ALGEMENE MEDEDELING

In de loop van januari 2025 wordt deze online omgeving geïntegreerd in Boomportaal (www.boomportaal.nl), waarna deze omgeving wordt opgeheven. Vanaf dat moment linkt deze URL automatisch door naar Boomportaal.

Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
Michel Amafo, 'Wet Maritieme Zones 2017', Surinaams Juristenblad Aflevering 3 2024, DOI: 10.5553/SJB/056266842024061003009

    De wet introduceert een systeem van basislijnen. De Exclusieve Economische Zone van Suriname heeft een breedte van 200 Nm gemeten van de basislijn. De exploitatie van de levende natuurlijke hulpbronnen van Suriname vinden op basis van de Zeevisserijwet en het Kustvisserijbesluit plaats. De Zeevisserijwet regelt de voorwaarden waaraan vaartuigen moeten voldoen. Suriname heeft geen soevereiniteit maar soevereine rechten in het continentaal plateau. De sedentaire soorten zijn levende hulpbronnen en worden onder het regime van het continentaal plateau geëxploiteerd. De breedte van het continentaal plateau van Suriname ligt tussen de 350 Nm in het westen en 297 Nm in het oosten. Suriname heeft een contiguous zone ingesteld.

Dit artikel wordt geciteerd in

    • Inleiding

      In 2015 heeft ondergetekende in het eerste nummer van het Surinaams Juristenblad geschreven over de rechten van Suriname in de territoriale zee, de economische zone en het continentaal plateau (maritiem gebied).1x Amafo, Surinaams Juristenblad 2015/1. Sinds dat artikel zijn er enkele belangrijke wetten in werking getreden betreffende beheer en ontwikkeling van het maritiem gebied. De eerste wet is de Wet Instelling Kustwacht van 5 april 2017 (SB. 2017 no. 32).2x Amafo, Surinaams Juristenblad 2021/2. De tweede wet betreft de Wet Maritieme Zones van 7 april 2017 (SB. 2017 no. 41). Bij de inwerkingtreding van voornoemde wet, is de Wet Uitbreiding Territoriale Zee en Instelling van de aansluitende Economische Zone (SB.1978 no. 26) ingetrokken.3x Art. 32 lid 2 Wet van 7 april 2017, houdende regels inzake de Maritieme Zones van de Republiek Suriname en wijziging van de Zeevisserijwet 1980 en het Decreet Mijnbouw (SB. 2017 no. 41). Een andere wet betreft de Wet Fiscale Jurisdictie (SB. 2023 no. 19), waarin de bevoegdheid van de Republiek Suriname tot heffing van belastingen in het maritiem gebied wordt geregeld.
      Het doel van dit artikel is om de lezer enig inzicht te geven in de inhoud van de Wet Maritieme Zones (wet m.z.). De centrale vraag wordt als volgt geformuleerd: wat regelt de wet m.z., in hoeverre zijn de bepalingen van deze wet in overeenstemming met United Nations Convention on the Law of the Sea 1982 en welke aanpassingen behoeft deze wet?

