Op 4 april 2019 werd in België de eerste bouwsteen gelegd van een nieuw Burgerlijk Wetboek. Toen keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers van het federaal parlement de wet goed tot invoering van een Burgerlijk Wetboek en tot invoeging van Boek 8 ‘Bewijs’ in dat wetboek. De eerste grondige hervorming van het Belgische bewijsrecht sinds 1804 was daarmee een feit. Deze bijdrage schetst de vier hoofdlijnen die deze hervorming kenmerken: (1) het toegankelijk maken en codificeren van het geldende recht, (2) het bevestigen van het gereglementeerde bewijsstelsel, maar met de nodige versoepelingen, (3) het bewijsrecht aanpassen aan een moderne samenleving en (4) het verduidelijken van de regels inzake bewijslast en de bewijsstandaard. Tijdens de bespreking van deze hoofdlijnen wordt telkens ook aandacht besteed aan de gelijkenissen en verschillen met het Nederlandse bewijsrecht. |
Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging
Meer op het gebied van Burgerlijk (proces)recht
Over dit tijdschriftMeld u zich hier aan voor de attendering op dit tijdschrift zodat u direct een mail ontvangt als er een nieuw digitaal nummer is verschenen en u de artikelen online kunt lezen.
Artikel |
De hervorming van het bewijsrecht in BelgiëEen spiegeling aan het huidige en toekomstige Nederlandse recht |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, bewijsmedewerking, geschrift, bewijslast, bewijsstandaard |
Auteurs | Wannes Vandenbussche |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De prejudiciële procedure presteert prima. Indrukken uit de eerste 100 prejudiciële vragen aan de Hoge Raad |
Trefwoorden | rechtseenheid, rechtsontwikkeling, doorlooptijd, prejudiciële vragen |
Auteurs | Maartje Möhring en Sikke Kingma |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden de eerste indrukken van de prejudiciële praktijk besproken aan de hand van de vragen en uitspraken in de eerste honderd civiele prejudiciële vragen. Wat waren de bedoeling en de verwachting van de prejudiciële procedure, en lijkt dat in de eerste honderd zaken een beetje te zijn uitgekomen? Conclusie van de bijdrage is dat de verwachtingen lijken te zijn waargemaakt en dat de prejudiciële procedure een waardevolle uitbreiding is gebleken van ons rechtsvordelijke systeem. |
Artikel |
Het negatief narratief van het Nederlands executierecht |
Trefwoorden | beslagrecht, schuldeiser, schuldproblematiek, tenuitvoerlegging, informatieplicht |
Auteurs | Gijs Molkenboer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak vormt het sluitstuk van de procedure. In dit artikel wordt betoogd dat daarmee onderbelicht blijft dat het executierecht het fundament onder het procesrecht vormt. Het executierecht wordt in Nederland beschouwd als noodzakelijk alternatief voor eigenrichting – niet als een volwaardig recht dat de staat moet verlenen aan procespartijen. Maatschappelijke (schuld)problemen openbaren zich deels in het executierecht. De wetgever vermoedt een disbalans tussen schuldeisers en schuldenaren, neemt zonder meer aan dat deze in het executierecht kan worden rechtgezet en grijpt, zonder kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing, in. |