05626684_covr
Rss

Surinaams Juristenblad

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 3, 2024 Alle samenvattingen uitklappen
Redactioneel

Van de redactie

Auteurs Eric P. Rudge
Auteursinformatie

Eric P. Rudge
Eric Rudge is voorzitter van de redactie van het Surinaams Juristenblad.
155 jaar rechtspraak in Suriname

Access_open 155 jaar Surinaams Burgerlijk Wetboek en de ontwikkelingen in het wettelijk erfrecht

Trefwoorden Surinaams erfrecht, wijzigingen Burgerlijk Wetboek, 155 jaar wettelijk erfrecht, 155 jaar Hof van Justitie, maatschappelijke gevolgen wettelijk erfrecht
Auteurs Monique Veira
SamenvattingAuteursinformatie

    Na de invoering van het Surinaams Burgerlijk Wetboek op 1 mei 1869, trad nieuw erfrecht in werking dat overgenomen was uit Nederland. In dit erfrecht werden gedurende de afgelopen 155 jaar opmerkelijke wijzigingen doorgevoerd die in werking traden op 1 mei 1934, 1 juli 1963, 1 juli 1972, 16 april 1981 en 25 maart 2000. Het Hof van Justitie dat in zijn huidige vorm ook met ingang van 1 mei 1869 ingesteld werd, heeft haar stempel gedrukt op de samenleving door op grond van wetsinterpretatie in haar uitspraken mede richting te geven aan de ontwikkelingen in de Surinaamse maatschappij. Dit overzicht van de ontwikkelingen gedurende het 155-jarig bestaan van het wettelijk erfrecht in Suriname kan ons helpen bij een beter begrip van de (rechts)verhoudingen in de hedendaagse maatschappij. Ook zou dit artikel een aanleiding kunnen zijn voor verder multidisciplinair onderzoek.


Monique Veira
Prof. mr. dr. Monique A. Veira is hoogleraar Privaatrecht met het accent op het Erfrecht verbonden aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname
155 jaar rechtspraak in Suriname

Het Nieuw Burgerlijk Wetboek en het Nieuw Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering: nog steeds in de maak!

Trefwoorden cursus en symposium, initiatief regering, concepten en voorlichting, actualisering, literatuur en wetgeving
Auteurs Shardhapersad Gangaram Panday
SamenvattingAuteursinformatie

    1. Nederland was bezig het BW te vernieuwen. In 1970 en 1992 traden enkele wetboeken in werking. In Suriname gingen stemmen op om ook ons BW en het procesrecht te vernieuwen. Daartoe werden o.a. een cursus en een symposium georganiseerd.
    2. In 2005 werd door de regering een commissie belast met de vernieuwing van het Surinaamse BW. Suriname deed dat project samen met de Nederlandse Antillen en Aruba. De ontwerpers voor al deze landen waren J. de Boer en P. van Schilfgaarde.
    3. De ontwerpen waren in 2009 klaar en ingediend bij de regering. De Staatsraad bracht snel advies uit. Daarna werd het ‘stil’.
    4. Maart 2024: In 2017 en 2021 werden de ontwerpen geactualiseerd. Die werden naar de Staatsraad gezonden voor advies. Dat lukte binnen redelijk korte termijn. In 2022 werden de ontwerpen aan DNA aangeboden. Het leek erop dat deze er snel werk van zou maken. Er werden deskundigen gehoord. Thans ligt het project weer stil, althans wordt er weinig daarover vernomen. Tot een openbare behandeling is het nog niet gekomen.
    5. In de literatuur werden er delen van de ontwerpen besproken en ook de wetgeving heeft enkele onderdelen van het BW vernieuwd.
    Vanwaar de lange duur van het project? Terwijl Curaçao, Aruba en St. Maarten dat nieuwe recht al hebben? De roep om vernieuwing is niet luid genoeg, het moet luider.


