-
Samenvatting
Het Veiligheidsberaad was tijdens de coronacrisis formeel geen wetgever. De bevoegdheden waren van de burgemeesters, geconcentreerd bij de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s. Toch zou een redenering kunnen worden opgezet die Veiligheidsberaad tot de wetgevende macht van een lidstaat in de zin van artikel 3 EP EVRM rekent. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat het EHRM die conclusie zou hebben getrokken, verheldert de toepassing van het juridisch kader op de feiten van destijds wel de positie van het Veiligheidsberaad. Die kreeg iets weg van de plek die de Duitse Bundesrat inneemt in het Duitse theorie van het Exekutivföderalismus.
RegelMaat |
|
Article | Het Veiligheidsberaad als wetgeverBijzondere wetgeving tijdens de coronacrisis |
Trefwoorden | artikel 3 EP EVRM, Exekutivföderalismus |
Auteurs | G. Boogaard |
DOI | 10.5553/RM/0920055X2024039002004 |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.