Op 14 maart 2014 is de nieuwe Tabaksrichtlijn 2014/40/EU (hierna: de Richtlijn) vastgesteld. De nieuwe Tabaksrichtlijn brengt een ingrijpende wijziging op het gebied van de productie en distributie van tabaksproducten met zich mee. Op 20 mei 2016 moet de Richtlijn in de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd. In deze bijdrage worden de belangrijkste kenmerken van de Richtlijn besproken en wordt kort ingegaan op de gevolgen voor de Nederlandse rechtsorde. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Herziening TabaksrichtlijnOver de nieuwe Tabaksrichtlijn en de implicaties voor de Nederlandse rechtsorde |
Trefwoorden | interne markt, volksgezondheid, harmonisatie, Richtlijn 2014/40/EU, intellectueel eigendom |
Auteurs | Mr. R.A. Fröger en Mr. K. de Weers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het ING-arrest: over de toepasselijkheid van het ‘Market Economy Investor Principle’ |
Trefwoorden | staatssteun aan financiële instellingen, wijziging van een bestaande steunmaatregel, criterium van de particuliere investeerder, compenserende maatregelen |
Auteurs | Mr. drs. R. E. van Lambalgen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Commissie moet het criterium van de particuliere investeerder ook toepassen op de wijziging van een bestaande steunmaatregel. Tot deze conclusie kwam het Hof van Justitie in het arrest van 3 april 2014 in de zaak C-224/12 P (ING). Daarmee heeft het Hof van Justitie een belangrijke verduidelijking gegeven omtrent de toepasselijkheid van het criterium van de particuliere investeerder. |
Artikel |
Bevoegdheid van het Hof van Justitie: de ene interne situatie is de andere niet |
Trefwoorden | verhuur van motorvoertuigen met chauffeur, voorwaarden vergunning, zuiver interne situatie, bevoegdheid Hof van Justitie |
Auteurs | Mr. Klaas Sevinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze arresten acht het Hof van Justitie zich niet bevoegd om vragen van de verwijzende rechter over de uitlegging van artikel 49 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie te beantwoorden omdat het hoofdgeding een zuiver interne situatie betreft. De ene interne situatie is echter de andere niet: het Hof van Justitie blijkt zich niet in alle gevallen onbevoegd te verklaren om vragen te beantwoorden in interne situaties. |
Artikel |
Een autonome en uniforme uitleg van opzet binnen de Europese Unie. Een commentaar bij HvJ EU 27 februari 2014, zaak C-396/12 |
Trefwoorden | gemeenschappelijk landbouwbeleid, betekenis opzettelijke niet-naleving, toerekening van verwijtbaar gedrag aan derden |
Auteurs | Mr. dr. J.M. ten Voorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 27 februari 2014, zaak C-396/12, heeft het Hof van Justitie uitleg gegeven over de betekenis en de ondergrens van het bestanddeel ‘opzettelijke niet-naleving’ in Verordening 2005/1698/EG en aangegeven hoe toerekening van verwijtbaar gedrag door ondergeschikten in het kader van deze verordening dient plaats te vinden. In deze bijdrage worden de centrale overwegingen van het arrest geanalyseerd. |