-
Samenvatting
Een nationale regeling van een lidstaat die erin voorziet dat hogeronderwijsinstellingen uit andere lidstaten onderwijsprogramma’s in beginsel enkel mogen aanbieden wanneer die programma’s uitsluitend in de officiële taal van die lidstaat worden aangeboden, vormt een beperking op de vrijheid van vestiging. Wanneer deze verplichting tot doel heeft het gebruik van de officiële taal/talen van de lidstaat te beschermen is er sprake van een legitiem doel dat een beperking op deze vrijheid kan rechtvaardigen. Deze beperking dient echter geschikt, noodzakelijk en evenredig te zijn om het doel te bereiken. De zaak Cilevičs is van belang vanwege de zeer concrete invulling van de geschiktheidseis door het Hof van Justitie en de gevoelige achterliggende politieke kwestie die door het Hof van Justitie onbesproken blijft, meer bepaald de (mogelijke) aantasting van de taalrechten van de grote Russischtalige minderheid in Letland.
HvJ 7 september 2022, C-391/20, ECLI:EU:C:2022:638 (Cilevičs e.a.).
Nederlands tijdschrift voor Europees recht |
|
Article | Het arrest CilevičsTaaleisen ter bescherming van de nationale identiteit: dubieuze gevolgen voor de onderwijstoegankelijkheid? |
Trefwoorden | vrijheid van vestiging, bescherming van de officiële taal, nationale identiteit, evenredigheid |
Auteurs | Prof. dr. S.L.T. Schoenmaekers |
DOI | 10.5553/NtER/138241202022028009005 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.