DOI: 10.5553/BSb/266669012024005002004

Boom StrafbladAccess_open

Column

Een leven zonder bestaan

Auteurs
DOI
Toon PDF Toon volledige grootte
Samenvatting Auteursinformatie Statistiek Citeerwijze
Dit artikel is keer geraadpleegd.
Dit artikel is 0 keer gedownload.
Aanbevolen citeerwijze bij dit artikel
mr. Z. (Zahra) Boufadiss, 'Een leven zonder bestaan', Boom Strafblad 2024-2, p. 103-103

    Boufadiss verzorgt voor dit themanummer een beeldende column over ‘C.’, bezien vanuit haar positie van advocaat.

Dit artikel wordt geciteerd in

      Dat C. niet bestond, geloofde ik niet. Ik heb hem zelf gezien. Met name zijn kruin, omdat zijn blik vrijwel altijd naar de tafel was gericht. Zijn gezichtslijnen verraadden dat wij buiten ons geboortejaar weinig gemeen hadden. Onze gesprekken vonden steevast plaats aan de Eikenlaan in Alphen aan den Rijn. Flinter voor flinter moest ik alle noodzakelijke verdedigingsmunitie uit hem trekken. Alsof ik een ZwaCri-rechercheur was, in plaats van een strafpleiter. Erg soepel ging het niet. Zeker niet wanneer er geen tolken beschikbaar waren en we noodgedwongen in een mix van gebroken Frans, Arabisch en taalfouten spraken. Ontsnappen uit de gevangenis is geen strafbaar feit, omdat die vrijheidsdrang menselijke natuur is. Daarom willen gedetineerde klanten ook zo snel mogelijk vrij zijn. C. was anders en onderging zijn lot apathisch, terwijl zijn vooruitzichten allesbehalve rooskleurig waren. Alsof hij er wel was, maar ook weer niet.

      C. was net volwassen toen hij van Noord-Afrika naar ­Europa kwam, vastbesloten om een nieuw bestaan op te bouwen. De gefantaseerde gouden bergen trof hij in de Lage Landen niet aan. Er volgden meerdere asielprocedures die gedoemd waren om te mislukken. Een teleurstellende terugkeer naar zijn geboortegrond zag hij niet zitten. Een succesvolle remigratie was bovendien allerminst zeker. C. was zijn paspoort ergens op de heenreis kwijtgeraakt en sindsdien zijn bestaan op papier. Blijven, of vertrekken via een illegale route, het was kiezen tussen twee kwaden. C. besloot te blijven, terwijl hij er niet meer mocht zijn. Zo min mogelijk opvallen dan maar, en ver onder de radar leven. De edele kunst van leven zonder voor de buitenwereld te bestaan.

      In leven blijven en tegelijkertijd onzichtbaar zijn, bleek niet zo makkelijk. Zonder verblijfsstatus heb je niet eens recht op Bad en Brood. En op de zwarte banenmarkt kwam C. ook niet duurzaam aan de bak. Zo begon het plegen van kleine vermogensdelicten, een schamele paar euro per keer. Op zijn JD stonden vele repetities van hetzelfde: winkeldiefstallen, snelrechtzittingen, korte gevangenisstraffen en telkens een nieuwe piketadvocaat. De drielettercombinatie die iedere veelpleger angst inboezemt, hoorde C. voor het eerst toen het al te laat was. De ISD-maatregel komt voor vreemdelingen neer op twee jaar keiharde vergelding. De maatregel wordt opgeschort zodra hij op het vliegtuig naar zijn geboorteland stapt, aldus de voorzitter. Dat onderdanen zonder paspoort niet zomaar kunnen terugkeren, bracht de rechtbank niet op andere gedachten. Zoals vaker kreeg de procedure de voorkeur boven de keiharde realiteit. Alsof de jongeman in het verdachtenbankje niet echt was.

      Nu verblijft C. inmiddels alweer een paar maanden in Ter Apel. Er zit geen enkel schot in zijn vrijwillige terugkeer. Hoe dan ook wordt C. op enig moment vrijgelaten, zelfs als de remigratie mislukt. Dan moet hij Nederland verlaten, na twee jaren gevangenisstraf zonder echte behandeling of resocialisatie. Een herstart in een ander EU-land is door het inreisverbod ook niet mogelijk. En in zijn geboorteland is hij ook uitgewist. Eigenlijk is C. in biologische zin heel erg in leven, maar tegelijkertijd bestaat hij al jaren niet meer. Als een kameleon heeft hij zichzelf onzichtbaarheidskleuren aangeleerd en hoopt verborgen te blijven. Hoe goed zijn onzichtbaarheidstruc ook wordt, mij houdt hij niet voor de gek. Dat hij bestaat weet ik zeker, ik heb hem gezien.


Print dit artikel