Shardhapersad Gangaram Panday
Mr. Shardapersad Gangaram Panday was SJB redactielid, advocaat, notaris, docent burgerlijk recht aan de ADEKUS en lid van het Hof van Justitie. Mr. Gangaram Panday heeft tot 2023 reeds 31 maal in het SJB gepubliceerd.
155 jaar rechtspraak in Suriname

De ontwikkeling van het gezondheidsrecht in Suriname

Trefwoorden Preventie, Beschikbaarheid, Toegankelijkheid, WHO, Ontwikkeling
Auteurs Muriel Poepon
SamenvattingAuteursinformatie

    Dit artikel verschaft inzicht in de ontwikkeling van het gezondheidsrecht. Het artikel laat zien dat er in de Surinaamse context sprake is van het rechtsgebied gezondheidsrecht; het recht dat al vanaf de koloniale tijd gestalte heeft gekregen, een ontwikkeling heeft doorgemaakt en nog in ontwikkeling is. Middels dit artikel is getracht de ontwikkeling van het gezondheidsrecht inzichtelijk te maken door enkele gezondheidswetten aan de orde te stellen en deze te toetsen aan bepaalde criteria, zoals beschikbaarheid en toegankelijkheid, die voortvloeien uit het internationale recht op gezondheid dat verankerd is in artikel 12 van het Internationale Verdrag inzake Economische Culturele en Sociale rechten. Zo zijn er wetten die de beschikbaarheid en toegankelijkheid van geneesmiddelen garanderen, eveneens is er een wet aan de orde gesteld die de financiële toegankelijkheid voor eenieder garandeert. Daarnaast zijn er wetten aan bod gekomen die gericht zijn op het beschermen van de volksgezondheid. Ook is stilgestaan bij artikel 36 Grondwet waarin het recht op gezondheid is verankerd. De overheid is verantwoordelijk voor de realisering van dit recht en zal moeten optreden om de volksgezondheid te beschermen.


Muriel Poepon
Mr. dr. Muriël Poepon is als docent verbonden aan de Faculteit der Juridische Wetenschappen en is gepromoveerd in het Surinaams gezondheidsrecht
155 jaar rechtspraak in Suriname

Open disclosure rondom medische fouten: een noodzaak ter verbetering van de kwaliteit van de Surinaamse gezondheidszorg?

Trefwoorden arts, Gezondheidszorg, Medische fouten, Open disclosure, Patiënt
Auteurs Felicia Filé
SamenvattingAuteursinformatie

    De verankering van het recht op gezondheidszorg in artikel 36 van de Grondwet benadrukt het belang van kwalitatief goede en veilige zorg. Uit onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de Surinaamse gezondheidszorg hiaten vertoont, waaronder medische fouten, en benedenmaats is. Medische fouten kunnen een (ernstig) gevaar vormen voor de patiëntveiligheid. Leren van medische fouten kan leiden tot verbetering van de kwaliteit van de zorg. Om te leren van medische fouten is openheid in communicatie over de medische fout noodzakelijk. Hierbij vervult het patiëntenperspectief ook een belangrijke rol. In het belang van kwalitatief goede zorg en ter waarborging van de patiëntveiligheid, is het daarom noodzakelijk te onderzoeken of en hoe het hebben van een open disclosure beleid in geval van medische fouten kan bijdragen aan kwalitatief goede zorg. Dit onderzoek richt zich daarom op de centrale vraag: Op welke wijze kan een ‘open disclosure’ beleid rond medische fouten bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van de Surinaamse gezondheidszorg?
    Met dit onderzoek wordt beoogd een bijdrage te leveren aan het creëren van (meer) bewustwording bij artsen, ziekenhuizen en patiënten omtrent het belang van een open disclosure beleid en welke maatregelen hiervoor noodzakelijk zijn. Voor de beantwoording van de onderzoeksvraag is gebruikgemaakt van juridisch doctrinair onderzoek en juridisch empirisch onderzoek.
    Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat er geen open disclosure beleid is rondom medische fouten en dat patiënten juist enorme behoefte daaraan hebben. Vanwege het ontbreken van openheid en onderzoek rondom medische fouten, zijn er geen leermomenten die herhaling in de toekomst moeten voorkomen. Naar aanleiding van deze constateringen zijn concrete acties geformuleerd die ondernomen moeten worden voor het creëren van een open disclosure beleid ter verbetering van de kwaliteit van de zorg.


