-
Samenvatting
Advocaten mogen niet bij wege van ‘no cure, no pay’ een ‘quota pars litis’-vergoeding (QPL) bedingen. Maar wat als een derde-rechtspersoon dankzij bemiddeling door de advocaat als financier optreedt volgens een QPL-model, terwijl de benadeelde niet weet dat familieleden van de advocaat in het bestuur van die rechtspersoon zitting hebben? Het Hof Amsterdam beslist dat de afspraak overeind blijft en dat noch de rechtspersoon noch de advocaat schadeplichtig is. De zaak toont de noodzaak om te komen tot kwaliteitsregulering van QPL-financiering.
Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade |
|
Jurisprudentie | Hof Amsterdam 13 december 2011, LJN BU8763‘Quota pars litis’-financieringsovereenkomst; betrokkenheid advocaat |
Trefwoorden | no cure, no pay, quota pars litis, nietigheid, dwaling, informatieplicht |
Auteurs | Prof. dr. W.H. van Boom |
Auteursinformatie |
Toegang tot dit losse artikel kopen
Voor een vast bedrag van € 19,75 (excl. btw) koopt u 24 uur online toegang tot dit artikel. Met deze 24 uur toegang kunt u een artikel online raadplegen en in PDF downloaden en printen.
Per mail ontvangt u een activatiecode waarmee u 24 uur toegang tot het artikel kunt activeren.
24 uur toegang | € 19,75 (excl. btw) |
Uw aankoop activeren
Heeft u een activatiecode, dan kun u uw product hier activeren.