De Europese Commissie heeft onlangs een mededeling gepubliceerd met een voorstel voor het toekomstig mededingingsrechtelijk kader voor de motorvoertuigensector. In het voorstel geeft de Commissie aan de in de sector gehanteerde verticale overeenkomsten niet meer te onderwerpen aan een sectorspecifieke groepsvrijstelling, maar de algemene groepsvrijstellingsverordening voor verticale overeenkomsten van toepassing te verklaren (aangevuld met sectorspecifieke richtsnoeren). Als het voorstel wordt doorgezet veranderen er wellicht een aantal kenmerkende factoren van het mededingingsrechtelijk kader die door de huidige sectorspecifieke Groepsvrijstellingsverordening 1400/2002 in het leven zijn geroepen. Dit wordt in dit artikel kort toegelicht. |
Nederlands tijdschrift voor Europees recht
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Jurisprudentie |
Het beroep op het bezit van een nationaliteit in geval van dubbele nationaliteitEnkele aantekeningen naar aanleiding van de uitspraak Hadadi (C-168/08) van het Hof van Justitie |
Trefwoorden | internationaal echtscheidingsrecht, dubbele gemeenschappelijke nationaliteit, Gezinsherenigingsrichtlijn, Verordening Brussel II bis |
Auteurs | Prof. dr. V. Van den Eeckhout |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Het beoogd toekomstig mededingingsrechtelijk kader voor de motorvoertuigensector |
Trefwoorden | Verordening 1400/2002, verticale overeenkomsten, groepsvrijstelling, motorvoertuigen |
Auteurs | Mr. M. Kuijper |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jurisprudentie |
De groepsrentebox: verduidelijking van staatssteuncriteria gewenst en gekregen? |
Trefwoorden | groepsrentebox, groepsvenootschappen, selectiviteitsbegrip, fiscale autonomie lidstaten |
Auteurs | Prof. mr. dr. R.H.C. Luja |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de groepsrenteboxbeschikking heeft de Commissie zich uitgesproken over fiscale dispariteiten en de toerekening daarvan in het kader van staatssteun. Daarnaast heeft zij getracht helderheid te verschaffen over de vraag of voordelen die beperkt zijn tot ondernemingen die deel uit moeten maken van een groep per definitie selectief zijn. In deze bijdrage worden beide onderwerpen nader besproken. |
Artikel |
Omzetting van het kaderbesluit slachtofferzorg in beleidsregels van het Openbaar Ministerie of in formele wetgeving? |
Trefwoorden | Kaderbesluit slachtofferzorg, OM-beleidsregels, omzetting richtlijnen, formele wetgeving |
Auteurs | Mr. W. Geelhoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het kaderbesluit slachtofferzorg zou oorspronkelijk in beleid van het Openbaar Ministerie worden geïmplementeerd. Dat desondanks wetswijziging plaatsvindt, is vooral te danken aan overwegingen in het kader van de fundamentele herziening van het Wetboek van Strafvordering en niet aan het bestaan van het kaderbesluit. De jurisprudentie van het Hof van Justitie over de omzetting van richtlijnen, die ook op kaderbesluiten van toepassing is, brengt echter mee dat beleidsregels van het Openbaar Ministerie niet het juridisch bindende karakter bezitten dat voor omzetting is vereist. Opname in wettelijke regelingen is vrijwel onontkoombaar. Het OM verliest hierdoor een substantieel beleidsterrein aan de wetgever. |
Jurisprudentie |
Infopaq: het werkbegrip geharmoniseerd? |
Trefwoorden | auteursrechtelijke bescherming, werkbegrip, (gedeeltelijke) reproductie, harmonisatie |
Auteurs | Mr. H.M.H. Speyart |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 16 juli 2009 in de zaak Infopaq moest het Hof van Justitie het begrip ‘gedeeltelijke reproductie’ uitleggen, zoals dat wordt gebruikt in de Richtlijn auteursrecht in de informatiemaatschappij.1x Richtlijn 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij, Pb. EG 2001 L 167, p. 10, ‘Richtlijn’. Het heeft daarbij in één moeite door ook het auteursrechtelijk werkbegrip uitgelegd, terwijl veel IE-beoefenaars ervan uitgingen dat dit begrip niet geharmoniseerd was. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag of het werkbegrip inderdaad als geharmoniseerd moet worden beschouwd en worden de door het Hof gegeven interpretaties afgezet tegen de bestaande Nederlandse auteursrechtelijke rechtspraak. Noten
|