Sinds het begin van de kredietcrisis in 2007 staat het toezicht op de financiële sector volop in de belangstelling. In september 2009 presenteerde de Europese Commissie haar voorstellen voor een stelselwijziging. Deze behelzen het opzetten van een ESRB (European Systemic Risk Board) voor het macroprudentieel toezicht en een netwerk voor de microprudentiële aspecten, genaamd ESFS (European System of Financial Supervisors). Drie nieuwe sectorale toezichthouders zullen de piéce de resistance van het ESFS vormen. De voorstellen zijn politiek controversieel en zullen in 2010 voor het nodige Europese interinstitutionele vuurwerk zorgen. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Zelfrijzend Europees bakmeel: de voorstellen voor een nieuw toezicht op de financiële sector |
Trefwoorden | toezicht, banken, verzekeringsmaatschappijen, effectenhandel, financiële sector |
Auteurs | Mr. J.C. van Haersolte en mr. H. van Meerten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
Een woningcorporatie over de grens: het arrest Sint Servatius |
Trefwoorden | Vrij verkeer van kapitaal, Rechtvaardigingsgronden, Volkshuisvestingsbeleid, Diensten van algemeen economisch belang, Beperkingen |
Auteurs | Mr. E. Oude Elferink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (thans: Hof van Justitie van de Europese Unie) heeft op 1 oktober 2009 geantwoord op prejudiciële vragen van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State in een geschil tussen de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en Woningstichting Sint Servatius uit Maastricht over een vastgoedproject van Servatius in Luik. De vragen betroffen het vrij verkeer van kapitaal, en in het bijzonder de mogelijkheid voor een lidstaat om ter rechtvaardiging van een beperking daarvan een beroep te doen op artikel 86 lid 2 EG-Verdrag (thans: art.106 lid 2 VWEU). Het arrest van het Hof is interessant, hoewel – of juist omdat – het zich over dat laatste punt niet uitlaat. |
Artikel |
Herziening economische regulering goederenvervoer over de weg: het vrachtverkeer in zijn achteruit |
Trefwoorden | beroep van vervoerder, toegang tot vervoersmarkt, goederenvervoer, Wet Wegvervoer Goederen |
Auteurs | Mr. K. Sevinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Medio november 2009 is een tweetal verordeningen vastgesteld over respectievelijk de toegang tot het beroep van vervoerder en over de toegang tot de vervoersmarkt voor goederen over de weg. Met deze verordeningen is een modernisering van de regels over het goederenvervoer over de weg doorgevoerd die erop is gericht om ‘de regels te harmoniseren, de efficiëntie te verbeteren en een eerlijkere concurrentie te waarborgen’. Een overzicht van de doorgevoerde vernieuwingen leidt tot de vaststelling dat met deze verdere harmonisering niet beoogd is om meteen ook de liberalisering van de markt van het goederenvervoer over de weg te voltooien. |
Jurisprudentie |
Archer Daniels Midland: Punten van bezwaar en rechten van de verdediging |
Trefwoorden | rechten van de verdediging, punten van bezwaar, hoorplicht, bewijs, hoger beroep, afdoening |
Auteurs | Mr. E. Belhadj en mr. C.T. Dekker |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de uitspraak van 9 juli 2009 in de zaak Archer Daniels Midland spreekt het Hof van Justitie zich onder meer uit over de eisen die aan ‘mededeling van de punten van bezwaar’ worden gesteld in het kader van de rechten van de verdediging. Centraal staat de wijze waarop de Europese Commissie in deze mededeling dient om te gaan met juridische kwalificaties van feiten die in de uiteindelijke beslissing aan bod komen. Daarnaast wordt ook ingegaan op de omstandigheid dat de Europese Commissie zich bij de vaststelling van de boetebeschikking wegens overtreding van artikel 81 lid 1 EG-Verdrag (thans art. 107 lid 1 VWEU), heeft gebaseerd op feiten die volgden uit verklaringen, terwijl deze feiten niet in de mededeling van de punten van bezwaar als zodanig waren genoemd, maar de verklaringen slechts als bijlagen waren bijgevoegd. |
Jurisprudentie |
‘Coming of age’: de ontwikkeling van het ne bis in idem-beginsel in de EU-rechtsorde |
Trefwoorden | ne bis in idem, dubbele vervolging, Artikel 4-P7 EVRM |
Auteurs | Mr. dr. W.B. van Bockel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De dynamiek van het Europese integratieproces stelt vaak nieuwe eisen aan de uitlegging en toepassing van aloude rechtsbeginselen, zowel door de Gemeenschapsrechter als door de rechters in de lidstaten. In deze bijdrage zal nader worden ingegaan op het beginsel ne bis in idem, de regel die verbiedt dat een tweede vervolging wordt ingesteld voor een feit waarover onherroepelijk door een rechter is beslist. Hoewel de uitlegging en toepassing van dit rechtsbeginsel van oudsher sterk nationaal is bepaald, kan deze inmiddels niet meer los worden gezien van de rechtsontwikkeling binnen het juridische kader van de politiële en justitiële samenwerking tussen de lidstaten van de EU (tot voor kort aangeduid als de zogeheten ‘derde pijler’ van de EU). |
Agenda |
Agenda |
Samenvatting |
In Agenda worden lezingen, conferenties en andere evenementen aangekondigd. |