Menm_1387-6236_2024_027_002_covr
Rss

Markt & Mededinging

Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht

Over dit tijdschrift  

Meld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.

Aflevering 1, 2011 Alle samenvattingen uitklappen

Prof. mr. B.M.J. van der Meulen
Prof. mr. B.M.J. van der Meulen is hoogleraar Recht en Bestuur aan Wageningen Universiteit, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Levensmiddelenrecht en tevens redactielid van M&M.
Artikel

Verticale integratie tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders

Trefwoorden gezondheidszorg, verticale integratie, Europese schaderichtlijnen, mededingingstoezicht
Auteurs Mr. dr. E.H.M. Loozen, Prof. dr. F.T. Schut en Dr. M. Varkevisser
SamenvattingAuteursinformatie

    Minister Schippers (VWS) is een verklaard tegenstander van fusies tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Als gevolg van de Europese schaderichtlijnen kan zorgverzekeraars echter niet worden verboden om zorgaanbieders in bezit te hebben. Om verticale integratie sterk te ontmoedigen zou de minister kunnen besluiten om artikel 11 lid 1 Zvw te clausuleren. En wel zodanig dat zorgverzekeraars alleen nog zorg mogen aanbieden of vergoeden die wordt geleverd door zorgaanbieders waarmee de zorgverzekeraar niet organisatorisch verbonden is in de zin van artikel 24b van Boek 2 BW. Een dergelijke clausulering is echter hoogst onwenselijk. Zorgverzekeraars hebben dan minder mogelijkheden om hun zorgplicht waar te maken. Ook wordt de substantiële doelmatigheidswinst die met verticale integratie kan worden bereikt dan onmogelijk gemaakt. Behalve onwenselijk is het tegengaan van verticale integratie ook onnodig. Het huidige toezichtkader is toereikend om mededingingsproblemen te voorkomen. Met het oog op een doelmatige zorgverlening zou de minister toetreding van verticaal geïntegreerde zorgorganisaties moeten vergemakkelijken in plaats van tegenwerken.


Mr. dr. E.H.M. Loozen
Mr. dr. E.H.M. Loozen is werkzaam bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Prof. dr. F.T. Schut
Prof. dr. F.T. Schut is werkzaam bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Dr. M. Varkevisser
Dr. M.Varkevisser is werkzaam bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg (iBMG) van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Artikel

De ICN: het International Competition Network

Trefwoorden ICN, International Competition Network, internationale samenwerking mededinginsautoriteiten, technical assistance, soft law
Auteurs Mr. H.H.P. Lugard
SamenvattingAuteursinformatie

    Het International Competition Network (ICN) is een informeel netwerk van thans 114 mededingingsautoriteiten. De ICN richt zich op zaken die verband houden met de tenuitvoerlegging van het mededingingsrecht en - beleid en stelt zich ten doel praktijkervaringen en best practices onder ICN-leden te verspreiden, de advocacy-rol van mededingingsautoriteiten te ondersteunen en internationale samenwerking tussen mededingingsautoriteiten te bevorderen. Daarnaast faciliteert de ICN technical assistance door ervaren mededingingsautoriteiten aan minder ervaren autoriteiten. Deze bijdrage gaat in op de belangrijkste kenmerken van de ICN, de organisatie van de ICN, de ontstaansgeschiedenis, de activiteiten, de vraag of de ICN succesvol is en de toekomst van de ICN.


Mr. H.H.P. Lugard
Mr. H.H.P. Lugard is onder andere als Ass. Professor verbonden aan het Tilburg Law and Economy Center (TILEC). Sinds 2004 is hij als NGA bij de ICN betrokken.
Jurisprudentie

AstraZeneca/Commissie

Trefwoorden AstraZeneca, misbruik, regelgeving, geneesmiddelensector, toolbox
Auteurs Mr. P.P.J. van Ginneken
SamenvattingAuteursinformatie

    GvEA 1 juli 2010, zaak T-321/05, AstraZeneca AB e.a./Commissie, n.n.g. Misbruik van regelgeving in de geneesmiddelensector.
    In de uitspraak van het Gerecht van 1 juli 2010 spreekt het Gerecht zich voor de eerste keer uit over misbruik van regelgeving in de geneesmiddelensector. In deze uitspraak beoordeelt het Gerecht de verhouding tussen enerzijds het mededingingsrecht en anderzijds het octrooirecht en de geneesmiddelenregulering. Het Gerecht bevestigt dat het kunstmatig verlengen van de octrooirechtelijke en regulatoire bescherming van een geneesmiddel misbruik van machtspositie oplevert. De uitspraak van het Gerecht is een overwinning voor de Commissie, die graag de toolbox van de octrooihoudende geneesmiddelenproducenten wil aanpakken.


Mr. P.P.J. van Ginneken
Mr. P.P.J. van Ginneken is advocaat bij Brinkhof in Amsterdam.
Jurisprudentie

CRV/NMa

Trefwoorden LJN BN9947, misbruik van machtspositie, getrouwheidskortingen, effect, economische benadering
Auteurs Dr. mr. M.M. Slotboom en Mr. S.G.H. ter Wee
SamenvattingAuteursinformatie

    Terwijl uit Europese rechtspraak lijkt te volgen dat een getrouwheidskortingsregeling van een dominante onderneming geacht wordt per definitie een mededingingsbeperkend gevolg te hebben of te kunnen hebben, biedt het CBb in zaak CRV Holding BV/Raad van Bestuur NMa de mogelijkheid aan een dominante onderneming om aan te tonen dat in de haar getrouwheidskorting geen beperking van de mededinging tot gevolg kan hebben gehad.


Dr. mr. M.M. Slotboom
Dr. mr. M.M. Slotboom is advocaat bij Simmons & Simmons LLP te Brussel.

Mr. S.G.H. ter Wee
Mr. S.G.H. ter Wee is advocaat bij Simmons & Simmons LLP te Brussel.
Jurisprudentie

CBb oordeelt dat NMa onderzoek in zaak mobiele operators deels overnieuw moet doen

Trefwoorden oafg, informatie-uitwisseling, anic-bewijsvermoeden
Auteurs Mr. L.E.J. Korsten
SamenvattingAuteursinformatie

    In de langslepende zaak van de mobiele operators heeft het CBb, na de prejudiciële uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak T-Mobile Netherlands (zaak C-08/8), geoordeeld dat de NMa haar onderzoek deels overnieuw moet doen. De rechtbank was reeds in beroep tot deze conclusie gekomen. Dit oordeel is nu in hoger beroep door het CBb bevestigd. De NMa zal derhalve alsnog het door de mobiele operators gevoerde verweer moeten beoordelen dat het causaal verband tussen de door het CBb vastgestelde onderlinge afstemming en het daarop volgende marktgedrag van de mobiele operators ontbreekt.


Mr. L.E.J. Korsten
Mr. L.E.J. Korsten is advocaat bij DLA Piper Nederland N.V.

Mr. B.J. Drijber
Mr. B.J. Drijber is advocaat en partner bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn en tevens redactielid van M&M.