In veel bankvoorwaarden wordt de spaarrente als positieve spaarrente gepresenteerd: de bank betaalt een spaarrente aan de consument. In toenemende mate, daartoe gedreven door ontwikkelingen op de kapitaalmarkt, zijn banken zich aan het voorbereiden op het heffen van negatieve spaarrente. Dit wil zeggen dat de consument aan de bank rente moet betalen over zijn spaarsaldo. Aan de hand van de Richtlijn Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten wordt onderzocht of banken überhaupt een negatieve rente mogen heffen. |
Contracteren
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Redactioneel |
Column |
Negatieve rente op consumentenspaarsaldo een Europese no-go? |
Trefwoorden | Ambtshalve toetsing, Richtlijn 93/13, Spaarrente, Negatieve rente, Uitleg van overeenkomst |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Schadebegroting bij een doorberekeningsverweer en een bijgestelde maatstaf voor voordeelstoerekening |
Trefwoorden | Kartelschade, Passing-on verweer, Schadebegroting, Voordeelstoerekening |
Auteurs | Prof. mr. A.L.M. Keirse en Mr. dr. M. van Kogelenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In lijn met Europees schadevergoedingsrecht wendt de Hoge Raad overcompensatie af. In de recente follow-on kartelschadeprocedure TenneT c.s/ABB c.s. maakt de Hoge Raad namelijk de weg vrij voor een consistente toekenning van het zogenoemde passing-on verweer. Daarbij geeft hij te kennen ruimer te zijn gaan denken over het leerstuk van voordeelstoerekening. In deze bijdrage wordt het belang van deze ontwikkelingen voor zowel het mededingingsrecht als het algemene schadevergoedingsrecht geduid. |
Casus |
Partij-invloed op het intreden of vervallen van voorwaarden |
Trefwoorden | Ontbindende voorwaarde, Opschortende voorwaarde, Potestatieve voorwaarde, Artikel 6:23 BW |
Auteurs | Mr. dr. H. Stolz |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de rechtspraktijk vormen ontbindende en opschortende voorwaarden een vaak gebruikte rechtsfiguur bij overeenkomsten. Veelal hebben partijen bij een overeenkomst een vorm van invloed op het toekomstige intreden of vervallen van een dergelijke voorwaarde. Deze partij-invloed wordt door het recht in beginsel aanvaard en is derhalve als breed uitgangspunt ook mogelijk. Op dit uitgangspunt bestaan echter twee beperkingen: de vaak veronderstelde onmogelijkheid van (vormen van) potestatieve voorwaarden en de redelijkheid en billijkheid die leiden tot toepassing van artikel 6:23 BW. Onderzocht wordt in welke gevallen deze beperkingen van de partij-invloed toepassing vinden en welke mogelijkheden bestaan om met deze beperkingen contractueel om te gaan. |
Praktijk |
Rechtskeuzebedingen in consumentenovereenkomsten: spitsroeden lopen |
Trefwoorden | Rechtskeuze, Ambtshalve toetsing, Richtlijn Oneerlijke bedingen, Rome I, Transparantie |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 28 juli 2016 besliste het Hof van Justitie van de Europese Unie in de zaak VKI/Amazon dat een rechtskeuzeclausule in een consumentenovereenkomst oneerlijk is indien de indruk wordt gewekt dat de consument niet terug kan vallen op dwingendrechtelijke bescherming die het recht van zijn woonplaats hem biedt. Dit arrest, de rechtskeuze in internationale overeenkomsten en de ambtshalve toetsing van bedingen in consumentenovereenkomsten worden in deze bijdrage besproken. |
Praktijk |
Update mededingingsrechtelijke aspecten van postcontractuele concurrentieverboden in franchiseovereenkomsten |
Trefwoorden | Franchise, Postcontractuele concurrentieverboden, Verticaal mededingingsrecht, Nevenrestrictie |
Auteurs | Mr. H.E. Urlus |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage ziet op mededingingsrechtelijke ontwikkelingen bij postcontractuele concurrentieverboden in franchiseovereenkomsten en de implicaties van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de beschikking La Retoucherie de Manuele. De auteur stelt de vraag of dergelijke bedingen in de context van franchise nog kunnen worden aangemerkt als noodzakelijke nevenrestricties. Dat is van belang, omdat dergelijke nevenrestricties zijn onttrokken aan mededingingsrechtelijke toetsing, waardoor de merkbaarheid geen rol meer speelt. De auteur wijst erop dat bij een mededingingsrechtelijke toetsing van postcontractuele concurrentieverboden meer factoren van belang zijn dan slechts een belangenafweging tussen partijen. |
Agenda |
Agenda |