Het Hof van Justitie heeft in zijn arrest Sopora geoordeeld dat een verschillende behandeling van twee buitenlanders discriminatoir kan zijn. Daarmee heeft het Hof van Justitie effectief een verdragsrechtelijke verplichting tot meestbegunstiging geschapen. De reikwijdte van deze verplichting is echter onzeker wanneer deze wordt bezien in het licht van ’s Hofs eerder gewezen jurisprudentie in directe belastingzaken. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Hof van Justitie erkent meestbegunstigingsverplichting in het EU-recht: de zaak Sopora |
Trefwoorden | meestbegunstiging, non-discriminatie, vrij verkeer van werknemers, 30 procent-regeling, fiscale belemmering |
Auteurs | Dr. M.G.H. Schaper en Mr. H. Niesten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Een Amerikaanse dienstweigeraar in Europa |
Trefwoorden | Definitierichtlijn, dienstweigering, vluchtelingendefinitie, asielrecht, Europees recht |
Auteurs | Mr. dr. M. den Heijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de orde is de vraag of een Amerikaanse dienstweigeraar recht op asiel in Duitsland heeft. Hij wenst niet deel te nemen aan oorlogsmisdrijven die volgens hem door Amerikaanse troepen in Irak worden gepleegd. De verwijzende rechter wil weten of de Duitse autoriteiten een oordeel moeten vellen over mogelijke Amerikaanse schendingen van het oorlogsrecht in Irak. Het Hof van Justitie antwoordt dat het Europese asielrecht (de Definitierichtlijn) inderdaad kan verplichten tot een dergelijk onderzoek. Maar het lijkt onwaarschijnlijk dat de Duitse rechter dat onderzoek moet verrichten, nu de dienstweigeraar eerdere mogelijkheden om uit het Amerikaanse leger te treden onbenut heeft gelaten. Bovendien is een voorwaarde voor asielverlening dat de Verenigde Staten niet effectief optreden tegen oorlogsmisdrijven. |
Artikel |
Objectieve vergelijkbaarheid bij belastingvoordelen voor cultureel erfgoed: bouwt het Hof van Justitie luchtkastelen? |
Trefwoorden | directe belastingen, vrij verkeer, objectieve vergelijkbaarheid, rechtvaardigingsgronden, cultureel erfgoed |
Auteurs | Mr. P.S. Phoa |
SamenvattingAuteursinformatie |
De centrale vraag in deze twee prejudiciële verwijzingen was of belanghebbenden, eigenaren van respectievelijk een kasteel in België en een landgoed in het Verenigd Koninkrijk, gebruik konden maken van Nederlandse belastingvoordelen voor het behoud van nationaal cultureel en natuurlijk erfgoed. De Nederlandse belastingautoriteiten meenden van niet, waarna in beroep de vraag is of dit een beperking vormt van het vrij verkeer van X en Q (de vrijheid van vestiging, respectievelijk het vrije kapitaalverkeer). Het Hof van Justitie was van oordeel dat geen sprake was van een ongeoorloofde inbreuk op het vrij verkeer, aangezien de situaties van X en Q niet objectief vergelijkbaar zijn met die van een ingezetene die een monument dan wel een landgoed in Nederland bezit. |
Artikel |
Prioritering en rechtsbescherming in het mededingingsrecht: de zaak easyJet |
Trefwoorden | Artikel 13 Verordening (EG) nr. 1/2003, prioriteringsbesluit, afwijzen klacht, rechtsbescherming, rechtswaarborgen |
Auteurs | Mr. P.B. Gaasbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest easyJet is de vraag aan de orde of en wanneer de Europese Commissie een zaak kan afwijzen omdat een nationale mededingingsautoriteit een prioriteringsbesluit heeft genomen. De uitspraak past in de lijn van arresten over Verordening (EG) nr. 1/2003 waarin veel ruimte wordt geboden aan de nationale autoriteiten en de Commissie om een doeltreffend decentraal stelsel voor toepassing van de mededingingsregels te garanderen. De vraag is of deze ruimte niet het onwenselijke gevolg heeft dat een klacht nergens daadwerkelijk wordt behandeld. |
Artikel |
Cameratoezicht in het publieke domein: may little brother watch you? |
Trefwoorden | Cameratoezicht, privacy, gegevensbescherming, openbare ruimte, gerechtvaardigde belangen |
Auteurs | Mr. H. Kranenborg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie oordeelt dat het private gebruik van een beveiligingscamera die is bevestigd aan het woonhuis en uitziet op de voordeur, een gedeelte van de openbare weg en de voordeur van de overburen, binnen de reikwijdte van de Richtlijn gegevensbescherming valt. Het doel van het gebruik van een dergelijke camera, namelijk de bescherming van de eigendom, de gezondheid en het leven van de eigenaars van het huis, zou de gegevensverwerking eventueel kunnen rechtvaardigen. |