    • Territoriale Zee

      De wet m.z. bepaalt in artikel 2 (art.) dat Suriname een territoriale zee (t.z.) van 12 Nautische mijlen (Nm) heeft. De t.z. heeft een breedte van 12 Nm gemeten vanaf de basislijn. Deze vaststelling is in overeenstemming met art. 3 van de United Nations Convention on the Law of the Sea 1982 (unclos).
      De wet m.z. introduceert overeenkomstig de artikelen 5 en 7 van unclos een systeem van basislijnen welke uit de laagwaterlijn en de rechte basislijnen bestaan. Deze punten zijn conform art. 6 lid 4 van de wet m.z. op de door Suriname erkende zeekaarten verwerkt. In tegenstelling tot wat in art. 33 van de wet m.z. is aangegeven, is de kaart met de buitengrens van de maritieme zones niet in de wet opgenomen.
      De rechte basislijnen worden voor de mondingen van de Corantijn-, Coppename-, Suriname- en Marowijne rivier getrokken. De wateren gelegen aan de zuidelijke zijde van de basislijnen worden tot de Surinaamse binnenwateren gerekend.4x Art. 8 lid 1, United Nations Convention on the Law of the Sea 1982.
      De t.z. wordt vanaf de laagwaterlijn en de rechte basislijnen gemeten. In art. 6 lid 1 van de wet m.z. zijn de coördinaten van de rechte basislijnen vastgelegd. De westelijke grens van de t.z. van Suriname is op 17 september 2007 in de uitspraak van het door Suriname en Guyana ingestelde unclos annex VII tribunaal ter beslechting van hun maritiem geschil vastgesteld.5x Arbitral tribunal constituted pursuant to article 287, and in accordance with annex VII of the United Nations Convention on the Law of the Sea 1982, Den Haag, 17 september 2007, p. 105. De loop van de oostelijke maritieme grens met Frankrijk is in 2018 door de Nationale Assemblee goedgekeurd. De afkondiging van de wet inzake akkoord Maritieme Afbakening tussen de regering van de Republiek Suriname en de regering van de Franse Republiek inclusief de verklaring tussen Suriname en Frankrijk inzake de samenwerking op maritiem gebied heeft ook in hetzelfde jaar plaatsgevonden (SB. 2018 no. 26).

      Juridische status

      In de t.z. heeft Suriname ingevolge art. 2 van de wet m.z. soevereiniteit en geen soevereine rechten. De Staat heeft volledig gezag over de t.z. Het wordt tot het grondgebied gerekend.
      Art. 2 van de wet m.z. is gebaseerd op art. 2 lid 1 van unclos:

      ‘The sovereignty of a coastal State extends, beyond its land territory and internal waters and, in the case of an archipelagic State, its archipelagic waters, to an ad­jacent belt of sea, described as the territorial sea.’

      De soevereiniteit van Suriname in de t.z. is niet beperkt tot de waterkolom maar heeft ook betrekking op het luchtruim boven de t.z. en over de bodem en de ondergrond van die zee. De exploratie en exploitatie van de natuurlijke hulpbronnen binnen de 12 Nm vinden daarom hun grondslag in de soevereiniteit van de kuststaat en niet op basis van het regime van de exclusieve economische zone of het continentaal plateau.

      Onschuldige doorvaart

      Het recht van onschuldige doorvaart is een belangrijke beperking op de Surinaamse soevereiniteit in de t.z. Deze beperking is in art. 2 lid 4 van de wet m.z. opgenomen.
      Opgemerkt wordt dat het recht van onschuldige doorvaart niet aan schepen doch aan Staten is verleend. Dit recht kan onder omstandigheden zoals voorgeschreven in art. 25 lid 3 van unclos, door Suriname worden opgeschort. De voornaamste reden voor opschorting betreft schietoefeningen. De bepaling betreffende opschorting is niet in de wet m.z. opgenomen. Dit is geen omissie aangezien art. 2 lid 4 van de wet m.z. bepaalt dat het recht van onschuldige doorvaart met in achtneming van de regels van het internationaal recht wordt verleend.

      Gevaren

      Suriname is op grond van art. 24 lid 2 van unclos ook gehouden om bekendheid te geven aan gevaren in de t.z. waarvan zij kennis draagt. De soevereiniteit brengt aldus niet alleen rechten met zich mee maar ook plichten. Mogelijke gevaren die kunnen ontstaan door onder andere exploratieboringen, seismische onderzoekingen of gezonken vaartuigen worden middels het bericht aan zeevarenden door de Maritieme Autoriteit Suriname aan de scheepvaart gecommuniceerd.6x ‘BAZ No.08 Exploratieboringen’, https://mas.sr. Het uitvoeren van reguliere hydrografische metingen en de productie van nautische kaarten moeten ook in het kader van bekendheid geven aan gevaren worden geplaatst. De Surinaamse meteorologische dienst publiceert ook weersvoorspellingen voor het scheepvaartverkeer voor de Surinaamse kust.7x ‘Marine forecast’, https://hydromet.sr.

