De Hoge Raad heeft voor massaschadegevallen als prospectusaansprakelijkheid en effectenlease het uitgangspunt van de aanwezigheid van het csqn-verband geformuleerd. In individuele geschillen bestaat geen behoefte om te werken met dat ‘uitgangspunt’, maar is wel sprake van een wisselwerking tussen de eisen die aan de zorgplicht worden gesteld en het aannemen van csqn-verband. |
Maandblad voor Vermogensrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Het csqn-verband in het financiële aansprakelijkheidsrecht |
Trefwoorden | causaal verband, prospectusaansprakelijkheid, effectenlease, zorgplicht, massaschade |
Auteurs | Mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Civiel recht als ultimum remedium?Over de verstoorde verhouding van de bankbreuk tot de pauliana |
Trefwoorden | bedrieglijke bankbreuk, faillissementspauliana, reorganisaties, fraudebestrijding |
Auteurs | Mr. R.J. de Weijs en Mr. T. Reker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Door de opmars van het strafrecht binnen het insolventierecht dreigt een vergaande gelijkschakeling tussen de faillissementspauliana en de bankbreukbepalingen. Ten onrechte dreigen daarbij schuldeisersbenadelende handelingen die met fraude niets te maken hebben, toch binnen het bereik van het strafrecht te komen. |
Artikel |
Cessie als instrument ter afwikkeling van massaschadezaken: in strijd met de openbare orde en goede zeden? |
Trefwoorden | collectief verhaal, cessie, openbare orde en goede zeden, proceskostenrisico, proceskostenzekerheid |
Auteurs | Mr. I. Tillema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Landgericht Düsseldorf heeft onlangs in een kartelschadezaak een halt toegeroepen aan de cessie ter bundeling van massaschadeclaims. In het licht van enkele vergelijkbare, nog lopende procedures in Nederland en tegen de achtergrond van de nationale en Europese ontwikkelingen op het gebied van collectief verhaal staat de auteur stil bij de vraag of de Nederlandse rechter tot eenzelfde conclusie zou komen als de Duitse rechter. |
Artikel |
De no-cure-no-payovereenkomst in verhouding tot de redelijkheidstoets bij de begroting van buitengerechtelijke kostenEen analyse van HR 26 september 2014, ECLI:NL:HR:2014:2797 (De Jonge/Scheper Ziekenhuis) |
Trefwoorden | no cure, no pay, contingency fee, dubbele redelijkheidstoets, buitengerechtelijke kosten, maatstaf art. 6:96 lid 2 BW |
Auteurs | Dr. Drs. D.L.M.T. Dankers-Hagenaars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een benadeelde sluit met zijn belangenbehartiger een no-cure-no-payovereenkomst. Moet bij de begroting van de buitengerechtelijke kosten op grond van art. 6:96 lid 2 sub b en c BW rekening worden gehouden met die overeenkomst? De omstandigheden van het geval legitimeren dat het redelijk is dat de kosten zijn gemaakt. |