In het kader van door de Commissie aangespannen inbreukprocedures tegen Hongarije heeft het Hof van Justitie opmerkelijke arresten gewezen. Wetten die enerzijds financiële steun uit het buitenland aan maatschappelijke organisaties (ngo’s) en anderzijds de vestiging en dienstverlening door buitenlandse hogeronderwijsinstellingen in Hongarije aan aanzienlijke beperkingen onderwierpen, werden aan een kritisch onderzoek onderworpen. Het Hof van Justitie concludeerde dat ze in strijd waren niet alleen met artikel 63 VWEU, artikel 49 VWEU en artikel 16 Dienstenrichtlijn, maar ook met bepalingen in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie over het recht op vereniging, het recht op bescherming van het privéleven en van persoonsgegevens, de eerbiediging van de academische vrijheid, het recht op onderwijs en de vrijheid van ondernemerschap. In een van de arresten werd eveneens strijd met bepalingen van de GATS aangenomen. Beide procedures houden nauw verband met elkaar: zij beoogden beide een open samenleving in Hongarije te beschermen. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Vrij verkeer |
Commissie en Hof van Justitie op de bres voor een open samenlevingArresten Commissie tegen Hongarije |
Trefwoorden | dienstverlening, GATS, grondrechten, kapitaalverkeer, vestiging |
Auteurs | Mr. T.P.J.N. van Rijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vrij verkeer |
Kinderontvoering en het vrij verkeer van EU-burgersEuropese grenzen aan de bevoegdheid tot strafbaarstelling |
Trefwoorden | burgerschap van de Unie, reis- en verblijfrecht, Verordening Brussel II-bis, bescherming van het kind, strafbepaling kinderontvoering |
Auteurs | Prof. dr. A.A.M. Schrauwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het arrest ZW geeft het Hof van Justitie antwoord op de vraag of het recht op vrij verkeer van burgers van de Unie belet dat een lidstaat voor ontvoering van een kind naar een andere lidstaat een strengere strafmaat hanteert dan voor ontvoering van een kind binnen een lidstaat. Hiermee wordt tevens duidelijk welk gewicht lidstaten toe moeten kennen aan de Brussel II-bis-verordening. |
Rechtsbescherming |
Een nieuw EU-sanctieregime tegen ernstige schendingen van de mensenrechten |
Trefwoorden | EU-sancties, mensenrechten, rechtsbescherming, implementatie |
Auteurs | Prof. dr. C.M.J. Ryngaert en Prof. dr. R.A. Wessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In december 2020 nam de Europese Unie een Global Human Rights Sanctions Regime aan. Het nieuwe sanctieregime past binnen de ambities van de EU om een bijdrage te leveren aan de wereldwijde bescherming van mensenrechten. Dit artikel bespreekt de behoefte aan dit regime, zijn reikwijdte, de geboden rechtsbescherming en de implementatie door de lidstaten. De auteurs stellen onder meer dat het juridisch onduidelijk is waarom het nodig was dit regime in te stellen. Ook vragen zij zich af of de politieke besluitvorming die ten grondslag ligt aan het regime, voldoende in staat is om rechtstatelijke waarborgen te garanderen. |
Rechtsbescherming |
De financiële crisis en de niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie als rechtsbeschermingsinstrumentArrest in de gevoegde zaken Chrysostomides en Bourdouvali |
Trefwoorden | financiële crisis, Eurogroep, toegang tot de Unierechter, niet-contractuele aansprakelijkheid van de Unie |
Auteurs | Mr. M.K. Bulterman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 2012 verleent het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) financiële steun aan lidstaten die in financiële nood verkeren, wanneer deze nood zo groot is dat dit de financiële stabiliteit van de eurozone in gevaar brengt. Om voor steun in aanmerking te komen moeten lidstaten aan strenge voorwaarden voldoen en ingrijpende maatregelen nemen. Die maatregelen kunnen ook individuele burgers en bedrijven hard treffen. Dat roept de vraag op welke rechtsbescherming het Gerecht en het Hof van Justitie kunnen bieden aan gedupeerde particulieren. Het arrest in de gevoegde zaken Chrysostomides en Bourdouvali van 16 december 2020 is de recentste uitspraak in een serie arresten die hierover meer duidelijkheid geven. Dit arrest is met name van belang vanwege het oordeel van het Hof van Justitie over de positie van de Eurogroep binnen het institutionele kader van de Unie en de mogelijkheid de rechtmatigheid van de handelingen van de Eurogroep in een direct beroep bij de Unierechter ter discussie te stellen. |
Strafrecht |
Zorgen om de rechtsstaat in Polen bij uitvoering van een Europees aanhoudingsbevel |
Trefwoorden | Europees aanhoudingsbevel, overlevering, Rule of Law, onafhankelijkheid rechtspraak Polen |
Auteurs | Prof. mr. P.A.M. Verrest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft in een arrest van 17 december 2020 prejudiciële vragen beantwoord van de rechtbank Amsterdam. De rechtbank wilde weten of de aantasting van de onafhankelijkheid van de rechtspraak in Polen betekent dat de overlevering van personen aan die lidstaat op grond van een Europees aanhoudingsbevel dient te worden geweigerd, ook zonder de concrete omstandigheden in de desbetreffende zaak aan een gedetailleerd onderzoek te onderwerpen. Het Hof van Justitie herhaalt dat de dreiging van een mensenrechtenschending voor de opgeëiste persoon altijd moet worden beoordeeld op het niveau van de individuele zaak. Er is bovendien geen reden om een Poolse rechter niet langer als ‘rechterlijke autoriteit’ in de zin van het kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel aan te merken. |
Milieu |
Het voorzorgsbeginsel in de Habitatrichtlijn en een programmatische aanpak van de stikstofcrisis: water en vuur? |
Trefwoorden | Habitatrichtlijn, voorzorgsbeginsel, programmatische aanpak |
Auteurs | Mr. dr. R. Kegge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie oordeelde in het arrest over het Programma Aanpak Stikstof dat een programmatische aanpak op grond van artikel 6 Habitatrichtlijn niet is uitgesloten. Tegelijk oordeelde het Hof van Justitie dat het voorzorgsbeginsel als bedoeld in artikel 6 lid 3 Habitatrichtlijn onverkort in acht moet worden genomen voor alle projecten binnen het programma. Belangrijke vragen zijn hoe dit met elkaar te verenigen is en onder welke voorwaarden een programmatische aanpak dan mogelijk is. Vragen die relevant blijven nu zowel in de Wet natuurbescherming en het recente wetsvoorstel stikstofreductie en natuurherstel als in de komende Omgevingswet is voorzien in een programmatische aanpak. |