    • Exclusieve Economische Zone

      De eez van Suriname heeft een breedte van 200 Nm gemeten van de basislijn.8x Art. 9 Wet van 7 april 2017, houdende regels inzake de Maritieme Zones van de Republiek Suriname en wijziging van de Zeevisserijwet 1980 en het Decreet Mijnbouw (SB. 2017 no. 41). De eez is een zone sui generis.9x The Law of the Sea, Robin Churchill, Vaughan Lowe, 1999 p. 166. In tegenstelling tot de t.z. heeft Suriname in de eez geen soevereiniteit maar soevereine rechten.10x Art. 10 Wet van 7 april 2017, houdende regels inzake de Maritieme Zones van de Republiek Suriname en wijziging van de Zeevisserijwet 1980 en het Decreet Mijnbouw (SB. 2017 no. 41). De keuze van het begrip soevereine rechten in plaats van soevereiniteit brengt tot uiting dat andere staten ook extensieve rechten in de eez hebben. In de eez van Suriname hebben andere staten onder andere de vrijheid van scheepvaart, de vrijheid van overvliegen en de vrijheid van het leggen van onderzeese kabels en pijpleidingen.11x Art. 13 Wet van 7 april 2017, houdende regels inzake de Maritieme Zones van de Republiek Suriname en wijziging van de Zeevisserijwet 1980 en het Decreet Mijnbouw (SB. 2017 no. 41). Deze bepaling is in overeenstemming met art. 58 lid 1 van unclos.
      Ten aanzien van de oprichting en het gebruik van kunstmatige eilanden, installaties en structuren, wetenschappelijk zeeonderzoek en de bescherming en het behoud van het zeemilieu heeft Suriname op grond van art. 10 lid 1 sub b. van de wet m.z. geen soevereine rechten maar rechtsmacht. De rechtsmacht van de Staat over de kunstmatige eilanden, installaties en structuren heeft onder andere betrekking op douane, gezondheid, immigratie en veiligheidsvoorschriften zoals geregeld in art. 60 lid 2 van unclos. De Wet Fiscale Jurisdictie (S.B. 2023 no. 19), heeft de bevoegdheid van de Republiek Suriname voor de heffing van belastingen in het maritiem gebied gepreciseerd.
      De soevereine rechten betreffen de exploratie en exploitatie van levende en niet-levende natuurlijke rijkdommen en het behoud en het beheer van de natuurlijke rijkdommen, levend en niet-levend, van de wateren boven de zeebodem en van de zeebodem en de ondergrond daarvan. De soevereine rechten hebben ook betrekking op andere economische activiteiten betreffende de exploratie en exploitatie van de zone zoals de opwekking van energie uit het water, de stromen en de winden.12x ‘Suriname’s Energy Market: The Potential for Wind Power Development | REVE News of the wind sector in Spain and in the world’, www.evwind.es, 19 juni 2023. Met deze bepalingen is de Surinaamse wetgeving met art. 56 van unclos gestroomlijnd.
      De westelijke grens van de eez van Suriname is eveneens op 17 september 2007 in de uitspraak van het door Suriname en Guyana ingestelde unclos annex VII-tribunaal ter beslechting van hun maritiem geschil vastgesteld.13x Arbitral tribunal constituted pursuant to article 287, and in accordance with annex VII, of the United Nations Convention on the Law of the Sea 1982, Den Haag, 17 September 2007, p. 130. De loop van de oostelijke grens met Frankrijk is zoals hierboven reeds is gesteld in 2018 door De Nationale Assemblee goedgekeurd en door de regering afgekondigd.

      Levende natuurlijke hulpbronnen14x De hulpbronnen van de zeebedding en de ondergrond daarvan worden ingevolge art. 56 lid 3 unclos onder het regime van het cp geëxploreerd en geëxploiteerd.

