-
Samenvatting
Per 1 mei 2010 treedt de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden volledig in werking. De wet is ook van toepassing op jeugdigen. In dit artikel wordt onderzocht hoe het DNA-onderzoek bij jeugdigen in het strafproces is geregeld. De wetgever heeft weinig aandacht besteed aan de bijzondere positie van de jeugdige. De Hoge Raad heeft bepaald dat voor jeugdigen geen generieke uitzondering bestaat. De rechtbanken zijn geneigd de jeugdige anders te behandelen dan dat de wetgever voorstaat. Het DNA-onderzoek bij jeugdigen is in het licht van de mensenrechtenverdragen disproportioneel: de wetgeving dient te worden aangepast.
PROCES |
|
Artikel | DNA-afname bij jeugdigen: noodzakelijk in een democratische samenleving? |
Trefwoorden | DNA-onderzoek, jeugdigen, belangenafweging, proportionaliteit |
Auteurs | Davina Moerman |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.