-
Samenvatting
Uit de jurisprudentie van het Hof van Justitie blijkt dat de Nederlandse toepassing van de Dublinverordening, die bepaalt welke lidstaat verantwoordelijk is voor een asielverzoek, niet altijd in overeenstemming is met het beginsel van effectieve rechterlijke bescherming. Deze bijdrage behandelt specifiek de arresten S.S., N.Z., S.S. en E.N., S.S., J.Y. over de opschorting van Dublinoverdrachtstermijnen.
HvJ 30 maart 2023, C-338/21, ECLI:EU:C:2023:269 (S.S., N.Z., S.S.) en HvJ 30 maart 2023, C-556/21, ECLI:EU:C:2023:272 (E.N., S.S., J.Y.)
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Article | De opschorting van Dublinoverdrachtstermijnen tussen effectieve rechterlijke bescherming en procedurele autonomie in |
Trefwoorden | Dublinverordening, overdrachtstermijn, effectieve rechterlijke bescherming, mensenhandel, voorlopige voorziening |
Auteurs | Dr. L. Hillary LLM |
DOI | 10.5553/NtER/138241202023029007003 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.