Minister Schippers (VWS) is een verklaard tegenstander van fusies tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders. Als gevolg van de Europese schaderichtlijnen kan zorgverzekeraars echter niet worden verboden om zorgaanbieders in bezit te hebben. Om verticale integratie sterk te ontmoedigen zou de minister kunnen besluiten om artikel 11 lid 1 Zvw te clausuleren. En wel zodanig dat zorgverzekeraars alleen nog zorg mogen aanbieden of vergoeden die wordt geleverd door zorgaanbieders waarmee de zorgverzekeraar niet organisatorisch verbonden is in de zin van artikel 24b van Boek 2 BW. Een dergelijke clausulering is echter hoogst onwenselijk. Zorgverzekeraars hebben dan minder mogelijkheden om hun zorgplicht waar te maken. Ook wordt de substantiële doelmatigheidswinst die met verticale integratie kan worden bereikt dan onmogelijk gemaakt. Behalve onwenselijk is het tegengaan van verticale integratie ook onnodig. Het huidige toezichtkader is toereikend om mededingingsproblemen te voorkomen. Met het oog op een doelmatige zorgverlening zou de minister toetreding van verticaal geïntegreerde zorgorganisaties moeten vergemakkelijken in plaats van tegenwerken. |
Markt & Mededinging
Meer op het gebied van Europees recht en mededingingsrecht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Redactioneel |
Van EZ naar EL&I: internalisering van de spanning mededinging en voedselvoorziening |
Auteurs | Prof. mr. B.M.J. van der Meulen |
Auteursinformatie |
Artikel |
Verticale integratie tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders |
Trefwoorden | gezondheidszorg, verticale integratie, Europese schaderichtlijnen, mededingingstoezicht |
Auteurs | Mr. dr. E.H.M. Loozen, Prof. dr. F.T. Schut en Dr. M. Varkevisser |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De ICN: het International Competition Network |
Trefwoorden | ICN, International Competition Network, internationale samenwerking mededinginsautoriteiten, technical assistance, soft law |
Auteurs | Mr. H.H.P. Lugard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het International Competition Network (ICN) is een informeel netwerk van thans 114 mededingingsautoriteiten. De ICN richt zich op zaken die verband houden met de tenuitvoerlegging van het mededingingsrecht en - beleid en stelt zich ten doel praktijkervaringen en best practices onder ICN-leden te verspreiden, de advocacy-rol van mededingingsautoriteiten te ondersteunen en internationale samenwerking tussen mededingingsautoriteiten te bevorderen. Daarnaast faciliteert de ICN technical assistance door ervaren mededingingsautoriteiten aan minder ervaren autoriteiten. Deze bijdrage gaat in op de belangrijkste kenmerken van de ICN, de organisatie van de ICN, de ontstaansgeschiedenis, de activiteiten, de vraag of de ICN succesvol is en de toekomst van de ICN. |
Jurisprudentie |
AstraZeneca/Commissie |
Trefwoorden | AstraZeneca, misbruik, regelgeving, geneesmiddelensector, toolbox |
Auteurs | Mr. P.P.J. van Ginneken |
SamenvattingAuteursinformatie |
GvEA 1 juli 2010, zaak T-321/05, AstraZeneca AB e.a./Commissie, n.n.g. Misbruik van regelgeving in de geneesmiddelensector. |
Jurisprudentie |
CRV/NMa |
Trefwoorden | LJN BN9947, misbruik van machtspositie, getrouwheidskortingen, effect, economische benadering |
Auteurs | Dr. mr. M.M. Slotboom en Mr. S.G.H. ter Wee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Terwijl uit Europese rechtspraak lijkt te volgen dat een getrouwheidskortingsregeling van een dominante onderneming geacht wordt per definitie een mededingingsbeperkend gevolg te hebben of te kunnen hebben, biedt het CBb in zaak CRV Holding BV/Raad van Bestuur NMa de mogelijkheid aan een dominante onderneming om aan te tonen dat in de haar getrouwheidskorting geen beperking van de mededinging tot gevolg kan hebben gehad. |
Jurisprudentie |
CBb oordeelt dat NMa onderzoek in zaak mobiele operators deels overnieuw moet doen |
Trefwoorden | oafg, informatie-uitwisseling, anic-bewijsvermoeden |
Auteurs | Mr. L.E.J. Korsten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de langslepende zaak van de mobiele operators heeft het CBb, na de prejudiciële uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak T-Mobile Netherlands (zaak C-08/8), geoordeeld dat de NMa haar onderzoek deels overnieuw moet doen. De rechtbank was reeds in beroep tot deze conclusie gekomen. Dit oordeel is nu in hoger beroep door het CBb bevestigd. De NMa zal derhalve alsnog het door de mobiele operators gevoerde verweer moeten beoordelen dat het causaal verband tussen de door het CBb vastgestelde onderlinge afstemming en het daarop volgende marktgedrag van de mobiele operators ontbreekt. |
Boekbespreking |
Anna Gerbrandy, Convergentie in het mededingingsrecht, Boom Juridische uitgevers 2009 |
Auteurs | Mr. B.J. Drijber |
Auteursinformatie |