      De exploitatie van de levende natuurlijke hulpbronnen van Suriname vindt op ­basis van de Zeevisserijwet 1980 (S.B. 1980 no. 144) en het Kustvisserijbesluit (S.B. 1981 no. 166) plaats. De Zeevisserijwet regelt de voorwaarden waaraan vaartuigen moeten voldoen om als vissersvaartuig te mogen opereren in de t.z. en de eez.15x ‘Visserij Management Plan Suriname 2021-2025’, https://insightcrime.org. De havenmeester is belast met de keuring en registratie van vissersvaartuigen.16x Art. 1 lid k Wet van 31 december 1980, houdende regelen op het gebied van de zeevisserij (S.B. 1980 no. 144), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 2001 no. 120. De registratie vindt plaats in het Centraal Visserijregister.17x Art. 6 Wet van 31 december 1980, houdende regelen op het gebied van de zeevisserij (S.B. 1980 no. 144), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 2001 no. 120. De vergunning voor het uitoefenen van de kust- en zeevisserij wordt door de Minister van Landbouw, Veeteelt en Visserij verstrekt.18x Art. 18 lid 1; Wet van 31 december 1980, houdende regelen op het gebied van de zeevisserij (S.B. 1980 no. 144), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 2001 no. 120. Artikel 30 van de wet m.z. heeft de bepaling betreffende de visserijzone als genoemd in art. 1 lid d van de Zeevisserijwet geamendeerd waardoor deze behalve de t.z. en de eez ook het continentaal plateau (cp) behelst.

    • Continentaal Plateau

      In art. 15 van de wet m.z. worden de soevereine rechten van Suriname op het cp geregeld. Deze rechten betreffen onder andere de verkenning, de exploratie naar en de exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van het plateau, met inbegrip van de levende organismen die tot de sedentaire soorten behoren.19x ‘Staatsolie – Suriname’s National Energy, Oil & Gas Company – TotalEnergies Starts Pre-design for Development Block 58 Oil Field’, www.staatsolie.com. Suriname heeft geen soevereiniteit maar soevereine rechten in het cp. Ten aanzien van de oprichting en het gebruik van kunstmatige eilanden, installaties en structuren; wetenschappelijk zeeonderzoek en de bescherming en het behoud van het zeemilieu heeft Suriname op grond van art. 15 lid 1 sub b. van de wet m.z. geen soevereine rechten maar rechtsmacht. De rechtsmacht van de Staat over de kunstmatige eilanden, installaties en structuren heeft zoals hierboven eerder is gesteld, onder andere betrekking op douane, gezondheid, immigratie en veiligheidsvoorschriften zoals geregeld in art 60 lid 2 van unclos. De heffing van belastingen op economische activiteiten op het cp is in de wet Fiscale Jurisdictie geregeld.
      Het regime van het cp geeft de Staat geen rechten over de hulpbronnen die in de waterkolom voorkomen. De hulpbronnen van het cp zijn onder andere gas, aardolie en de sedentaire soorten. De Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. is namens de Surinaamse overheid belast met de exploratie en exploitatie van gas en aardolie.20x ‘Amended articles of association’, 29 september 2020, www.staatsolie.com. De sedentaire soorten zijn levende hulpbronnen en worden onder het re­gime van het cp geëxploiteerd.21x Art. 77 lid 4, United Nations Convention on the Law of the Sea 1982. Tot deze categorie worden onder andere mosselen, oesters, kreeften en sommige krabben gerekend.22x ‘Approaches to the regulation of fishing effort’, www.fao.org. Zoals hierboven is aangegeven is het vissen op de sedentaire soorten onder het regime van de Zeevisserijwet gebracht.
      In art. 18 van de wet m.z. worden de rechten van andere staten in het cp van Suriname geregeld. Andere staten hebben met inachtneming van het internationaal recht onder andere de vrijheid om onderzeese kabels en pijpleidingen te leggen. Deze bepaling is in overeenstemming met art. 79 van unclos. De zeekabels worden onder andere voor telecommunicatie-doeleinden gebruikt.23x Telesur: ‘Technische storing op twee internationale zeekabels zorgt voor traag internet’ – Dagblad Suriname’, www.dbsuriname.com. Op basis van art. 78 unclos hebben staten ook de vrijheid van scheepvaart en overvliegen in en over het cp. Deze rechten zijn niet expliciet in de wet m.z. opgenomen. Deze leemte kan worden opgevangen door art. 13 van de wet m.z. ook in het cp toepasselijk te verklaren.

