In de praktijk is het een probleem hoe een verzoek tot schorsing van de executie van een uitspraak hangende een rechtsmiddel moet worden ingesteld: bij executiegeschil of bij incidenteel verzoek. Een ander probleem is welke maatstaf moet worden aangelegd bij de beoordeling van het verzoek. In dit artikel wordt op basis van wetshistorische en dogmatische analyse betoogd dat beide mogelijkheden openstaan. Voorts wordt geconcludeerd dat de kans van slagen van het rechtsmiddel een rol mag spelen en dat er in wezen geen verschil is tussen de norm van Ritzen/Hoekstra (HR 22 april 1983, NJ 1984, 145) en de belangenafweging in het incident: beide impliceren elkaar. |
Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Executiegeschil en incidenteel verzoek tot schorsing |
Trefwoorden | executiegeschil, schorsing, incidentele vordering, belangenafweging, kort geding |
Auteurs | Mr. T.F.E. Tjong Tjin Tai |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Een stap terug in de ontwikkeling van ons derdenbeslagTien vragen naar aanleiding van HR 29 oktober 2004, NJ 2006, 203 (Van den Bergh/Van der Walle en ABN Amro) en het hernieuwde perspectief van HR 11 maart 2005, NJ 2006, 362 (Rabobank/Stormpolder) |
Trefwoorden | derdenbeslag, kredietruimte, wilsrechten, beslagene, recht tot afroep |
Auteurs | Mr. D.J. van der Kwaak |
SamenvattingAuteursinformatie |
In HR 29 oktober 2004, NJ 2006, 203 is beslist dat een beslag op kredietruimte niet mogelijk is. De motivering van het arrest roept veel vragen op waarvan een aantal onderbelicht is gebleven. Tien daarvan komen aan de orde. Dit was niet nodig geweest: de Hoge Raad had de motivering kort en strak kunnen houden. Nu kunnen de aan het arrest klevende gebreken ingrijpende gevolgen hebben voor de ontwikkeling van het derdenbeslag. In dit verband moet echter worden gewezen op HR 11 maart 2005, NJ 2006, 362. |
Artikel |
De reikwijdte van het beslagVerslag van de discussie tijdens de voorjaarsvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht op 6 juni 2008 |
Trefwoorden | conservatoir beslag, beslagrekest, beslagverlof, bewijsbeslag, paulianabeslag, opheffing conservatoir beslag |
Auteurs | Mevrouw mr. J.H. van Dam-Lely en Mr. M.L. Tuil |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verslag van de voorjaarsvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht op 6 juni 2008 over de ‘reikwijdte van het beslag’. De inleidingen van mr. A.J. van der Meer (beslagverlof en opheffingskortgeding), mr. J.G.A. Linssen (bewijsbeslag) en mr. J.C. van Oven (beslag op verhulde beslagobjecten) worden in het verslag beknopt samengevat; van de discussie wordt uitgebreid verslag gedaan. |
Jurisprudentie |
Algemene beginselen |
Trefwoorden | procesbeginselen, toegang, hoor en wederhoor, redelijke termijn, grenzen van de rechtsstrijd |
Auteurs | Mevrouw mr. L.M. Coenraad |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek wordt ingegaan op recente ontwikkelingen rond de algemene beginselen van procesrecht. Daarbij komen – in het licht van de beginselen van toegang tot de rechter, hoor en wederhoor, redelijke termijn en partijautonomie/lijdelijkheid van de rechter – onder meer de volgende onderwerpen aan de orde: het te laat indienen van stukken, de rolverdeling tussen deskundige, rechter en partijen in het (voorlopige) deskundigenonderzoek, het regime voor nieuwe grieven en feiten in alimentatiezaken, de mate van vrijheid voor de rechter bij de schadebegroting en het sinds kort verplichte ouderschapsplan in de scheidingsprocedure. |
Jurisprudentie |
Europese ontwikkelingen |
Trefwoorden | Europese ontwikkelingen, Europees betalingsbevel, Europese geringe vordering, Mediationrichtlijn |
Auteurs | Mevrouw mr. P.M.M. van der Grinten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek bespreek de auteur ontwikkelingen op het terrein van het Europees procesrecht van 2005 tot en met januari 2009. Daarbij worden onder meer de verordeningen 1896/2006 (Europese betalingsbevelprocedure) en 861/2007 (Europese procedure voor geringe vorderingen) behandeld inclusief de daarbij behorende wetsvoorstellen ter uitvoering van deze verordeningen. Ook de Mediationrichtlijn (2008/52) komt kort aan de orde, evenals een tweetal groenboeken op het gebied van het executierecht. |
Jurisprudentie |
Insolventieprocesrecht (deel I) |
Trefwoorden | schuldsaneringsregeling, voorontwerp Insolventiewet, WSNP-zaken |
Auteurs | Mevrouw mr. M.J. van der Aa |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze kroniek beslaat de periode van 1 januari 2007 tot en met 1 januari 2008 (deel 1). In TCR 2009, nr. 2 of 3 wordt de periode daarna behandeld. Ik besteed aandacht aan het voorontwerp voor een Insolventiewet, de wijziging van de Faillissementswet inzake de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen en de vernieuwde Richtlijnen van Recofa voor schuldsaneringsregelingen. Daarnaast komen de in voormelde periode gepubliceerde uitspraken van (voornamelijk) de Hoge Raad op het gebied van het insolventieprocesrecht aan de orde. Ook besteed ik aandacht aan het feit dat er met name tientallen WSNP-zaken (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen) eindigen met een art. 81 Wet RO-beslissing (Wet op de rechterlijke organisatie). |
Jurisprudentie |
Beslag- en executierecht |
Trefwoorden | executierecht, beslagrecht, aansprakelijkheid beslaglegger, vernietiging opheffingsvonnis, dwangsommen |
Auteurs | Mr. D.M. de Knijff |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de kroniek die ziet op 2008 wordt aan de hand van een selectie van uitspraken een overzicht gegeven van de actualiteit van het beslag- en executierecht. Aan de orde komen arresten van de Hoge Raad over de aansprakelijkheid van de beslaglegger en over de gevolgen van de vernietiging van een opheffingsvonnis. Ook wordt aandacht besteed aan een arrest over misbruik van recht bij het opeisen van verbeurde dwangsommen. Verder komen uitspraken van feitenrechters aan de orde over uiteenlopende onderwerpen verband houdend met het conservatoir beslag (eis in de hoofdzaak, blokkerende werking) en executie (inschrijving rechtsmiddelenregister, schorsing). |