Felicia Filé
Mr. Felicia F. Filé, MPA is docent Verbintenissenrecht en Gezondheidsrecht aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname.
Artikel

De positie van de langstlevende echtgenoot in het Ontwerp Surinaams nieuw B.W. (OSNBW)

Trefwoorden langstlevende echtgenoot, wettelijke verdeling, concubaan, golddigger, wettelijke rechten
Auteurs Carlo Jadnanansing
SamenvattingAuteursinformatie

    In het OSNBW wordt de wettelijke verdeling ingevoerd waarbij de langstlevende echtgenoot van rechtswege de goederen van de nalatenschap verkrijgt onder de verplichting alle schulden van de nalatenschap voor zijn rekening te nemen.
    Ieder van de kinderen verkrijgt als erfgenaam van rechtswege een geldvordering ten laste van de langstlevende echtgenoot overeenkomend met de waarde van zijn erfdeel. Deze vordering is opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende en in enkele andere gevallen.
    De wettelijke verdeling is gebaseerd op de gedachte dat de langstlevende echtgenoot recht heeft op verzorging, ook na het overlijden van de andere echtgenoot. Voorwaarde voor de toepassing van de wettelijke verdeling is dat voor alle kinderen geldt dat zij kind moeten zijn van de erflater en tevens van de langstlevende echtgenoot. Deze regeling is gebaseerd op het Caribisch NBW en wijkt af van de Nederlandse regeling waar de wettelijke verdeling in alle gevallen geldt, dus ongeacht of er gezamenlijke kinderen zijn of niet.
    De auteur pleit voor een stelsel gebaseerd op de Nederlandse regeling.


Carlo Jadnanansing
Mr.dr. (hon) Carlo Jadnanansing was eerst advocaat en later notaris. Ook is hij docent geweest aan de Universiteit van Suriname later ADEKUS genoemd, eerst in de criminologie en het strafrecht en later in het erfrecht. Thans is hij oud-notaris en legal consultant.
Artikel

Het initiatiefwetsontwerp ter zake de integriteit van publieke ambtsdragers in Suriname nader bekeken

Trefwoorden politieke ambtsdrager, screening(regelgeving), constitutionaliteit, effectiviteit, integriteit(stoets)
Auteurs Mirto Murray
SamenvattingAuteursinformatie

    Het besproken initiatiefwetsontwerp betreft een wijziging van de Surinaamse Grondwet, gericht op de integriteit van publieke ambtsdragers. Het voorstel voegt twee leden toe aan artikel 54 van de Grondwet, waarin staat dat politieke ambtsdragers onbesproken moeten zijn en niet benoembaar zijn bij strafrechtelijke veroordeling voor een misdrijf tot ten minste vijf maanden gevangenisstraf. Het artikel bespreekt ook de vergelijkbare regelgeving in Nederland, Aruba, Sint Maarten en Curaçao, waarbij ministers als politieke ambtsdragers aan integriteitseisen moeten voldoen. De auteur analyseert de constitutionaliteit en effectiviteit van het Wetsontwerp, waarbij wordt geconstateerd dat het effectief is in het voorkomen van benoeming van veroordeelden, maar tekortschiet in het definiëren van integriteitseisen. De tekst concludeert dat het Wetsontwerp op solide constitutionele gronden staat maar meer helderheid nodig heeft over integriteitseisen.


