Nter_1382-4120_2023_029_003_covr
Rss

Nederlands tijdschrift voor Europees recht

Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 5, 2010 Alle samenvattingen uitklappen
Artikel

Voorstellen tot aanpassing van het Europees farmaceutisch wetboek

Trefwoorden vervalste geneesmiddelen, publieksvoorlichting, geneesmiddelenbewaking
Auteurs Mr. M. de Bruin en Prof. mr. M. Schutjens
SamenvattingAuteursinformatie

    Het Europees farmaceutisch recht is in 45 jaar uitgegroeid tot een indrukwekkende verzameling van regels over onderwerpen die te maken hebben met de diverse aspecten van geneesmiddelen en de geneesmiddelenvoorziening. Ontwikkelingen op het gebied van vervalste geneesmiddelen, de behoefte aan structurele verzameling van gegevens over nadelige effecten van geneesmiddelengebruik en de behoefte aan publieksvoorlichting over geneesmiddelen hebben in december 2008 geleid tot een drietal voorstellen van de Europese Commissie tot wijziging van de bestaande regelgeving, die als één Pharmaceutical package zijn gepresenteerd.In het eerste gedeelte van dit artikel wordt in algemene zin een korte achtergrondschets gegeven van het Europees farmaceutisch recht en worden de belangrijkste pijlers aangestipt. In deel twee volgt een bespreking van de drie nieuwe voorstellen, waarbij de achtergrond en inhoud van deze voorstellen en de eerste conceptrapporten voor de behandeling in het Europees parlement aan de orde komen. In het laatste gedeelte wordt een aantal kanttekeningen bij de voorstellen geplaatst.


Mr. M. de Bruin
Mr. M. de Bruin is als juridisch adviseur op het gebied van het gezondheidszorg werkzaam bij Schutjens De Bruin.

Prof. mr. M. Schutjens
Prof. mr. M. Schutjens is als juridisch adviseur op het gebied van het gezondheidszorg werkzaam bij Schutjens De Bruin en is tevens bijzonder hoogleraar farmaceutisch recht aan de UU.
Artikel

Vergelijkende reclame; enkele beschouwingen

Trefwoorden vergelijkende reclame, oneerlijke handelspraktijken, misleiding, denigrerende reclame, lookalikes
Auteurs Mr. J.J.E. Bremer LL.M.
SamenvattingAuteursinformatie

    In dit artikel zullen enkele recente ontwikkelingen op het terrein van het recht van de vergelijkende reclame de revue passeren. Allereerst zal aandacht worden besteed aan het begrip ‘vergelijkende reclame’ en de reikwijdte daarvan. Daarna zullen ontwikkelingen op het terrein van de misleidende vergelijkende reclame worden besproken, waaronder de gevolgen van de implementatie van de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken en de jurisprudentie ten aanzien van misleidende omissies. Vervolgens zal aan de hand van enkele voorbeelden uit recente jurisprudentie de stand van zaken ten aanzien van denigrerende of kleinerende vergelijkende reclame worden geïllustreerd. Tot slot wordt een uitstap gemaakt naar het tradioneel meer tot het terrein van het merkenrecht gerekende onderwerp van de lookalike-producten en wordt de mogelijke relevantie van het recht betreffende vergelijkende reclame voor deze producten besproken.


Mr. J.J.E. Bremer LL.M.
Mr. J.J.E. Bremer LL.M. is werkzaam als advocaat bij BarentsKrans.
Artikel

De herziene Groepsvrijstelling en richtsnoeren verticale beperkingen: never change a winning team?

Trefwoorden herziene Groepsvrijstelling, richtsnoeren verticale beperkingen, onlineverkooprestricties, Hardcore restricties
Auteurs Mr. S.J.H. Evans
SamenvattingAuteursinformatie

    Ondernemingen die momenteel onderhandelen over het aangaan van een verticale overeenkomst zijn gewaarschuwd: op 1 juni a.s. treedt Verordening (EG) nr. 330/2010 betreffende de toepassing van artikel 101 lid 3 VWEU op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen (de ‘nieuwe Groepsvrijstelling’) in werking. Bestaande verticale overeenkomsten dienen binnen één jaar aan de nieuwe regels te worden aangepast. Ook dit keer gaat de Groepsvrijstelling gepaard met richtsnoeren die ondernemingen dienen te helpen bij de mededingingsrechtelijke beoordeling van door hen aangegane verticale overeenkomsten. Op basis van haar ervaring en de opmerkingen van belanghebbenden achtte de Commissie een fundamentele wijziging van de bestaande Groepsvrijstelling niet noodzakelijk: never change a winning team. Of deze veronderstelling terecht is, zal hierna worden nagegaan.


Mr. S.J.H. Evans
Mr. S.J.H. Evans is werkzaam bij het Europa Instituut (Universiteit Utrecht) en is tevens werkzaam als professional support lawyer bij De Brauw Blackstone Westbroek N.V.
Jurisprudentie

De doorwerking van richtlijnen en algemene beginselen van EU-recht

De stand van zaken na het arrest Kücückdeveci

Trefwoorden uitsluitende directe werking, Kücükdeveci, Handvest van de Grondrechten
Auteurs Dr. H. de Waele en Mr. I. Kieft
SamenvattingAuteursinformatie

    Kücükdeveci is een mijlpaalarrest. Het verruimt de mogelijkheden voor richtlijnen om ‘horizontale effecten’ te sorteren, en voegt zo een belangrijk nieuw hoofdstuk toe aan een klassiek hoofdpijndossier. In geschillen tussen particulieren lijkt er voortaan vaker dan voorheen, over de band van de zogenoemde ‘uitsluitende directe werking’ van Europese regels, een beroep op bepalingen uit richtlijnen te kunnen worden gedaan. Daarbij wordt eerdere jurisprudentie over de doorwerking van algemene beginselen van EU-recht uitgebreid. Het arrest leidt echter tevens tot vervagende grenzen tussen de Europeesrechtelijke kernleerstukken. Verder dreigt het gevaarlijke spanningen op te roepen, zowel tussen rechters als tussen lidstaten, onder meer door een (potentieel) brisante passage over het Handvest van de Grondrechten. Al met al vormt het oordeel een ware Fundgrube voor verdere wetenschappelijke theorievorming; daarnaast reikt het advocaten en magistraten een aantal praktische handvatten voor de toekomst aan.


Dr. H. de Waele
Dr. H. de Waele is universitair docent Europees recht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Mr. I. Kieft
Mr. I. Kieft is advocaat te Amsterdam bij De Brauw Blackstone Westbroek N.V.