      Breedte

      De normale maximale breedte van het cp is 200 Nm. Suriname had het recht om op grond van art. 76 lid 6 unclos de buitengrens van het continentaal plateau met maximaal 150 Nm te verruimen tot 350 Nm.
      Suriname heeft op 5 december 2008 op grond van art. 76 lid 8 van unclos de technische informatie betreffende de breedte van het cp buiten 200 Nm gedeponeerd bij de Commission on the Limits of the Continental Shelf (CLCS).24x ‘Functions of the CLCS’, www.un.org. Suriname heeft de nodige geodetische informatie aan de CLCS verstrekt ten einde deze in staat te stellen om conform art. 76 lid 8 van unclos aanbevelingen aan Suriname te doen. Voornoemd artikel bepaalt verder dat indien de kuststaat de aanbevelingen van de CLCS overneemt deze grensvaststelling ‘final and binding’ is. De CLCS heeft op 23 maart 2011 de aanbeveling betreffende de submissie van Suriname uitgebracht. Deze aanbevelingen zijn geaccepteerd door Suriname en opgenomen in art. 14 lid 2 van de wet m.z. De breedte van het continentaal plateau van Suriname ligt tussen de 350 Nm in het westen en 297 Nm in het oosten. De westelijke grens van het cp met Guyana moet nog worden vastgesteld. De oostelijke grens buiten de 200 Nm is in het eerder aangehaalde grensverdrag met Frankrijk geregeld. Met het bepaalde in art. 31 van de wet m.z. worden de bepalingen van deze wet in het Decreet Mijnbouw (S.B. 1997 no. 44) geïncorporeerd.

    • Aansluitende zone

      Suriname heeft in art. 7 van de wet m.z. een aansluitende- of contiguous zone (cz) ingesteld. In de cz heeft de kuststaat noch soevereiniteit noch soevereine rechten. In deze zone is de kuststaat gerechtigd toezicht uit te oefenen om te voorkomen dat inbreuk wordt gemaakt op de wetten en voorschriften inzake douane, belastingen, immigratie of volksgezondheid, die op het grondgebied of de t.z. van kracht zijn. Suriname is op grond van art. 8 lid 1 van de wet m.z. verder bevoegd om daders van strafbare feiten gerelateerd aan deze wetten en voorschriften gepleegd op het grondgebied, alsnog in deze zone aan te houden. Deze zone heeft volgens art. 33 unclos en art. 7 van de wet m.z. een maximale breedte van 24 Nm. Het geval kan zich voordoen dat een schip zonder uitklaring door de douane naar zee vertrekt. Dit schip is dan in overtreding van art. 56 lid 16 van de Scheepvaartwet (G.B. 1908 no. 63) maar kan als het zich buiten de t.z. bevindt, met uitzondering van het geval van ‘hot pursuit’, niet meer worden aangehouden.25x Art. 111 United Nations Convention on the Law of the Sea 1982. Met de instelling van de cz kan het schip tot en met de 24 Nm buiten de t.z. worden aangehouden. Schepen die zich in cz bevinden en plannen hebben om de Surinaamse wetten te overtreden kunnen ook aangehouden worden door de instelling van deze zone.

    • Conclusie

      Met de inwerkingtreding van de wet m.z. zijn de leemtes in de ingetrokken Wet Uitbreiding Territoriale Zee en Instelling van de aansluitende Economische Zone weggewerkt. De wet m.z. is voor het grootste deel in overeenstemming met unclos. In de t.z. heeft Suriname soevereiniteit en in de eez en het cp soevereine rechten. Andere Staten hebben ook bepaalde rechten in de t.z., de eez en het cp van Suriname. De maximale breedte van het cp van Suriname ligt tussen de 297 en 350 Nm. Door de acceptatie van de aanbevelingen van de CLCS is Suriname aan de vooravond van de exploratie en exploitatie van de hulpbronnen buiten de 200 Nm. De Surinaamse overheid heeft in de wet m.z. voorzieningen getroffen voor het waarborgen van de Surinaamse belangen betreffende de sedentaire soorten buiten de 200 Nm. De visserijzone als genoemd in art. 1 lid d van de Zeevisserijwet behelst behalve de t.z. en de eez nu ook het cp. Op basis van art. 78 unclos hebben Staten ook de vrijheid van scheepvaart en overvliegen in en over het cp. Deze rechten zijn niet expliciet in de wet m.z. opgenomen. De leemte kan worden opgevangen door art. 13 van de wet m.z. ook in het cp toepasselijk te verklaren. De Zeevisserijwet en het Decreet Mijnbouw zijn met de wet m.z. gesynchroniseerd. De instelling van de cz heeft de mogelijkheden voor rechtshandhaving in het maritiem gebied verruimd. De in art. 33 van de wet m.z. aangegeven kaart met de buitengrens van de maritieme zones moet alsnog in de wet worden opgenomen.