Mirto Murray
Mr. Mirto F. Murray is advocaat/vennoot bij Murray Attorneys at Law te Curaçao, lid van de redactie van het Caribisch Juristenblad (CJB) en werkt aan een proefschrift ter zake de constitutionaliteit en effectiviteit van regelgeving met betrekking tot de integriteit van ministers in het Koninkrijk der Nederlanden. In het kader van de in acht te nemen wetenschappelijke transparantie worden rechterlijke uitspraken waarbij de auteur als advocaat betrokken was, aangeduid met een asterisk. De tekst van dit artikel is afgesloten op 31 mei 2024, gelijktijdig met het voor het laatst raadplegen van de aangegeven websites.
Artikel

De trust als nieuwe rechtsfiguur in Suriname

Trefwoorden Trust, Afgescheiden vermogensbeheer, trustee, begunstigde, Vermogen
Auteurs Vére Baumgard
SamenvattingAuteursinformatie

    Een trust is een rechtsfiguur waarbij een persoon (de settlor) eigendom overdraagt aan een andere persoon of entiteit (de trustee) die het eigendom beheert ten behoeve van een derde partij (de begunstigde). De trustee heeft de juridische eigendom van de trustgoederen, terwijl de begunstigde de economische voordelen ervan ontvangt.
    De settlor stelt de voorwaarden vast waaronder de trust wordt beheerd, zoals de doeleinden van de trust en de rechten en plichten van de trustee en de begunstigden. De trustee heeft de fiduciaire plicht om de trustgoederen in het beste belang van de begunstigden te beheren, wat betekent dat de trustee eerlijk en loyaal moet handelen en zorgvuldig beheer moet voeren.
    Trusts worden vaak gebruikt voor vermogensplanning, belastingplanning, het beschermen van activa, en het beheren van eigendommen voor minderjarigen of personen die niet in staat zijn om hun eigen financiën te beheren. Ze kunnen ook worden ingezet voor liefdadigheidsdoeleinden.
    De trust dient zich te houden aan nadere wettelijke regelingen bij of na de introductie. Binnen de Caribische financiële sector spelen transacties die hun oorsprong vinden in een ‘common law system’ een dominante rol. Als Suriname als deel van de Caricom wil meeliften, zal de wetgever moeten komen tot goede en deugdelijke fiscale wetgeving.


Vére Baumgard
Vére E.C. Baumgard is masterstudent aan de Juridische Faculteit van de Anton de Kom Universiteit van Suriname
Artikel

Ontslag van de werknemer wegens schending van de social media code

Trefwoorden social media, social media code, privacy, vrijheid van meningsuiting, ontslag, dringende reden
Auteurs Maitrie Tedjoe-Chotoe en Rajshree Mahabir-Sardjoe
SamenvattingAuteursinformatie

    In de hedendaagse maatschappij neemt het gebruik van social media gestaag toe, en deze trend heeft aanzienlijke implicaties voor de dynamiek op de werkvloer. Werknemers maken frequent gebruik van social mediaplatforms gedurende werktijd en plaatsen berichten die gerelateerd zijn aan hun werkzaamheden. Dit gedrag kan leiden tot overtredingen van de social media gedragscode die door de werkgever is geïmplementeerd. In dit artikel wordt bekeken of de schending van een social media gedragscode door de werknemer een dringende reden voor ontslag oplevert. De rechtmatigheid van het ontslag van een werknemer door de werkgever wegens schending van een social media gedrags­code op de werkvloer wordt beïnvloed door verschillende aspecten. Het opstellen van een social media gedragscode op de werkplek is in dit kader van cruciale betekenis. Deze code moet daarom duidelijke en heldere gedragsregels omvatten die enerzijds de reputatie en veiligheid van het bedrijf beschermt en anderzijds de rechten en vrijheden van werknemers respecteert.


Maitrie Tedjoe-Chotoe
Mevr. M.M. Tedjoe-Chotoe is als hoofddocent verbonden aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname.

