Artificial Intelligence (AI) kan helpen het strafproces efficiënter in te richten zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit. Het lijkt dus slechts een kwestie van tijd voordat AI ‘doorbreekt’ in het bijzonder strafrecht en procespartijen hiermee kunnen gaan werken. Uit recente schandalen zoals de toeslagaffaire blijkt dat dit niet zonder risico’s is. Tegelijkertijd blijven wetgeving en beleid op gebied van AI in het strafrecht achter. Daarom een oproep aan stakeholders in de (fiscale) strafrechtspraktijk om mee te denken over de juridische en ethische randvoorwaarden van AI in het bijzonder strafrecht. |
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Emoji-dag |
Trefwoorden | AI, kunstmatige intelligentie, digitalisering, verschoningsrecht, ChatGPT |
Auteurs | Mr. A.A. Feenstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Peer-reviewed artikel |
De aangifteplicht voor ambtenaren nader bekekenPlichten en beperkingen voor toezichthouders die op strafbare feiten stuiten in het zorgveld |
Trefwoorden | aangifteplicht, ambtsmisdrijven, verschoningsrecht, medisch beroepsgeheim, gezondheidsstrafrecht |
Auteurs | Mr. Q.J.M.A. Amelink, Mr. J.C. Smeur, Dr. J. Weenink e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ambtenaren zijn op grond van artikel 162 Sv verplicht aangifte te doen van bepaalde misdrijven. Uit de wettekst en parlementaire geschiedenis is niet op te maken wat de wetgever voor ogen heeft gehad met betrekking tot de exacte invulling van de aangifteplicht uit artikel 162 lid 1 sub c Sv. Dit maakt dat er ruimte is voor discussie over de misdrijven waarvan ambtenaren van de IGJ verplicht aangifte moeten doen. Vanwege het afgeleide verschoningsrecht dat op ambtenaren van de IGJ rust, is de aangifteplicht niet altijd van toepassing en kan het aangifterecht niet altijd optimaal benut worden. |
Artikel |
Een zwarte lijst ter voorkoming van crimineel pandgebruik? |
Trefwoorden | ondermijning, vastgoedsector, zwarte lijst, (ver)huurmarkt, informatiedeling |
Auteurs | Dr. P. Kruize en Drs. P. Gruter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verslag van een onderzoek door Bureau Ateno in samenwerking met Pro Facto en I&O Research naar de (juridische) mogelijkheden en maatschappelijke wenselijkheid van een gezamenlijke verhuurdersdatabase waarin huurders worden geregistreerd met gebleken ‘ondermijnende activiteiten’. De auteurs concentreren zich hier op het aspect van de wenselijkheid. Op de vastgoedmarkt waar naar schatting jaarlijks 50.000 objecten worden verhuurd die op enigerlei wijze ondermijnend handelen faciliteren, lijkt een ‘foute huurders’-database ogenschijnlijk een aantrekkelijke optie, maar deze studie leert dat het (nog) beter barrières opwerpen aan de voorkant van het verhuurproces de voorkeur verdient. |
Artikel |
Mogelijkheden en beperkingen van het bestemmingsplan in de aanpak van ondermijnende criminaliteit |
Trefwoorden | Ondermijnende criminaliteit, Bestemmingsplan, Bestuurlijke aanpak, Locatiegerichte aanpak |
Auteurs | B. Bannink MA |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de jaren is het inzicht ontstaan dat locaties binnen georganiseerde, ondermijnende criminaliteit een belangrijke rol spelen. Criminele netwerken maken daarvan onder meer gebruik om drugs te produceren of om crimineel geld wit te wassen. In het kader van een bestuurlijke aanpak van ondermijning kunnen diverse instrumenten worden ingezet om criminele bedrijfsprocessen te verstoren. Een van die instrumenten is het bestemmingsplan, waarin regels worden gesteld omtrent de gebruiks- en bouwmogelijkheden voor een pand of gebied. In deze bijdrage wordt aan de hand van 26 casussen en interviews geschetst welke mogelijkheden het bestemmingsplan biedt en welke beperkingen er bestaan bij het toepassen van het instrument bij de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Het belangrijkste voordeel is dat controle op basis van het bestemmingsplan laagdrempelig is, en vaak nadere informatie oplevert. Een belangrijk nadeel is dat handhavingstrajecten tijdrovend zijn en (juridisch) complex en niet altijd leiden tot het verstoren van criminaliteit. Daarnaast stuit het wegnemen of verkleinen van criminele gelegenheidsstructuren door de bestemming van een pand te wijzigen, op het bezwaar dat daarbij geen vermoedens van betrokkenheid bij ondermijnende criminaliteit kunnen worden meegewogen. |
Artikel |
De Afdeling en het functioneel daderschap: een analyse naar de nieuwe lijn |
Trefwoorden | overtrederschap, functioneel daderschap, handhavingsrecht, bestuurlijke sanctie |
Auteurs | Mr. C. de Rond en Mr. W.J. Poot |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 31 mei 2023 twee uitspraken gedaan die zien op de uitleg van het overtrederbegrip in de Awb. De uitspraken volgen op de kritische conclusie van advocaat-generaal Wattel, die constateerde dat de rechtspraak van de Afdeling over het overtrederbegrip niet strookte met de bedoeling van de Awb-wetgever om één uniform overtrederbegrip te hanteren dat aansloot op het strafrecht. In dit artikel maken Carola de Rond en Wouter Poot de balans op wat de uitspraken betekenen voor eenieder die zich bezighoudt met handhaving van het bestuursrecht. |
Trending Topics |
Vervolging nieuwe ESG-wetgeving, nog even geduld graag |
Trefwoorden | ESG, witwassen, milieu |
Auteurs | Mr. M.J. Bloos en Mr. F. Mattheijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ESG-thema’s staan hoog op de politieke beleidsagenda. De doelen die worden gesteld zijn het waard om te worden gehaald. Als ondernemingen deze aankomende wetgeving serieus gaan uitvoeren en de onderzoeks- en rapportageplicht oppakken, zou goede en eerlijke rapportage hen ook kwetsbaar kunnen maken voor vervolging voor witwassen. Er zou geen straf moeten staan op transparantie en het strafrecht zou niet moeten worden ingezet om wetgeving die nog onvoldoende duidelijk is te handhaven. Op voorhand moeten richtlijnen worden gepubliceerd waarin aandacht wordt besteed aan het vervolgingsbeleid, aan de geïndiceerde straffen en aan de samenloop tussen bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving. |
Jurisprudentie |
Doorwerking van onschuld naar niet-punitieve sanctiesAnnotatie bij CBb 28 februari 2023, ECLI:NL:CBB:2023:86 |
Trefwoorden | onschuldpresumptie, Melo Tadeu, sepot, dwangsom, twijfel |
Auteurs | Mr. D.J. Franssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De rechter kan ontoelaatbare twijfel over de juistheid van een strafrechtelijke uitspraak vaak voorkomen door afdoende verwijzingen naar de verschillende bewijsregimes. Toch kunnen Melo Tadeu-achtige verweren zo nu en dan slagen. In de optiek van de auteur bevatte de procedure die leidde tot de uitspraak van het CBb van 28 februari 2023 de daarvoor benodigde ingrediënten. |