Het publiekrecht (bestuursrecht) kan op verschillende wijzen doorwerken in het privaatrecht, onder meer via privaatrechtelijke open normen en het behartigen van publieke belangen door private entiteiten. Beide nemen een grote vlucht. Dat creëert nieuwe uitdagingen in het grensgebied tussen het (internationale en nationale) publiek- en privaatrecht. |
Maandblad voor Vermogensrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Wisselwerking tussen publiek- en privaatrechtelijke normen in het vermogensrecht |
Auteurs | Mr. R.D. Lubach en Mr. R.M. de Winter |
Auteursinformatie |
Artikel |
De invloed van bestuursrechtelijke normen op het privaatrecht |
Trefwoorden | verhouding publiek-privaatrecht, private regulering, toezicht, open normen |
Auteurs | Mr. M.W. Scheltema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Wisselwerking tussen publiek- en privaatrecht en de nieuwe regeling van overheidsaansprakelijkheid in de Awb |
Trefwoorden | onrechtmatige overheidsdaad, rechtmatige overheidsdaad, nadeelcompensatie, bestuursrechtelijke verzoekschriftprocedure, formele rechtskracht |
Auteurs | Prof. mr. B.J. Schueler |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs is een nieuwe regeling in werking getreden voor procedures over aansprakelijkheid voor schade die is veroorzaakt door onrechtmatige besluiten en sommige daarmee samenhangende handelingen. In een andere regeling, die later in werking zal treden, wordt het leerstuk van de nadeelcompensatie gecodificeerd. Aan de Awb ligt de gedachte ten grondslag dat bestuursrecht en privaatrecht waar mogelijk gelijk moeten zijn en waar nodig moeten verschillen. Met dit uitgangspunt is de nieuwe regeling niet in strijd. De complexiteit van de rechtsmachtverdeling blijft – ondanks de pretentie van vereenvoudiging – grotendeels in stand. |
Artikel |
Stroomlijning van overheidsaansprakelijkheid voor de overschrijding van een wettelijke beslistermijn |
Trefwoorden | onrechtmatige overheidsdaad, leer-Smits, relativiteit, correctie-Langemeijer, leer-Demogue-Besier, besluitenaansprakelijkheid, belanghebbende, formele rechtskracht |
Auteurs | Mr. P.W. den Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
De overschrijding van een wettelijke beslistermijn levert niet zonder meer overheidsaansprakelijkheid op uit onrechtmatige daad. Het komt aan op een nadere afweging. De Hoge Raad brengt deze afweging onder bij de toets aan het vereiste van onrechtmatigheid, maar zij past beter bij de toets aan het vereiste van relativiteit. |
Artikel |
Nadeelcompensatie, schadevergoeding en bestuursrechtelijke geldschulden: welke rechter, welke regels? |
Trefwoorden | Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten, bestuursrechtelijke geldschuldenregeling, nadeelcompensatie, schadevergoeding wegens onrechtmatig overheidshandelen |
Auteurs | Mr. S.M.C. Nuyten en Mr. S.A. Gawronski |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel beschrijft de gevolgen van de inwerkingtreding van de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten voor (1) de toepasselijkheid van de bestuursrechtelijke geldschuldenregeling uit de Algemene wet bestuursrecht, die op diverse punten afwijkt van de privaatrechtelijke geldschuldenregeling, en (2) de rechtsmachtverdeling tussen de bestuursrechter en de burgerlijke rechter. |
Artikel |
De Interventiewet en de SNS-onteigening |
Trefwoorden | Interventiewet, onteigening, SNS, Wft, eliminatiebeginsel |
Auteurs | Prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans en Mr. M.J.W. Timmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de onteigening van SNS is de Interventiewet voor het eerst toegepast. Een goed moment om de werking en de toepassing van de Interventiewet door de ABRvS te analyseren. Het onteigeningsbesluit heeft grotendeels de (rechterlijke) kritiek doorstaan, maar de vaststelling van de schadeloosstelling moet nog plaatsvinden. De minister lijkt daarbij af te willen wijken van het zogenoemde eliminatiebeginsel, toch een beginsel van het onteigeningsrecht. De vraag is of de rechter uiteindelijk die benadering zal billijken. |
Artikel |
Totstandkoming van overeenkomsten en afbreken van onderhandelingen in de context van een gereguleerde aanbestedingsprocedure |
Trefwoorden | aanbesteding, Aanbestedingswet 2012, totstandkoming van overeenkomsten, afbreken van onderhandelingen |
Auteurs | Prof. mr. C.E.C. Jansen en Mr. S. Prent |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ook overeenkomsten die worden aanbesteed komen tot stand door aanbod en aanvaarding. De aanbesteder aanvaardt het aanbod van de winnende inschrijver met een afzonderlijke wilsverklaring na(ast) de mededeling van de gunningsbeslissing. Die aanvaarding moet schriftelijk plaatsvinden. Wanneer de aanbesteder na de mededeling van de gunningsbeslissing alsnog besluit af te zien van zijn voornemen om het aanbod van de winnende inschrijver te aanvaarden, moet de aldus ontstane situatie worden afgewikkeld met behulp van het privaatrechtelijk leerstuk van afgebroken onderhandelingen. Het publiekrechtelijk aanbestedingsrecht werkt vervolgens door in dat leerstuk door kleur te geven aan de wijze waarop het, in de specifieke context van een gereguleerde aanbesteding, moet worden toegepast. |
Artikel |
De Aanbestedingswet 2012, een terechte verdere begrenzing van de contractsvrijheid voor aanbestedende diensten? |
Trefwoorden | Aanbestedingswet 2012, proportionaliteit, MKB, contractsvrijheid, beperking |
Auteurs | Mr. J.H. Hollenbeek Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Aanbestedingswet 2012 bevat bepalingen die leiden tot een verdergaande beperking van de contractsvrijheid voor aanbestedende diensten dan voorheen het geval was onder het Bao en Bass. In deze bijdrage zal worden ingegaan op de vraag in hoeverre deze verdergaande beperking van de contractvrijheid gerechtvaardigd is in het licht van het uitgangspunt van contractsvrijheid tussen partijen. |
Artikel |
Private aanbestedingen: (weer) vrijheid blijheid?Een pleidooi voor meer redelijkheid en billijkheid naar aanleiding van het arrest KLM/Schoonmaakdiensten, HR 3 mei 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ2900 |
Trefwoorden | private aanbesteding, contractsvrijheid, precontractuele redelijkheid en billijkheid, aanbestedingsrechtelijke beginselen, leuren |
Auteurs | Prof. mr. J.M. Hebly en Mr. J.W.A. Meesters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Private opdrachtgevers die aanbesteden, worden steeds meer gebonden geacht aan Europese aanbestedingsrechtelijke beginselen. Met een arrest van de Hoge Raad over een private aanbesteding door KLM lijkt het tij gekeerd. De vraag is echter of de vrijheden die KLM zich voorbehield, te verenigen zijn met de precontractuele redelijkheid en billijkheid. |