-
Samenvatting
De Rechtbank Rotterdam wees op 3 september 2008 (LJN BG0764) een vonnis over onder meer het toepasselijke recht op de afwikkeling van een nalatenschap. Zeker wanneer, zoals in deze zaak, de laatste gewone verblijfplaats van de erflater buiten Nederland was gelegen, is nog onduidelijk hoe hiermee naar het Nederlands internationaal erfrecht moet worden omgegaan.Terecht zoekt de rechtbank in eerste instantie aansluiting bij de regels van internationaal privaatrecht van het land van erflaters (buitenlandse) laatste gewone verblijfplaats. Vervolgens corrigeert de rechtbank het verwijzingsresultaat echter met een beroep op de doelmatigheid van de afwikkelingsprocedure. De uitspraak van de rechtbank wordt in deze bijdrage kritisch besproken. De toegepaste correctie doet in de ogen van de auteur namelijk afbreuk aan de toch al niet gemakkelijke hanteerbaarheid van de Nederlandse regels van internationaal afwikkelingsrecht.
Tijdschrift Erfrecht |
|
Jurisprudentie | Afwikkeling van de nalatenschap van een erflater met laatste gewone verblijfplaats buiten Nederland |
Trefwoorden | internationaal privaatrecht (IPR), internationaal erfrecht, afwikkeling nalatenschappen, internationaal afwikkelingsrecht, Wet conflictenrecht erfopvolging (art. 4 en 5) |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.