwegen. De vraag rijst of deze dochtermaatschappij een aanbestedende dienst is. Het Hof van Justitie oordeelt dat daartoe moet worden getoetst aan de criteria voor kwalificatie als publiekrechtelijke instelling. De advocaat-generaal was overigens een andere mening toegedaan. |
Vrij verkeer |
Uber: online dienst of vervoersbedrijf?Europese grenzen aan regulering van online platforms |
Trefwoorden | Vervoersdienst, Uber, Richtlijn Elektronische handel 2000/31/EG, Dienstenrichtlijn 2006/123/EG, regulering |
Auteurs | Mr. dr. M.R. Botman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In arrest Asociación Professional Elite Taxi/Uber Systems Spain geeft het Hof van Justitie antwoord op de vraag of Uber moet worden gekwalificeerd als online dienst of vervoersbedrijf. Hiermee is ook duidelijk aan welke Europese regels nationale regulering van het online Uberplatform is onderworpen. In deze bijdrage wordt het arrest geanalyseerd en wordt bezien welke gevolgen het arrest heeft voor Nederland. Welke betekenis heeft het arrest voor de regulering van andere online platforms? |
Vrij verkeer |
De (finale) verordening op het verbod op geoblocking en andere vormen van geodiscriminatieEen game changer voor online handel binnen de EU? |
Trefwoorden | geoblocking, geodiscriminatie, mededinging, Verordening (EU) 2018/302, digital single market |
Auteurs | Mr. drs. D.P. Kuipers en Mr. M.A.M.L. van de Sanden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 2 maart 2018 is de verordening gepubliceerd waarin geoblocking en andere vormen van discriminatie op grond van nationaliteit, woon- of vestigingsplaats worden verboden. Deze verboden moeten, net als de andere voorstellen die onderdeel uitmaken van de Digital Single Market-strategie, ertoe leiden dat klanten betere toegang krijgen tot goederen en diensten op de interne markt. Dit zou op haar beurt grensoverschrijdende verkoop moeten stimuleren. De verordening is van toepassing met ingang van 3 december 2018. Over de aanleiding voor en de inhoud van het voorstel tot de verordening schreven wij reeds in dit tijdschrift. In dit artikel wordt kort ingegaan op de finale tekst van de verbodsbepalingen. Ook worden de wijzigingen ten opzichte van het op 25 mei 2016 door de Europese Commissie gepresenteerde – en eerder in dit tijdschrift besproken – voorstel belicht. |
Consumenten |
De nieuwe CPC-Verordening: gij zult consumentenbescherming handhaven! |
Trefwoorden | consumentenbescherming, harmonisering, procedurele autonomie, handhavingsbevoegdheden |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt de nieuwe Verordening (EU) 2017/2394, die in januari 2020 in werking zal treden. Deze verordening versterkt de procedurele mogelijkheden voor de nationale autoriteiten belast met de handhaving van allerlei Unierechtelijke regels op het gebied van consumentenbescherming. De verordening doet dit met name door hun additionele (minimum)onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden te verlenen en daarnaast door de mechanismen voor onderlinge samenwerking en coördinatie van handhaving tussen de lidstaten te versterken. Tevens eigent de Europese Commissie, die in dit rechtsdomein zelf niet kan handhaven, zichzelf een meer prominente coördinerende en faciliterende rol toe. Het is af te wachten of de nieuwe verordening inderdaad de beoogde impuls geeft aan de handhaving van (grensoverschrijdende) inbreuken op het gebied van consumentenbescherming. |
Mededinging |
Gasorba: ‘stating the obvious’ over parallelle handhaving |
Trefwoorden | mededinging, Verordening (EG) nr. 1/2003, toezeggingsbesluit, kartelschadeclaims |
Auteurs | Mr. B. Nijhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie oordeelt dat een toezeggingsbesluit ex artikel 9 lid 1 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Europese Commissie in beginsel niet in de weg staat aan handhaving van Europees mededingingsrecht door nationale rechters en mededingingsautoriteiten ten aanzien van dezelfde feiten waar een toezegginsbesluit op ziet. |
Staatssteun |
Market economy operator: de economische ratio van een crediteurenakkoord is bepalend |
Trefwoorden | staatssteun, criterium van de marktdeelnemer in een markteconomie, insolventie, crediteurenakkoord, onderzoekverplichtingen van de Europese Commissie |
Auteurs | Mr. D. Ninck Blok en Mr. G. Van der Wal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie en het Gerecht hebben in hun arresten in de langlopende zaak Frucona Košice voor de toepasselijkheid en toepassing door de Commissie van het beginsel van de marktdeelnemer in een markteconomie (‘market economy operator’ (MEOP)) duidelijke regels vastgesteld. Het arrest Frucona Košice zet de lijn van eerdere jurisprudentie verder door een objectieve economische toets van de transactie bij de beoordeling van het voordeelcriterium centraal te stellen. De subjectieve gedragingen of bewustheid van de overheidsinstanties zijn daarbij ondergeschikt. |
Vrij verkeer |
Herziening van de Detacheringsrichtlijn: over (on)gelijke beloning en de ‘harde kern-plus’ bij langdurige detacheringen |
Trefwoorden | Detacheringsrichtlijn, herziening, gelijke beloning, langdurige detachering, harde kern-plus |
Auteurs | Mr. dr. M. Kullmann |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage gaat na hoe door de voorgestelde herziening van de Detacheringsrichtlijn het evenwicht tussen het bevorderen van het vrije dienstenverkeer en het beschermen van gedetacheerde werknemers eruit zal zien. Ingegaan wordt op een tweetal wijzingen: langdurige detacheringen en de toepassing van een ‘harde kern-plus’ alsmede duidelijkheid en toepassing van beloning en andere arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden. |