For 22 years, an MoU between KLM and the Dutch State shielded KLM from criminal prosecution for transporting passengers without proper travel documentation. Meanwhile, other airlines were held criminally liable numerous times. This inequality caused the Amsterdam Court of Appeal to declare prosecutions of other airlines inadmissible in both 2008 and 2021, as the Dutch State had demonstrated an insufficient effort to conclude an MoU with them as well. Recently disclosed documents shed more light on the full scope of the unequal treatment of other airlines, raising questions on the possibility of reviewing their previous convictions as well as whether the MoU with KLM could be characterized as a form of unlawful state aid. |
Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving
Meer op het gebied van Strafrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Behoefte aan samenhang |
Auteurs | Mr. dr. J.P. Cnossen |
Auteursinformatie |
Artikel |
All airlines are equal, but some are more equal than othersHow KLM avoided prosecution for 20 years and millions in fines with the blessing of the Dutch authorities |
Trefwoorden | procesorde, gelijkheidsbeginsel, zorgplicht vervoerders en luchtvaartmaatschappijen, air carrier liability, artikel 4 Vreemdelingenwet |
Auteurs | Mr. K.J.M. de Bel en Mr. Th.O.M. Dieben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Openbaarmaking van sanctiebesluiten en overtredingen op grond van de Wft: waar zijn de waarborgen? |
Trefwoorden | openbaarmaking, naming and shaming, Wft, evenredigheidstoets, AFM, DNB |
Auteurs | Mr. H.S. Al-Nassar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de openbaarmaking van sanctiebesluiten en overtredingen op basis van de Wft moet de toezichthouder een evenredigheidstoets uitvoeren. Als de nadelen van openbaarmaking onevenredig zijn ten opzichte van de beoogde doelen, moet de publicatie zo worden vormgegeven dat deze niet te herleiden is tot de gesanctioneerde. Deze toets wordt vaak terughoudend toegepast, waardoor de rechten van de gesanctioneerde niet altijd voldoende gewaarborgd zijn. Dit artikel verkent hoe deze evenredigheidstoets in de praktijk wordt toegepast en welke handvatten het internationaal en Europees recht bieden voor een herijking van de evenredigheidstoets. |
Artikel |
Van signalering tot bestraffing van belastingfraude: over het volwassenheidsniveau van fiscale rechtsbescherming 40 jaar na ‘Öztürk tegen Duitsland’ |
Trefwoorden | fiscale fraude, fiscale boete, rechtsbescherming, criminal charge, straf |
Auteurs | Mr. dr. C. Hofman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Omdat fiscale boetes en straffen als criminal charge kwalificeren, zijn op de fiscaal overtreder de rechten van artikel 6 EVRM, die toezien op een eerlijk proces, van toepassing. Het zijn deze rechten waarmee de autoriteiten in de vorm van waarborgen rekening moeten houden. Voor fiscale criminal charges geldt een hogere mate van rechtsbescherming dan voor fiscale maatregelen die geen criminal charge opleveren (zoals navordering of naheffing). Deze bijdrage gaat over actuele ontwikkelingen binnen deze waarborgen in de verschillende fasen van signalering tot bestraffing van fiscale fraude. |
Trending Topics |
Een stap naar meer uniformiteit in het UBO-begrip |
Trefwoorden | UBO, UBO-register, Wwft, FATF, legitiem belang |
Auteurs | Prof. mr. dr. B. Snijder-Kuipers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nieuwe Europese antiwitwasregels zorgen voor een uitbreiding van verplichtingen voor overheden en bedrijven. Eén van de wijzigingen betreft de definitie van de uiteindelijk belanghebbende (UBO) en de registratie van UBO’s in het UBO-register. Voor de wetgever, rechters, toezichthouders, Wwft-instellingen (zoals banken, advocaten, notarissen en accountants) is het van belang kennis te nemen van de fundamentele wijzigingen op dit gebied. In deze bijdrage wordt ingegaan op de huidige en de nieuwe wetgeving inclusief het overgangsregime. |
Jurisprudentie |
De bestuurlijke sanctionering van examenfraude: herstel of bestraffing?Annotatie bij ABRvS 4 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3601 |
Trefwoorden | Examenfraude, Bestuursstrafrecht, Cautie, Onderwijsrecht, Bestraffende sanctie |
Auteurs | Mr. dr. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het onderwijsrecht wordt het uitsluiten van de mogelijkheid om deel te nemen aan een volgend tentamen of examen door de ABRvS aangemerkt als een bestraffende sanctie in de zin van art. 5:2 lid 1 aanhef en onder c Awb. Een formeel-wettelijke grondslag voor het aanmerken van de uitsluiting als een bestraffende sanctie lijkt echter te ontbreken. Artikel 7.12b lid 2 WHW biedt daarvoor onvoldoende grondslag. |