-
Samenvatting
Laman Trap uitte in 1922 in de eerste jaargang van PROCES zijn vrees dat veroordeelden die waarschijnlijk voor voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.) in aanmerking kwamen zwaarder gestraft zouden worden, om een zekere minimale ‘netto’ straf te garanderen. Hij stelde dat de rechter bij zijn straftoemetingsbeslissing geen rekening mag houden met de voorwaardelijke invrijheidstelling, omdat het een wijze van tenuitvoerlegging is, waar de rechter niets over te zeggen heeft, en omdat de rechter niet zeker weet of de voorwaardelijke invrijheidstelling wel plaats zal vinden.
Nu, 90 jaar later, met de nieuwe v.i.-regeling, kan gesteld worden dat de v.i. een belangrijke rol speelt bij de straftoemeting. Dat heeft vooral te maken met dat v.i. niet mogelijk is als een deel van de straf voorwaardelijk is opgelegd. We zien daarom dat de rechter niet zozeer rekening houdt met de v.i. door een schepje bovenop de straf te doen, maar door goed in de gaten te houden of veroordeelden aan wie de gevangenisstraf deels voorwaardelijk wordt opgelegd, niet onbedoeld langer vast zitten dan veroordeelden die eenzelfde strafduur geheel onvoorwaardelijk moeten uitzitten. Om ongewenste ongelijkheid te voorkomen moet de rechter wel rekening houden met de v.i..
PROCES |
|
Artikel | De rechter mag bij zijn straftoemeting geen rekening houden met de v.i.: hij moet! |
Trefwoorden | voorwaardelijke invrijheidstelling, vervroegde invrijheidstelling, straftoemeting |
Auteurs | Mr. drs. Sigrid van van Wingerden |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.