Vanwege de naderende vierde en vijfde fase van de initiëlemargeverplichting voor niet-geclearde otc-derivaten onder EMIR wordt in deze bijdrage stilgestaan bij de vermogensrechtelijke overwegingen ten aanzien van deze verplichting. Het regelgevend kader wordt hierin geschetst, alsmede enige praktische overwegingen ten aanzien van de verplichte vermogensscheiding. |
Maandblad voor Vermogensrecht
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
Initiële marge en segregatie van zekerheden. Gelukkig gescheiden? |
Trefwoorden | EMIR, initial margin, vermogensscheiding, onderpand, bewaarneming |
Auteurs | Mr. K.J.C. Bader en Mr. D.J. Wickering |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De scheidslijn tussen hoofd- en schadestaatprocedure in 7:611-zakenEen analyse van het bijzondere procedureverloop leidend tot Autoster/Hendriks II |
Trefwoorden | schadestaatprocedure, bindende eindbeslissing, werkgeversaansprakelijkheid, verzekeringsplicht, art. 7:611 BW |
Auteurs | Mr. P.E. Bloemendal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het bijzondere procedureverloop leidend tot Autoster/Hendriks II geeft aanleiding tot een nadere beschouwing van de scheidslijn tussen de hoofd- en schadestaatprocedure in zaken over de 7:611-verzekeringsplicht. Geconcludeerd wordt dat in de hoofdprocedure niet alleen de aansprakelijkheidsgrond, maar steeds ook ten minste een deel van de causaliteit zou moeten worden beoordeeld. |
Artikel |
Verifieerbare vorderingen, de stand van zaken na Credit Suisse/Jongepier q.q. |
Trefwoorden | faillissement, verifieerbare vorderingen, wederkerige overeenkomsten, fixatiebeginsel, schadevergoedingsvordering |
Auteurs | Mr. D.D. Nijkamp en Mr. M.C.J. Jonckers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van Credit Suisse/Jongepier q.q. wordt besproken (1) in hoeverre vorderingen die voortvloeien uit reeds bestaande rechtsverhoudingen na faillissement ter verificatie ingediend kunnen worden, (2) of dit leidt tot een wenselijke uitkomst, en (3) in hoeverre hiermee tegemoet wordt gekomen aan de in de literatuur geuite kritiek op Koot Beheer/Tideman q.q. |
Artikel |
Bestuurdersaansprakelijkheid in theorieReactie op bespreking proefschrift |
Trefwoorden | Bestuurdersaansprakelijkheid, arbeidsrecht, ernstig verwijt, grove schuld, interpretatiemethoden |
Auteurs | Mr. dr. W.A. Westenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bevat een reactie op de bespreking door A.J.P Schild van het proefschrift ‘Bestuurdersaansprakelijkheid in theorie’ waarbij aandacht wordt gevestigd op de betekenis en oorsprong van de term ‘ernstig verwijt’. |