Rajshree Mahabir-Sardjoe
Mevr. R. Mahabir-Sardjoe is als juridische beleidsadviseur werkzaam op het Ministerie van Justitie Sint Maarten.
Artikel

Wet Maritieme Zones 2017

Trefwoorden Basislijn, Continentaal Plateau, Exclusieve Economische Zone, Contiguous Zone, Territoriale Zee.
Auteurs Michel Amafo
SamenvattingAuteursinformatie

    De wet introduceert een systeem van basislijnen. De Exclusieve Economische Zone van Suriname heeft een breedte van 200 Nm gemeten van de basislijn. De exploitatie van de levende natuurlijke hulpbronnen van Suriname vinden op basis van de Zeevisserijwet en het Kustvisserijbesluit plaats. De Zeevisserijwet regelt de voorwaarden waaraan vaartuigen moeten voldoen. Suriname heeft geen soevereiniteit maar soevereine rechten in het continentaal plateau. De sedentaire soorten zijn levende hulpbronnen en worden onder het regime van het continentaal plateau geëxploiteerd. De breedte van het continentaal plateau van Suriname ligt tussen de 350 Nm in het westen en 297 Nm in het oosten. Suriname heeft een contiguous zone ingesteld.


Michel Amafo
Michel Amafo is afgestudeerd aan de ADEK Universiteit van Suriname en is ruim 24 jaar verbonden aan de Maritieme Autoriteit Suriname, waarvan 16 jaar als directeur. Hij bezit een masterdiploma in International Maritime Law van het International Maritime Institute in Malta en is gewezen docent Internationaal Milieurecht en Lucht- en Zeerecht aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Hij is de huidige voorzitter van the Caribbean Port State Control Committee en gewezen voorzitter van de regionale vergadering van directeuren en hoofden van maritieme administraties van het Caraïbisch gebied.
Artikel

Bestaan er echt ‘vaderloze’ kinderen?

Het recht van het kind op een juridische band met de biologische vader!

Trefwoorden Afstammingsinformatie, Juridisch vaderschap, Het Kinderrechtencomité, Geboorteregistratie, Belang van het kind
Auteurs Sheniel Cameron
SamenvattingAuteursinformatie

    Artikel 7 IVRK behelst ten eerste een recht op afstammingsinformatie, ten tweede registratie van de naam van de biologische vader op de geboorteakte van het kind en ten derde juridische vaststelling van het biologisch vaderschap. Het Kinderrechtencomité suggereert dat alle kinderen het recht hebben om te weten van wie ze afstammen. Dit recht kan gegarandeerd worden door bij de geboorte van het kind, de naam van de vader te registreren. Het Comité vindt het belangrijk om de biologische vader te registreren op de geboorteakte van het kind dat buiten het huwelijk is geboren en nog geen vader heeft. Ook acht het Kinderrechtencomité het wenselijk dat de biologische vader tot juridische vader wordt gemaakt van het buiten het huwelijk geboren kind dat geen vader heeft. Deze voorstellen stimuleren juridische vaststelling van het biologisch vaderschap en impliceren mijns inziens de instandhouding van de juridische band met de biologische vader. Het is daarbij niet relevant of de ouders een relatie hebben met elkaar en of de vader het kind buiten zijn huwelijk heeft verwekt. Het belang van het kind moet wel altijd in overweging worden genomen.


Sheniel Cameron
Sheniel Cameron is docent Personen- en familierecht aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname, Faculteit der Juridische Wetenschappen. Promovendus bij UCERF van de Universiteit Utrecht.

