In de zaak Regione Sardegna krijgt de grote kamer van het Hof van Justitie EU een precaire keuze voor convergentie voor de kiezen. Te weten de keuze tussen enerzijds het beperkte discriminatieverbod dat geldt bij belastingen (op goederen) en anderzijds het ruime beperkingsverbod dat geldt bij diensten. In casu wordt namelijk door Sardinië een ecotaks geheven over bepaalde diensten, waarbij een onderscheid wordt gemaakt naargelang de fiscale woonplaats van de dienstverrichter. Het Hof concludeert nu dat – alhoewel de ecotaks geldt zonder onderscheid – hierdoor de dienstverrichting door niet-ingezetenen duurder wordt dan door wel ingezetenen. Met andere woorden, deze extra kosten maken het verrichten van grensoverschrijdende diensten minder aantrekkelijk. Het gevolg van deze convergentiekeuze is dat vanaf nu bij belastingen over diensten het verbod eerder zal zijn geschonden dan bij belastingen op goederen. Mijns inziens heeft dit te gelden bij zowel directe als indirecte belastingen over diensten. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Jurisprudentie |
Sardische ecotaks vormt een obstakel voor het vrije dienstenverkeer |
Trefwoorden | (in)directe belastingen, discriminatieverbod, beperkingsverbod, (dis)convergentie |
Auteurs | Mr. M.F.G. Wools |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Snel helderheid van het Hof over de bewaring: het arrest Kadzoev |
Trefwoorden | Kadzoev, bewaring illegaal verblijvende derdelanders, opvangrichtlijn, procedurerichtlijn asiel, terugkeerrichtlijn |
Auteurs | Mr. A. Pahladsingh |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 30 november 2009 heeft het Hof van Justitie met toepassing van de prejudiciële spoedprocedure (PPU) zich voor de eerste keer uitgelaten over de toepassing van de bewaring bij illegaal verblijvende derdelanders op het grondgebied van de lidstaten. Opmerkelijk hierbij is dat de implementatietermijn van de terugkeerrichtlijn (Richtlijn 2008/115/EG) nog niet was verstreken op het moment van dit arrest. Het Hof heeft de maximumtermijn van de bewaring ten aanzien van een illegaal verblijvende derdelander verduidelijkt door te overwegen dat deze maximaal zes maanden mag duren en dat deze slechts in beperkte mate en ten hoogste met nog eens twaalf maanden mag worden verlengd. De bewaring van een asielzoeker valt volgens het Hof niet onder het toepassingsbereik van Richtlijn 2008/115/EG, maar onder de reikwijdte van de opvangrichtlijn en de procedurerichtlijn asiel. Ook is van belang dat de bewaring moet zijn gericht op verwijdering van de persoon en niet mag worden opgelegd enkel als maatregel in het kader van de openbare orde of openbare veiligheid. |
Artikel |
Het toerekeningsleerstuk: de balans opgemaakt |
Trefwoorden | AKZO Nobel, ELF Acquitaine, Arkema, toerekening aan moederondernemingen, toerekeningsleerstuk |
Auteurs | Mr. I.W. VerLoren van Themaat en Mr. M.C. van Heezik |
SamenvattingAuteursinformatie |
De recente arresten Akzo Nobel, Elf Acquitaine en Arkema nodigen uit de balans op te maken van het toerekeningsleerstuk. Twee vragen staan daarbij centraal: de aansprakelijkheid van moederondernemingen voor de gedragingen van hun dochters en de toerekening in gevallen van juridische of economische opvolging van de inbreukmakende ondernemingen. |
Jurisprudentie |
Staatssteun voor onbetaald O&O&I-werk |
Trefwoorden | Kaderregeling O&O&I-steun, O&O&I-steunregeling, fictieve kosten |
Auteurs | Mr. T. Bruyninckx |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Kaderregeling O&O&I-steun voorziet in punt 5.1.4 in een reeks van kosten die in aanmerking komen voor het kwalificeren als geoorloofde staatssteun. Uit een eerste lezing van voornoemd punt blijkt dat enkel daadwerkelijk gemaakte kosten hiervoor in aanmerking komen. In het kader van een staatssteunonderzoek van een O&O&I-steunregeling zag de Toezichthoudende Autoriteit zich evenwel geconfronteerd met de vraag of ook fictieve kosten als gevolg van onbetaald O&O&I-werk voor steunverlening in aanmerking komen onder voornoemde kaderregeling. |
Artikel |
Het EVRM en de Europese Unie: van Bosphorus naar Lissabon |
Trefwoorden | Verdrag van Lissabon, Gelijkwaardigheidsvermoeden, Dublin II, Handvest van de grondrechten |
Auteurs | Prof. dr. J. Callewaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Verdrag van Lissabon is op 1 december 2009 in werking getreden. De grondrechten nemen er een plaats in die ongeëvenaard is in de geschiedenis van de Europese Unie (EU). Met het Verdrag krijgt immers het Handvest van de grondrechten primairrechtelijke waarde en krijgt de EU de opdracht om tot het EVRM toe te treden. Bovendien worden de bevoegdheden van het Hof van Justitie (Hof) in aanzienlijke mate uitgebreid in domeinen die, zoals de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, voor de grondrechten van bijzonder belang zijn. |
Agenda |
Agenda |
Samenvatting |
In Agenda worden lezingen, conferenties en andere evenementen aangekondigd. |