    Noten

    • 1 Amafo, Surinaams Juristenblad 2015/1.

    • 2 Amafo, Surinaams Juristenblad 2021/2.

    • 3 Art. 32 lid 2 Wet van 7 april 2017, houdende regels inzake de Maritieme Zones van de Republiek Suriname en wijziging van de Zeevisserijwet 1980 en het Decreet Mijnbouw (SB. 2017 no. 41).

    • 4 Art. 8 lid 1, United Nations Convention on the Law of the Sea 1982.

    • 5 Arbitral tribunal constituted pursuant to article 287, and in accordance with annex VII of the United Nations Convention on the Law of the Sea 1982, Den Haag, 17 september 2007, p. 105.

    • 6 ‘BAZ No.08 Exploratieboringen’, https://mas.sr.

    • 7 ‘Marine forecast’, https://hydromet.sr.

    • 8 Art. 9 Wet van 7 april 2017, houdende regels inzake de Maritieme Zones van de Republiek Suriname en wijziging van de Zeevisserijwet 1980 en het Decreet Mijnbouw (SB. 2017 no. 41).

    • 9 The Law of the Sea, Robin Churchill, Vaughan Lowe, 1999 p. 166.

    • 10 Art. 10 Wet van 7 april 2017, houdende regels inzake de Maritieme Zones van de Republiek Suriname en wijziging van de Zeevisserijwet 1980 en het Decreet Mijnbouw (SB. 2017 no. 41).

    • 11 Art. 13 Wet van 7 april 2017, houdende regels inzake de Maritieme Zones van de Republiek Suriname en wijziging van de Zeevisserijwet 1980 en het Decreet Mijnbouw (SB. 2017 no. 41).

    • 12 ‘Suriname’s Energy Market: The Potential for Wind Power Development | REVE News of the wind sector in Spain and in the world’, www.evwind.es, 19 juni 2023.

    • 13 Arbitral tribunal constituted pursuant to article 287, and in accordance with annex VII, of the United Nations Convention on the Law of the Sea 1982, Den Haag, 17 September 2007, p. 130.

    • 14 De hulpbronnen van de zeebedding en de ondergrond daarvan worden ingevolge art. 56 lid 3 unclos onder het regime van het cp geëxploreerd en geëxploiteerd.

    • 15 ‘Visserij Management Plan Suriname 2021-2025’, https://insightcrime.org.

    • 16 Art. 1 lid k Wet van 31 december 1980, houdende regelen op het gebied van de zeevisserij (S.B. 1980 no. 144), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 2001 no. 120.

    • 17 Art. 6 Wet van 31 december 1980, houdende regelen op het gebied van de zeevisserij (S.B. 1980 no. 144), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 2001 no. 120.

    • 18 Art. 18 lid 1; Wet van 31 december 1980, houdende regelen op het gebied van de zeevisserij (S.B. 1980 no. 144), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijzigingen bij S.B. 2001 no. 120.

    • 19 ‘Staatsolie – Suriname’s National Energy, Oil & Gas Company – TotalEnergies Starts Pre-design for Development Block 58 Oil Field’, www.staatsolie.com.

    • 20 ‘Amended articles of association’, 29 september 2020, www.staatsolie.com.

    • 21 Art. 77 lid 4, United Nations Convention on the Law of the Sea 1982.

    • 22 ‘Approaches to the regulation of fishing effort’, www.fao.org.

    • 23 Telesur: ‘Technische storing op twee internationale zeekabels zorgt voor traag internet’ – Dagblad Suriname’, www.dbsuriname.com.

    • 24 ‘Functions of the CLCS’, www.un.org.

    • 25 Art. 111 United Nations Convention on the Law of the Sea 1982.


Print dit artikel