Shardhapersad Gangaram-Panday
Mr. Shardapersad Gangaram Panday was SJB redactielid, advocaat, notaris, docent burgerlijk recht aan de ADEKUS en lid van het Hof van Justitie. Mr. Gangaram Panday heeft tot 2023 reeds 31 maal in het SJB gepubliceerd
Opinie

De rechter van de toekomst

Presentatie Congres HvJ

Trefwoorden Stoel van de wetgever, Common law, Civil law, Machtsevenwicht, Rechtszekerheid
Auteurs Sheniel Cameron
SamenvattingAuteursinformatie

    De grens tussen Common en Civil law is aan het vervagen, omdat de rechter steeds meer op de stoel van de wetgever gaat zitten. Indien de wetgever steeds achterloopt op recente ontwikkelingen in de maatschappij, zal de rechter genoodzaakt zijn om problemen buiten de wet om op te lossen. De rechter moet altijd rechtspreken en kan daardoor niet blijven wachten op de wetgever. Immers, het is de rechter die in eerste instantie rechtstreeks geconfronteerd raakt met de problemen van individuele burgers. Om die reden zullen de wetgevende en de rechterlijke macht vaak nauw samen moeten werken. Dit zal het machtsevenwicht bevorderen.


Sheniel Cameron
Sheniel Cameron is docent op de Anton de Kom Universiteit van Suriname, Faculteit der Juridische Wetenschappen. Zij verzorgt het vak Personen- en familierecht. Ook is zij promovendus bij UCERF van de Universiteit Utrecht.
Opinie

De rol, invloed en leiderschap van het ‘Globale Zuiden’

Trefwoorden Ontwikkelingslanden, Globale Zuiden, NAM, G77, G7, zuid-zuid samenwerking, leiderschap
Auteurs Kriesnadath Nandoe
SamenvattingAuteursinformatie

    De groeiende invloed van de ontwikkelingslanden, thans ook aangeduid als het ‘Globale Zuiden’, is na de oprichting van de Beweging van Ongebonden Landen [NAM] en de G77 belangrijk toegenomen.
    Dit blijkt onder meer door hun participatie in de G20, de BRICS, Shanghai Cooperation Council, The New Development Bank en het Contingent Reserve Arrangement.
    De landen van het ‘Globale Zuiden’ hebben uiteenlopende ideologieën, bestuurssystemen en ontwikkelingsniveaus en in dit verband kan de vraag worden gesteld welke landen aanspraak kunnen maken op het leiderschap.
    Verwacht wordt dat naast China en daarna India ook andere landen op basis van hun demografisch en economisch potentieel in de komende jaren daarvoor in aanmerking kunnen komen. Het is echter van groot belang dat de eenheid in het ‘Globale Zuiden’ blijft bewaard en versterkt en dat de samenwerking met de G7 wordt geïntensiveerd.


Kriesnadath Nandoe
Mr. Kriesnadath Nandoe MSc is oud-ambassadeur en oud-voorzitter van het Institute of International Relations van de ADEK Universiteit van Suriname
Jurisprudentie

Vonnis Kantongerecht in het Eerste Kanton 12 maart 2024, CIVAR no. 202202372

Eindvonnis

Trefwoorden contracterende partijen, werkelijk gemaakte kosten, te besteden uren, geraamde kosten, raming
Jurisprudentie

Vonnis in kort geding in Kantongerecht in het Eerste Kanton 31 juli 2024, CIVAR No. 202400648

Eindvonnis

Trefwoorden Gemengde huurovereenkomst, Huurwet Woonruimte 2020, Opzegging huurovereenkomst, nietigheid, Voortzetting huurovereenkomst
Jurisprudentie

Vonnis in kort geding in het Kantongerecht in het Eerste Kanton 16 mei 2024, CIVAR No. 202400786

Trefwoorden IA Hof voor de Rechten van de Mens, IA Mensenrechten Systeem, Free prior and informed consent, In stamverband levende volkeren, Collectieve rechtspersoonlijkheid
Jurisprudentie

Vonnis in kort geding in Kantongerecht in het Eerste Kanton 25 juli 2024, CIVAR no. 202402985

Trefwoorden Schending abbb, Administratief beroepsorgaan, Art 158 lid 2 Gw, Rechtszekerheid- vertrouwensbeginsel, Onrechtmatig handelen